Antwoord op vragen van het lid Karabulut over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers

Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karabulut (SP) over het uitzetten van twee Russische inlichtingenmedewerkers.

Vraag 1

Herinnert u zich uw brief over maatregelen inzake de aanslag met gifgas in Salisbury waarin wordt medegedeeld dat in reactie op de aanslag twee Russische inlichtingenmedewerkers die in Nederland werkzaam zijn, worden uitgezet? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Waarom stelt u dat het zeer waarschijnlijk is dat Rusland verantwoordelijk is voor de aanslag in Salisbury?

Vraag 3

Waarom stelt u dat er geen geloofwaardige alternatieve verklaring is?

Vraag 4

Waarom wordt eveneens gesteld dat er geen helder bewijs is dat Rusland achter aanslag zit? 2)

Vraag 5

Heeft de regering bewijs gezien dat Rusland verantwoordelijk is voor de aanslag in Salisbury? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Welke informatie is er die in de richting van Rusland wijst?

Vraag 7

Is het uitgesloten dat het gebruikte gifgas uit een ander land dan Rusland afkomstig is? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 2 tot en met 7

Zoals gesteld in de Kamerbrief van 26 maart 2018 betreffende de Nederlandse tegenmaatregelen n.a.v. de aanslag in Salisbury, hebben de EU-lidstaten tijdens de Europese Raad van 22 maart j.l. geconcludeerd dat zij het eens zijn met de analyse van het Verenigd Koninkrijk dat het zeer waarschijnlijk is dat Rusland, bij gebrek aan een alternatieve verklaring, verantwoordelijk is. Dat leidt tot de conclusie van het kabinet dat het gebruikte chemische wapen zeer waarschijnlijk ook uit Rusland afkomstig is.

Vraag 8

Hebben Nederlandse inlichtingendiensten de Britse inlichtingen die Russische betrokkenheid zouden aantonen, gezien en gewogen? Zo ja, wat is het oordeel hierover? Zo nee, waarom niet?

Vraag 9

Is het oordeel van de Nederlandse inlichtingendiensten gelijk aan die van de Britse? Zo nee, waarom niet?

Vraag 10

Wat hebben de Nederlandse inlichtingendiensten gedaan om de Britse informatie te verifiëren?

Vraag 11

Is uw oordeel gelijk aan het oordeel van Nederlandse inlichtingendiensten die de Britse inlichtingen hebben gezien? Zo nee, op welke onderdelen wijkt uw oordeel af en waarom?

Antwoorden vragen 8 tot met 11

Het kabinet doet geen publieke uitspraken over inlichtingen die Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten van buitenlandse diensten ontvangen.

Vraag 12

Welke acties van Russische zijde maken het in uw woorden "onvermijdelijk dat wij van Nederlandse en van Europese kant moeten laten zien dat er grenzen zijn die niet overschreden kunnen worden"?

Antwoord

Dit betreft de aanslag in Salisbury op het leven van Sergei Skripal en zijn dochter, waarvan het kabinet tezamen met de andere lidstaten van de Europese Unie in de Europese raad heeft geconcludeerd dat zij het eens zijn met de analyse van het Verenigd Koninkrijk dat het zeer waarschijnlijk is dat Rusland hiervoor verantwoordelijk is. Deze aanslag raakt niet alleen het Verenigd Koninkrijk, maar ons allemaal. Daarom is het van belang om aan Rusland te laten zien dat er grenzen zijn die niet overschreden kunnen worden. Met het gebruik van een gifstof is bovendien een internationale norm overschreden.

Vraag 13

Hoe verhoudt het uitzetten van de twee Russische inlichtingenmedewerkers zich tot de lessen die geleerd zijn naar aanleiding van het onderzoek naar de Irak-oorlog van de Commissie-Davids? 3)

Antwoord

Het uitzetten van buitenlandse inlichtingenmedewerkers is gebaseerd op het internationaal recht, in het bijzonder artikel 9 van het Verdrag van Wenen inzake Diplomatiek Verkeer. De aanbevelingen van de Commissie-Davids zien op de besluitvorming die leidde tot de politieke steun voor het gebruik van geweld door bondgenoten in Irak, waarvoor een adequaat volkenrechtelijk mandaat destijds ontbrak. Er is derhalve geen direct verband tussen beide casus.


