2087
Vragen van de leden Kuik en Slootweg (beiden CDA) aan de Staatssecretaris
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Help verstandelijk
gehandicapten gezonder te leven» (ingezonden 13 april 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
(ontvangen 15 mei 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2017–2018, nr. 2006.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Blog: Help Verstandelijk gehandicapten
gezonder te leven»1
Antwoord 1
Ik ken de blog en ik ken ook het onderzoek Is it just the tip of the Iceberg?
Substance use and misuse in Intellectual Disabilityvan J.E.L. van der Nagel
waarnaar in deze blog verwezen wordt.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de oproep van Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
(VGN) om meer aandacht te vragen voor (onderzoek naar) gezondheidsbevordering
onder de mensen met een (licht) verstandelijke beperking?
Antwoord 2
Het is een goede zaak dat er in de gehandicaptensector breed aandacht is
voor de maatregelen die de gezondheid bevorderen. We zien dat mensen met
lichte verstandelijke beperkingen (LVB) gemakkelijker verleidbaar zijn tot het
gebruik van middelen, dat hen niet altijd de gezonde leefstijl is aan te leren
en dat zij via de gebruikelijke preventie-communicatiekanalen niet of
onvoldoende worden bereikt (of folders niet begrijpen). Daarom is het goed
dat er in de reguliere aanpak en methodieken wordt nagegaan of de
gehanteerde taal en aanpak deze mensen bereikt en of zij het begrijpen.
Onderzoek op dit terrein kan een belangrijke bijdrage hieraan leveren, zeker
als de resultaten «vertaald» worden in bruikbare en begrijpelijke informatie
en instrumenten.
In het kennisprogramma Gewoon Bijzonder (ZonMw) wordt onder andere aan
gezonde leefstijl aandacht besteed. Zo is er een onderzoek van start gegaan
gericht op jongvolwassenen met LVB met zware problemen (waaronder
verslaving) in grote steden. Een ander onderzoek dat in het kader van
Gewoon Bijzonder is gestart betreft de ondersteuning van gezonde leefstijl bij
mensen met verstandelijke beperkingen. Er is overigens al kennis beschikbaar
en toegankelijk. Het gaat hierbij om informatie voor professionals en in
mindere mate voor (verslaafde) verstandelijk beperkte mensen. Zo is op het
kennisplein gehandicaptensector informatie over verslaving en alcoholgebruik
te vinden. Ook biedt het diverse instrumenten zoals een toolkit, een handreiking,
en interventie voor professionals en een training «Sterker dan de kick»
en een app om van alcoholverslaving af te komen voor cliënten.
Vraag 3, 4 en 5
Kloppen de cijfers van de in het blog genoemde Enschedese psychiater dat
mensen met een verstandelijke beperking vaker een ongezonder leven leiden
dan mensen zonder een verstandelijke beperking? Zo ja, kunt u een nadere
toelichting geven op de cijfers? Zo nee, kunt u de juiste cijfers aan de Kamer
doen toekomen inclusief een toelichting op deze getallen?
Welk percentage van de mensen met een verstandelijke beperking heeft te
maken met overgewicht en / of problematisch alcohol-, drugs- en tabaksgebruik?
Is dit meer of minder dan het gemiddelde van de gehele bevolking?
Hoe beoordeelt u de door de in het blog genoemde psychiater gegeven
cijfers over het gebruik van alcohol, cannabis, speed en cocaïne door mensen
met een verstandelijke handicap?
Antwoord 3, 4 en 5
Volgens Van der Nagel zijn er geen harde cijfers over alcohol- en drugsgebruik
bij mensen met LVB en de schattingen lopen zeer uiteen. Dit hangt
samen met een gebrek aan systematische screening, o.a. op risicofactoren
voor problematisch gebruik door mensen met LVB. Ook wordt niet gescreend
of mensen in de verslavingszorg LVB hebben. Daarnaast maken verschillen in
de gehanteerde definities, zowel voor de doelgroep met LVB als voor het
(problematisch) middelengebruik, het lastig om cijfers eenduidig te interpreteren.
