Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de
leden Van der Staaij (SGP) en Voordewind (ChristenUnie) over de
antisemitische uitspraken van president Abbas
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Palestijnse president Abbas verwijt de Holocaust aan gedrag
van de Joden’?1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat president Abbas, met zijn opmerkingen over de Joodse en
Israëlische geschiedenis, waaronder de ontkenning van de Joodse connectie met
het land Israël, het benoemen van Israël als een ‘Europees’ en ‘koloniaal’ project
en het noemen van samenwerking tussen Hitler en Zionisten, zich niet alleen
schuldig maakt aan flagrante geschiedvervalsing maar zich ook willens en wetens
zeer kwetsend opstelt?
Vraag 5
Bent u net als de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) van mening dat
deze uitspraken onacceptabel zijn? Wordt er in EU-verband verdere vervolgactie
overwogen?
Het kabinet deelt de mening van de Hoge Vertegenwoordiger van de EU dat de
speech van de Palestijnse president Abbas op 30 april jl. – die ingaat op het
ontstaan van de Holocaust en de legitimiteit van Israël – onacceptabele delen
bevat. Nederland heeft in een tweet op 3 mei jl. aangegeven deze EU-verklaring
volledig te onderschrijven. De Nederlandse Vertegenwoordiger in Ramallah heeft
direct geprotesteerd bij de Palestijnse Autoriteit, waarbij is aangegeven dat
Nederland deze delen van de speech fout, onnodig, onbehulpzaam, onrechtvaardig
en ongelukkig acht. Een dergelijke boodschap is ook door de vertegenwoordiger
van de EU bij de Palestijnse Autoriteit afgegeven namens alle EU-lidstaten.
Nederland heeft deze boodschap eveneens herhaald in de VN Veiligheidsraad.
Zowel bilateraal als in EU-verband, blijft Nederland – zowel de Palestijnse
Autoriteit als Israël –aanspreken op opruiende retoriek.
Vraag 3
Beaamt u dat president Abbas met deze antisemitische opmerkingen
antisemitisme onder Palestijnen aanwakkert?
Zoals de Hoge Vertegenwoordiger van de EU ook stelt, werkt dergelijke retoriek
diegenen die een twee-statenoplossing afwijzen, in de hand. Hoewel president
Abbas meermaals steun heeft uitgesproken voor een twee-statenoplossing, acht
het kabinet het zorgelijk dat de uitspraken een dergelijke negatieve werking
kunnen hebben.
Vraag 4
Welke gevolgen hebben de uitspraken van president Abbas voor de Palestijnse
opstelling binnen het vredesproces, en voor de kans van slagen van dit proces?
Zoals aangegeven in de Kamerbrief over de stand van zaken van het MiddenOosten
Vredesproces (d.d. 16 april 2018, kenmerk 23432-444/2018D02479), is
de twee-statenoplossing steeds meer onder druk komen te staan. Het Kwartet (de
EU, de VS, Rusland en de VN) identificeerde in diens rapport van juli 2016 een
aantal trends die de verwezenlijking van de twee-statenoplossing bemoeilijken,
waaronder opruiende retoriek. Deze trends zijn nadien niet veranderd. Delen van
de speech van president Abbas op 30 april jl. passen niet bij een leider die vrede
nastreeft met diens Israëlische buren. Tegelijkertijd moet gesteld worden dat aan
Israëlische zijde eveneens onbehulpzame uitspraken zijn gedaan, zoals de
openlijke suggesties van verschillende politici om delen van de Westelijke
Jordaanoever te annexeren of opmerkingen over Palestijnen of Palestijnse
moeders die allemaal terroristen zouden zijn. Het kabinet is van mening dat
dergelijke uitspraken het wederzijds vertrouwen ondergraven en een klimaat
scheppen, waarbij beide partijen meer en meer vast komen te zitten in hun eigen
posities en gelijk.
Vraag 6
Welke politieke en financiële consequenties verbindt u aan de uitspraken van
president Abbas?
Nederland heeft, net als de EU, nadrukkelijk stelling genomen tegen de uitspraken
en president Abbas heeft zijn excuses aangeboden. Het kabinet ziet geen
aanleiding om de Nederlandse steun aan de Palestijnse gebieden (gedeeltelijk) op
te schorten of te beëindigen.
1 https://www.cidi.nl/palestijnse-president-abbas-verwijt-de-holocaust-aangedrag-van-de-joden/