Vraag 14

Is er een relatie tussen het uitzetten van de inlichtingenmedewerkers en de Brexit?

Antwoord

Nee, deze zaken staan volledig los van elkaar.

Vraag 15

Welke EU- en NAVO-landen hebben geen maatregelen genomen tegen Rusland vanwege de aanslag in Salisbury?

Antwoord

Voor zover bekend hebben Bulgarije, Griekenland, Oostenrijk, Portugal en Slovenië vooralsnog niet besloten om Russische diplomaten uit te zetten.

Vraag 16

Welke argumenten hebben EU- en NAVO-landen gegeven om nu geen maatregelen te nemen?

Antwoord

Het kabinet verwijst hiervoor naar de verklaringen van deze landen.

Vraag 17

Kunt u toelichten hoe ver het onderzoek van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) naar de aanslag in Salisbury vordert? Wanneer wordt dit naar verwachting afgerond?

Antwoord

Het onderzoek door de OPCW naar de aanslag in Salisbury is inmiddels afgerond. Op 12 april jl. heeft de directeur-generaal van de OPCW het rapport aan het VK gezonden. In dat rapport bevestigt de OPCW de uitkomsten van het Britse onderzoek met betrekking tot de aard van de giftige chemische stof die is gebruikt in Salisbury.

Vraag 18

Werkt Rusland mee aan het onderzoek van de OPCW? Zo ja, in welke mate? Zo nee, waarom niet? Werkt Groot-Brittannië volledig mee met het onderzoek van de OPCW?

Vraag 19

Heeft de OPCW geconcludeerd dat Rusland niet of onvoldoende meewerkt aan het onderzoek naar de aanslag in Salisbury? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 18 en 19

Rusland heeft voor zover de regering bekend niet meegewerkt aan het onderzoek van de OPCW. De OPCW doet in zijn rapport geen mededelingen over de medewerking van Rusland. Overigens was de medewerking van Rusland niet nodig om het chemische wapen te identificeren.

De samenwerking tussen het OPCW-team en de Britse autoriteiten is volgens zowel de OPCW als het VK uitstekend geweest. De onderzoekers van de OPCW hebben hun onderzoek in Salisbury zonder enige beperking van de zijde van het VK kunnen uitvoeren.

Vraag 20

Hoe beoordeelt u, in het licht van de aanslag in Salisbury, de constatering van de OPCW vorig jaar dat Rusland de chemische wapenvoorraad zou hebben vernietigd? 4)

Vraag 21

Op welke onderdelen laat Rusland naar uw oordeel na openheid te geven over chemische wapens?

Antwoord vraag 20 en 21

De OPCW heeft vorig jaar meegedeeld dat de vernietiging van de door Rusland bij de toetreding tot de Chemische Wapenconventie opgegeven (‘declared’) voorraad chemische wapens en productiefaciliteiten was voltooid. Dit blijft een voldongen feit, ondanks de ernstige twijfel die is ontstaan over de volledigheid van de Russische opgave naar aanleiding van de recente gebeurtenissen in Salisbury.

Rusland is naar aanleiding van het Salisbury-incident al diverse malen, ook door Nederland, aangespoord om volledige openheid van zaken te geven. Het land blijft echter ten stelligste ontkennen ooit te hebben beschikt over het in Salisbury gebruikte chemische wapen of over productiefaciliteiten om het te maken.

1) Kamerbrief over Nederlandse maatregelen inzake de aanslag in Salisbury, https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2018/03/26/kamerbrief-over-nederlandse-maatregelen-inzake-de-aanslag-in-salisbury, 26 maart 2018.

2) Blok: signaal aan Rusland nodig om waarheid boven tafel te krijgen, https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2224478-blok-signaal-aan-rusland-nodig-om-waarheid-boven-tafel-te-krijgen.html, 26 maart 2018.

3) Rutte: Britse verklaring zenuwgasaanval Rusland zeer geloofwaardig, https://nos.nl/artikel/2222746-rutte-britse-verklaring-zenuwgasaanval-rusland-zeer-geloofwaardig.html, 16 maart 2018.

4) OPCW Marks Completion of Destruction of Russian Chemical Weapons Stockpile, https://www.opcw.org/news/article/opcw-marks-completion-of-destruction-of-russian-chemical-weapons-stockpile/, 11 oktober 2017.

Indiener(s)

Stef  Blok