Wel wordt in het algemeen gesteld dat door opeenstapeling van factoren
het gebruik niet per se hoger is bij deze groep, maar de kans op problematisch
gebruik wel.
Dit komt overeen met eerdere conclusies die werden getrokken in Onderzoek
& Praktijk, een uitgave van de VOBC LVG2
. Daaruit bleek dat Nederlandse
jongeren met LVB ongeveer net zo vaak alcohol en drugs gebruiken als hun
normaal begaafde leeftijdgenoten (Bransen e.a., 2008). Volwassenen met LVB
lijken minder vaak alcohol en drugs te gebruiken dan volwassenen zonder
verstandelijke beperking. Bij jongeren en volwassenen met LVB die middelen
gebruiken is echter wel vaker sprake van middelenmisbruik of bingedrinken.3
Mensen met LVB starten doorgaans wel vroeger met middelengebruik4 en het
gebruik is vaker problematisch.5 6 Het hogere risico op problematisch
middelengebruik hangt samen met een combinatie van risicofactoren zoals
een lage sociaal economische status, gedrags- en psychiatrische problemen,
gebrekkige copingvaardigheden en problemen op het gebied van werk,
dagbesteding en financiën.7 Ook sombere gevoelens en weinig sociale
aansluiting komen veel voor bij deze groep, waarbij middelengebruik een
compenserende functie kan gaan vervullen.8
In 2013 bleek uit de GOUD studie (gezond ouder met een verstandelijke
beperking) van de Erasmus Universiteit dat het percentage mensen met een
verstandelijke beperking dat overgewicht heeft vergelijkbaar is met de
Nederlandse bevolking (bijna 40% heeft overgewicht), maar dat het percentage
mensen met obesitas aanzienlijk hoger is (25% van de populatie) dan het
gemiddelde van de Nederlandse bevolking (circa 10%).
Vraag 6 en 7
Welke mogelijkheden worden er op dit moment ingezet om mensen met een
verstandelijke beperking te wijzen op de gevaren van het (overmatig) gebruik
van alcohol, drugs en tabak? Heeft dit volgens u het juiste effect? Zo ja, waar
blijkt dit uit? Zo nee, welke stappen kunt u zetten om hierin wel effect te
verkrijgen?
Kunt u aangeven wat u gaat doen om er voor te zorgen dat er landelijk
gewerkt gaat worden aan gezondheidsbevordering voor mensen met een
verstandelijke beperking?
Antwoord 6 en 7
Het Nederlandse beleid op het gebied van middelengebruik is erop gericht te
voorkomen dat mensen gaan roken of drugs gebruiken en het gebruik van
alcohol uitstellen tot in elk geval na het achttiende levensjaar.
Er zijn diverse programma’s en interventies ontwikkeld gericht op het
voorkomen van middelengebruik door mensen met LVB. Voor LVB-settings
ontwikkelde het Trimbos-instituut Open en Alert.
9 Open en Alert is een
preventieprogramma voor organisaties die te maken hebben met (problematisch)
alcohol- en drugsgebruik door cliënten en die dat willen veranderen.
Eén van de onderdelen is een e-learning voor professionals in de LVB-zorg en
de residentiële jeugdhulpverlening. Deze is de afgelopen jaren in toenemende
mate ingekocht. De regionale instellingen voor verslavingszorg voeren Open
en Alert uit in samenwerking met de betreffende organisaties. Open en Alert
is erkend als theoretisch goed onderbouwde interventie door het Centrum
Gezond Leven van het RIVM.
Daarnaast is er bijvoorbeeld de folderreeks Zonder Flauwekul over alcohol,
drugs en gamen voor LVB-ers, het bordspel TRIPen Bekijk het Nuchter. Ook is
er een toolkit LVB en verslavingbeschikbaar op het kennisplein gehandicaptensector.
Overigens is het voor preventieve maatregelen belangrijk verschil te maken
tussen mensen met LVB die (min of meer) zelfstandig wonen en mensen met
verstandelijke beperkingen die op 24uurs zorg in instellingen zijn aangewezen.
