Antwoord op vragen van het lid Nijboer over versterkingsproblemen in Groningen

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over versterkingsproblemen in Groningen (ingezonden 30 april 2018).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 7 juni 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Bizarre situatie ene kant van het dorp kan aardbeving aan andere kant niet»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het belachelijk en niet uit te leggen is dat de ene kant van de straat wordt versterkt en de andere kant van de straat in Overschild niet? Dat is toch niet te verkopen, wat moeten Groningers hier nou van denken?

Antwoord 2

Er is volstrekt niet besloten dat deze woningen niet meer versterkt worden. Het kabinet wil geen onomkeerbare stappen zetten totdat er meer duidelijkheid is over het effect van het versneld afbouwen van de gaswinning voor het veiligheidsrisico. In de tussenliggende weken worden daarom geen nieuwe versterkingsadviezen uitgebracht aan bewoners en worden geen nieuwe besluiten genomen over de wijze van versterking van woningen die nog niet in de uitvoeringsfase zitten. Het kabinet wil de meest actuele veiligheidsinzichten van experts bij deze besluiten kunnen betrekken. De versterking van woningen waarvoor geldt dat bewoners al een versterkingsadvies hebben ontvangen, of waar de uitvoering van de versterking al gestart is, wordt gewoon voortgezet – ook al zijn de versterkingsadviezen gebaseerd op inmiddels verouderde inzichten. Ik wil dit echter niet opleggen als een verplichting.

Daarnaast moet de beschikbare capaciteit, indien mogelijk, worden ingezet op het identificeren en versterken van gebouwen die vanuit het veiligheidsperspectief prioriteit hebben.

Daarbij is de situatie dat er in een straat bepaalde woningen wel, en andere woningen niet hoeven te worden versterkt, niet zonder meer een gevolg van dit uitstel tot de zomer. Ook indien de versterking ongewijzigd zou worden voortgezet, kunnen zich dergelijke situaties voordoen. Voor sommige woningen kan immers na engineering blijken dat versterking nodig is om aan de veiligheidsnorm te voldoen, terwijl dat voor andere niet het geval is.

De versterkingsoperatie is een veiligheidsmaatregel. Een besluit tot sloop en herbouw van de betreffende woningen nu, zou gegeven het huidige tempo en de daarmee nog verder oplopende werkvoorraad pas over enkele jaren tot een afgerond resultaat leiden en dus op korte termijn geenszins zorgen voor een veiligere situatie voor bewoners en het gebied. Ik voorzie de komende periode een volwaardige versterkingsoperatie, gericht op wat nodig is voor de veiligheid en gebaseerd op de meest actuele veiligheidsinzichten van experts.

Vraag 3

Wat vindt u ervan dat na al die jaren van ellende duizenden inwoners nog langer in onzekerheid zitten? Wilt u hen zo spoedig mogelijkheid duidelijkheid geven?

Antwoord 3

Bewoners hebben soms al lang in slepende procedures gezeten, waarbij toezeggingen ten aanzien van het tempo niet konden worden waargemaakt. Ik begrijp dan ook goed dat voor deze bewoners elke pas op de plaats, hoe kortstondig ook, een onwelkome boodschap is. Tegelijkertijd acht ik een scenario waarin een groot aantal Groningse huizen gesloopt wordt, terwijl vervolgens binnenkort blijkt dat dit niet nodig is, uiterst onwenselijk. Bovendien zitten zeker niet alle bewoners op sloop van hun woning te wachten. Alle betrokkenen spannen zich in om zo snel mogelijk tot een adequate oplossing te komen en duidelijkheid te geven aan bewoners.

Vraag 4

Wat is uw reactie op de opmerking van de vertegenwoordiger van het SodM, die tijdens de technische briefing in de Kamer op 26 april 2018 het woord voerde, dat de versterking door moet gaan, maar wellicht wel tijdelijk en in lichtere vorm? Wat betekent dit op de korte en langere termijn voor Groningen? Wat moeten Groningers verstaan onder versterking in lichte vorm?

Antwoord 4

Het uitgangspunt van het kabinet is dat alle noodzakelijke versterking moet worden uitgevoerd. Zoals aangegeven in mijn brief aan uw Kamer op 24 april 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 466) en op 22 mei 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 468), worden de gevolgen van de afbouw van de gaswinning voor het veiligheidsrisico en de daarmee samenhangende versterkingsopgave momenteel onderzocht door de relevante onderzoeks- en kennisinstellingen (SodM, KNMI, TNO, NEN). Ik heb de Mijnraad verzocht om voor de zomer een advies uit te brengen met een nadere duiding van de rapporten van deze partijen. Deze adviezen zullen leiden tot nadere inzichten over de versterkingsopgave. Dit betreft zowel aantallen te versterken woningen als orde van grootte van te treffen maatregelen, gegeven het vooruitzicht van een afnemend veiligheidsrisico.

Vraag 5

Hoe kan het dat burgemeesters van diverse gemeenten hun ontevredenheid uiten?2 U overlegt toch met hen? Wilt u nog deze week contact met hen opnemen en zorgen voor duidelijkheid voor de betrokken personen? Dit kan toch zo niet langer?

Antwoord 5

Ik heb de afgelopen periode regelmatig en constructief overleg gevoerd met de bestuurders van de provincie en gemeenten, om te komen tot overeenstemming over een toekomstperspectief voor Groningen en over de uitvoering en aansturing van de versterkingsoperatie. Daarbij zijn wij het over de meeste zaken eens geworden. De regio en het kabinet verschillen echter van standpunt waar het gaat om het afwachten van het advies van de Mijnraad, alvorens te besluiten over de versterking van deze specifieke groep woningen. Om deze reden heeft de regio het overleg over de versterking opgeschort. Voor nadere toelichting verwijs ik naar mijn brief aan de regiobestuurders van 22 mei 2018, die ik ook aan uw Kamer heb gestuurd (Kamerstuk 33 529, nr. 468).

Indiener(s)