Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het bericht ‘Energy Hogs: Can World's Huge Data Centers Be Made More Efficient?’

2078

Vragen van het lid Van der Lee (GroenLinks) aan de Minister van

Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Energy Hogs: Can World’s

Huge Data Centers Be Made More Efficient?» (ingezonden 12 april 2018).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen

15 mei 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Energy Hogs: Can World’s Huge Data

Centers Be Made More Efficient?» waaruit blijkt dat datacenters verantwoordelijk

zijn voor 2 procent van het totale elektriciteitsverbruik en dat datacenters

ongeveer evenveel CO2 uitstoten als de luchtvaartindustrie?1[1] Zo ja, wat is

uw oordeel over dit bericht?

Antwoord 1

Ja, ik heb kennisgenomen van dit artikel. Het artikel gaat in op relevante

zaken, zoals de groei in de ICT-sector die gepaard gaat met een groeiend

energiegebruik, een hiermee gepaard gaande CO2-uitstoot en de mogelijkheden

voor restwarmte. Ik merk wel op dat datacenters, in tegenstelling tot de

luchtvaart, elektriciteit gebruiken en niet zelf CO2 uitstoten. De eventuele

CO2-uitstoot vindt plaats bij het opwekken van de benodigde elektriciteit. De

elektriciteitsmarkt moet verder verduurzamen en dit wordt besproken bij de

elektriciteitstafel als onderdeel van het Klimaatakkoord.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de CO2-uitstoot van datacenters in Nederland beperkt

moet worden, onder andere met het oog op de sterke toename van dataverkeer?

Antwoord 2

Het kabinet stelt de afspraken uit het Klimaatverdrag van Parijs centraal en

streeft naar een broeikasgasreductieopgave van 49% in 2030. In Europees

verband zet het kabinet zich in voor een verhoging van het broeikasgasreductiedoel

naar 55%. Om deze doelen te bereiken zal de uitstoot van broeikasgassen

in alle sectoren in Nederland drastisch moeten worden verminderd.

Hoewel de CO2-uitstoot dus zo veel mogelijk beperkt moet worden, is er,

zoals reeds aangegeven, bij datacenters voornamelijk sprake van een

indirecte CO2-uitstoot.

Vraag 3

Bent u bekend met het feit dat het grootste gedeelte van al het dataverkeer

video is? Deelt u de mening dat het ongewenst is dat een grote speler op dit

gebied, Netflix, niet transparant is over haar energiegebruik? Bent u bereid

met Netflix in gesprek te gaan hierover en aan te dringen op meer transparantie?

Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3

Ik ben bekend met dit feit. Weinig transparantie over energiegebruik bij grote

spelers is inderdaad niet gewenst, echter het energiegebruik vindt plaats bij

datacenters. Datacenters zijn over het algemeen bewust bezig met hun

energiegebruik, omdat energie hun voornaamste procesinput is. Het

Nederlandse beleid zet zich in op het stimuleren van energie-efficiënte

processen, ook in datacenters. In het convenant MeerJarenAfspraak

energie-efficiëntie voor niet-ETS-bedrijven (MJA3), zijn afspraken gemaakt

over energie-efficiëntie in verschillende sectoren als geheel, ook in de

ICT-sector. Het energiebesparingsbeleid richt zich niet op één specifieke

activiteit, maar op het efficiënter en energiezuiniger maken van processen in

datacenters. De overheid overlegt binnen de convenantstructuur regelmatig

met de betrokken branches. Dit heeft positieve effecten op energiegebruik

voor zover het de Netflix-activiteiten bij datacenters in Nederland betreft.

Vraag 4

Deelt u de mening dat datacenters gebruik zouden moeten maken van

duurzame energie voor het draaien van processors en voor het koelen van de

servers en gebouwen? Zo ja, op welke wijze stimuleert u dit?

Antwoord 4

Inderdaad is duurzame energie een manier om onze CO2-reductiedoelstelling

te halen. Binnen het bij vraag drie genoemde MJA3-convenant stimuleert de

overheid ook duurzame energie. Als onderdeel van het convenant maken

bedrijven plannen voor een periode van vier jaar. Het vergroten van het

aandeel duurzame energie is een onderdeel van deze Energie-Efficiëntie

Plannen (EEP). Uit de sectorrapportages van het MJA3-convenant blijkt dat de

inzet van duurzame energie in 2016 78% van het totaal energieverbruik van

de sector bedroeg.

Vraag 5

Welk percentage van het totale potentieel aan restwarmte afkomstig van

datacenters wordt op dit moment nuttig gebruikt? Op welke manieren

stimuleert u het nuttige hergebruik van de restwarmte afkomstig van

datacenters?

Antwoord 5

Het benutten van restwarmte gebeurt nu slechts op kleine schaal. Hoewel

restwarmte van datacenters grote kansen biedt voor lage temperatuur

warmtenetten, is het bij elkaar brengen van vraag en aanbod een uitdaging.

Er moet een potentiele afnemer in de buurt zitten van een datacenter met

restwarmtepotentieel. Daarnaast is niet alle restwarmte van datacenters

eenvoudig af te vangen en te hergebruiken. Een percentage van het totale

potentieel dat nuttig gebruikt wordt, is niet in beeld gebracht. De branchevereniging

NL-ICT en de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO.nl)

hebben binnen het MJA3-convenant wel verschillende onderzoeken gedaan

naar het benutten van restwarmte. Daarnaast bekijkt RVO.nl momenteel of de

vrijkomende restwarmte in kaart gebracht kan worden. In de in vraag 5

genoemde EEP’s uit de ICT-sector voor de periode 2017 tot 2020 zijn twee

zekere en voorwaardelijke restwarmte-uitwisselingsprojecten en 13 onzekere

restwarmteprojecten opgenomen.

Vraag 6

Bent u bekend met de «Power Use Effectiveness»-index (PUE)? Zo ja, deelt u

de mening dat de PUE van de servers in datacenters zo dicht mogelijk de 1.0

moet benaderen? Wat zijn de ontwikkelingen op dit gebied en hoe stimuleert

u een zo hoog mogelijke efficiëntie van energiegebruik?

Antwoord 6

Zie voor het antwoord op de vraag hoe ik een zo hoog mogelijk efficiëntie

van energiegebruik stimuleer, ook het antwoord op de vorige vragen. Verder

ben ik inderdaad bekend met de Power Use Effectiveness-index (PUE). Hoe

dichter PUE bij 1.0 zit, hoe minder energie er voor koeling gebruikt wordt. Bij

restwarmtebenutting wordt koude teruggeleverd en dit helpt een datacenter

dus de PUE omlaag te krijgen. Een aantal MJA-bedrijven hanteert de PUE als

prestatie-indicator. Deze index zegt echter niets over het efficiënt benutten

van de energie in een datacenter. Een server staat aan, maar de index neemt

niet mee of de server ook gebruikt wordt.

 

 

[1] https://e360.yale.edu/features/energy-hogs-can-huge-data-centers-be-made-more-efficient

 

Indiener(s)