Waar binnen de instellingszorg mensen met verstandelijke beperkingen
bij het maken van keuzes intensief worden begeleid door persoonlijk
begeleiders (en indien daartoe aanleiding is, wordt het gebruik van alcohol,
tabak en drugs verboden), is dit voor mensen met LVB (die niet in een
instelling verblijven) niet vanzelfsprekend. Immers zij leven zelfstandig met
ondersteuning bij bepaalde taken (gedurende een beperkt aantal uren) of
worden op afstand begeleid. Er is dan niet voortdurend iemand aanwezig die
kan (mee)bepalen wat wel of niet goed voor hen is.
Vraag 8
Welke rol ziet u hierin weggelegd voor de Vereniging Gehandicaptenzorg
Nederland (VGN)? Schuift de VGN aan bij de overlegrondes over het
Nationaal Preventieakkoord? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Er is gesproken met de VGN in de eerste verkennende fase van het Nationaal
Preventieakkoord. VGN heeft het belang van gezondheidsbevordering van
moeilijk bereikbare cliënten (in een instelling of ambulant) hierin naar voren
gebracht. Op 20 april 2018 is de fase gestart waarin aan thematafels
maatregelen worden afgesproken voor het akkoord. VGN is geen partij aan
de thematafels omdat ervoor gekozen is in deze fase deelname te richten op
partijen die een bijdrage kunnen leveren in de vorm van maatregelen,
financiën of anderszins. Bovendien is het aantal partijen aan de tafels beperkt
gehouden. Tegelijkertijd zie ik dat de VGN expertise heeft uiteraard voor
cliënten in de gehandicaptenzorg, maar de aanwezige kennis van gezondheidsbevordering
is ook bruikbaar voor meer mensen met een lager iq en/of
mensen die laaggeletterd zijn. Zoals ik in mijn brief van 20 april jl. heb
aangegeven (Kamerstukken 32 792, nr. 297) hebben de voorzitters de ruimte
om het proces naar gelang de behoefte van de tafel naar hun wens in te
richten. Ik zal de bij de VGN aanwezige expertise onder de aandacht van de
voorzitters brengen.
Vraag 9
Kunt u aangeven welke partijen, organisaties, zorgaanbieders, verzekeraars,
gemeenten en mensen uit de sportwereld aansluiten bij het overleg over het
«Nationaal Preventieakkoord»?
Antwoord 9
Ik verwijs u hiervoor naar mijn brieven van 6 februari 2018 (Kamerstuk
32 793, nr. 289) en 20 april 2018 over de voortgang van het nationaal
preventieakkoord (Kamerstukken 32 793, nr 297).
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het algemeen overleg over preventie
van 17 mei 2018?
Antwoord 10
Ja.
1 Zorgvisie 26 maart 2018: https://www.zorgvisie.nl/blog/blog-help-verstandelijk-gehandicaptengezonder-te-leven/
2 Vereniging Orthopedagogische Behandelcentra en de Stichting Landelijk Kenniscentrum LVG.
3 Bransen et al, Onderzoek & Praktijk, 2010.
4 Chapman, S.L.C., & Wu, L.T. (2012). Substance abuse among individuals with intellectual
disabilities. Research in Developmental Disabilities, 33(4), 11, 1147 – 1156.
5 Idem.
6 De Paepe, N. (2014). Een alcohol en drugbeleid in de gehandicaptensector. Brussel: VAD.
7 Nagel, van der (2016) Is it just the tip of the Iceberg? Substance use and misuse in Intellectual
Disability Tactus Addiction Institute.
8 Bransen, E., Schipper, H. & Blekman, J. (2009) Middelengebruik door jongeren met een licht
verstandelijke handicap: een eerste verkenning van aard en omvang» Verslaving. 4. 37–49.
9 Open en Alert voor LVB-settings is geschikt voor VG-instellingen, orthopedagogische behandelcentra,
sociale werkvoorzieningen. Maar ook voor GGZ instellingen, maatschappelijke opvang,
RIBW, psychiatrische penitentiaire centra en andere justitiële settings die te maken hebben met
mensen met LVB.