Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de NAM die uitspraken van de arbiter naast zich neerlegt

Geachte Voorzitter,

 

Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op vragen van het lid Beckerman (SP)

over NAM die uitspraken van de arbiter naast zich neerlegt (ingezonden

11 april 2018, kenmerk 2018Z06675).

 

1

Bent u op de hoogte van het feit dat de NAM meer dan eens geen opvolging heeft gegeven aan een uitspraak van de arbiter?

 

Antwoord

Dit beeld herken ik niet. Wel komt het voor dat de omvang van een schade die als gevolg van een uitspraak van de Arbiter Bodembeweging moet worden vergoed, nog niet is berekend. Over de omvang van de schadevergoeding kan dan opnieuw discussie ontstaan.

2

Wat gaat u doen om te zorgen dat deze gedupeerden hun schade zo snel mogelijk vergoed krijgen, gelet op het gegeven dat er meerdere zaken bekend zijn waarbij de arbiter uitspraak heeft gedaan en de NAM nog altijd niet heeft gezorgd voor een zorgvuldige schadeloosstelling?[1]

 

Antwoord

De Arbiter Bodembeweging vervult een rol bij de afhandeling van de zogenoemde oude schademeldingen. Dit zijn schademeldingen die voor 31 maart 2017 zijn gedaan. NAM werkt momenteel hard aan het afhandelen van deze schademeldingen. De Commissaris van de Koning in Groningen en ik volgen dit nauwlettend. Over de voortgang heb ik uw Kamer bericht bij brief van 26 april 2018 (Kamerstuk 33 529, nr. 460). Eigenaren met een oude schademelding krijgen van NAM een ruimhartig aanbod, waarbij ook de zogenoemde C-schade in beeld wordt gebracht. Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 1 vormde niet gecalculeerde C-schade in het verleden vaak de aanleiding voor nieuwe onenigheid. De verwachting is dat op basis van het aanbod zaken kunnen worden afgewikkeld zonder dat hierna opnieuw discussies ontstaan.

 

3

Bent u bereid het reglement van de arbiter aan te passen om ervoor te zorgen dat ook gevolgschade door de arbiter kan worden toegekend, gelet op de uitspraak van de arbiter van 24 mei 2017 over dossier 16-0207 (Schildwolde) waarbij de gedupeerde twee weken geleden de schadeloosstelling ontvangen heeft, maar achterblijft met een forse schadepost omdat de arbiter geen uitspraak mag doen over gevolgschade?

 

Antwoord

In het algemeen ga ik niet in op individuele zaken die bij de Arbiter in behandeling zijn of zijn geweest. De uitspraak waar u naar verwijst is ook (nog) niet door de Arbiter gepubliceerd. De Arbiter bodembeweging beoordeelt fysieke schade die door aardbevingen is ontstaan, maar kan zich ook uitspreken over schadeposten die direct met deze fysieke schade samenhangen. Ik zie dan ook geen aanleiding om de reglementen aan te passen.

 

4

Was bij u bekend dat de arbiter aangegeven heeft meermaals een tweede zitting te hebben moeten houden om te zorgen dat de NAM alsnog zorgt voor schadeloosstelling? Wat is uw oordeel hierover? Deelt u de mening dat dit de wachtlijsten bij de arbiter kan verlengen, dat er gezorgd moet worden dat de NAM zich aan uitspraken van de arbiter houdt en dat tweede zittingen niet nodig zouden moeten zijn?

 

Antwoord

Ik deel de opvatting dat wachtlijsten bij de Arbiter bodembeweging moeten worden voorkomen en dat moet worden vermeden dat een tweede zitting noodzakelijk is. De verwachting is dat de aanpak van NAM voor de oude schademeldingen hier ook aan bijdraagt. Zie verder het antwoord op vraag 2.

 

5

Was bij u bekend dat ook de onafhankelijk raadsman Groningen het beeld herkent dat de NAM meermaals - ook na uitspraken van de arbiter - niet zorgt voor goede schadeloosstelling, en dat de raadsman in meerdere zaken heeft moeten bemiddelen?

 

6

Herkent u het beeld dat Stut en Steun (het steunpunt voor mensen met mijnbouwschade) heeft dat het aantal zaken toeneemt waarbij de NAM na uitspraak van de arbiter niet zorgt voor een zorgvuldige schadeloosstelling?

 

7

Hoeveel zaken zijn er bij u bekend waarbij gedupeerden door de arbiter in het gelijk zijn gesteld maar nog steeds wachten op uitkering door de NAM?

 

Antwoord 5, 6 en 7

Op 1 mei 2018 heb ik uw Kamer de jaarrapportage van de Onafhankelijke Raadsman over 2017 (Kamerstuk 33 529, nr. 461) gestuurd. Hierin gaat de Raadsman in op dit beeld. De Onafhankelijke Raadsman kent twaalf van dit type meldingen. In de gesprekken die ik voer met NAM vraag ik aandacht voor de zorgen van de Raadsman en voor dit type gevallen in het bijzonder.

 

8

Herinnert u zich dat u op 14 maart 2018 schreef: “NAM heeft zich in beginsel verbonden aan uitspraken Arbiter en heeft tot op heden altijd uitvoering gegeven aan diens uitspraken"?[2] Deelt u de mening dat deze uitspraak nu niet meer juist is?

 

Antwoord

NAM heeft tot op heden uitvoering gegeven aan de uitspraken van de Arbiter bodembeweging. Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 1 zijn er echter zaken waarin na uitspraak door de Arbiter bodembeweging opnieuw onenigheid is ontstaan over de hoogte van de schadevergoeding. Dat kan voor ongewenste vertraging zorgen.

 

9

Deelt u de mening dat het ongehoord is dat de NAM zich zo onwelwillend blijft opstellen? Kunt u dit toelichten?

 

10

Hoe gaat u ervoor zorgen dat gedupeerden zo snel mogelijk na uitspraak van de arbiter schadeloos worden gesteld? Bent u bereid op zo kort mogelijke termijn in gesprek te gaan met de NAM om te zorgen dat zij wel altijd adequate opvolging geeft aan uitspraken van de arbiter?

 

11

Deelt u de mening dat de manier waarop de NAM opvolging geeft aan genoemde arbiter uitspraken het vertrouwen in de NAM nog verder doet dalen? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

 

Antwoord 9, 10 en 11

Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 werkt NAM hard om de lopende oude schademeldingen af te handelen. De Commissaris van de Koning in Groningen en ik volgen nauwlettend of NAM haar beloftes waarmaakt. In de gesprekken die ik met NAM voer, zal ik aandacht vragen voor de zorgen die de Onafhankelijke Raadsman uit, in het bijzonder over de opvolging van uitspraken van de Arbiter Bodembeweging.

 

12

Deelt u de mening dat ook mensen met lopende zaken bij de arbiter de mogelijkheid moeten krijgen om de uitvoering van de uitspraak over te laten aan de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen?

 

Antwoord

Nee. De Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen heeft aan de nieuwe meldingen meer dan de handen vol. Zoals hierboven toegelicht stel ik vast dat NAM uitspraken van de Arbiter Bodembeweging naleeft en dat met haar aanpak van de oude schademeldingen de kans dat na een uitspraak opnieuw onenigheid kan ontstaan wordt verkleind.

 

 

 

 

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat

 

[1] Onder andere de uitspraken van de arbiter van 28 juli 2017 over dossier 16-0055 (Groningen stad), van 12 oktober 2017 over dossier 16-192 en 17-0806 (Sappemeer) en van 8 november 2017 over dossier 16-172 (Siddeburen).

[2] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 1453

Indiener(s)