1909
Vragen van de leden Geluk en Peters (beiden CDA) aan Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Hulp nieuwe stijl: sámen
tegen muren oplopen» (ingezonden 5 april 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
(ontvangen 24 april 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht «Hulp nieuwe stijl: sámen tegen muren oplopen»?1
Ja.
Vraag 2
Vindt u het een goede ontwikkeling dat inmiddels ruim acht van de tien
gemeenten een wijkteam hebben? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Ja. Gemeenten hebben op basis van de Wmo 2015 en de Jeugdwet de
vrijheid om de toegang tot jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning op
eigen manier vorm te geven. De meeste gemeenten kiezen voor een
multi-disciplinair wijkteam of voor de inzet van generalistische professionals
in sociale wijkteams voor kwetsbare burgers of huishoudens met meervoudige
problematiek. Op deze manier is het beter mogelijk integrale ondersteuning
en maatwerk te bieden. Ik vind dat een goede ontwikkeling. Belangrijk is
wel dat het wijkteam ook over de juiste expertise en competenties beschikt
om deze burgers/huishoudens goed te kunnen ondersteunen en zo nodig
door te verwijzen.
Vraag 3
Denkt u dat wijkteams binnen de gemeenten voldoende bekendheid
genieten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?
Ja. Het oprichten van wijkteams is meestal door de gemeente zelf geïnitieerd.
Dat betekent overigens niet dat alle medewerkers van de gemeente altijd
goed op de hoogte zijn van de wijkteams of de individuele casuïstiek die de
wijkteams behandelen. De samenstelling van de wijkteams kan per gemeente
verschillen. In sommige gemeenten zijn bijvoorbeeld ook medewerkers van
een dienst Werk en Inkomen betrokken bij de wijkteams of medewerkers van
de wijkverpleging. In die gemeenten waar dit niet het geval is, kan het
voorkomen dat een medewerker van een dienst niet goed op de hoogte is
van de (individuele casuïsitiek in) de wijkteams.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat wijkteams zeer verschillend zijn van samenstelling en
dus ook wat betreft de bevoegdheden?
Aangezien er verschillen zijn tussen gemeenten qua omvang en problematiek
vind ik het begrijpelijk dat wijkteams verschillend kunnen zijn in samenstelling
en bevoegdheden. Grote gemeenten kennen veelal specifieke jeugdteams
of aparte teams voor multiprobleem-gezinnen. Kleinere gemeenten hebben
vaker bredere
wijkteams die op een groot aantal leefgebieden ondersteuning bieden.
Belangrijk is dat de wijkteams voor het doel waarvoor zij zijn ingesteld over
de juiste disciplines en bevoegdheden beschikken.
De tussenevaluatie van de Jeugdwet die begin dit jaar uitkwam, leert ons dat
lokale teams in vrijwel alle gemeenten een cruciale rol hebben gekregen bij
het realiseren van de doelen van de Jeugdwet. Ook blijkt dat de diversiteit
van deze teams heel groot is. Dat is lastig voor partijen buiten het lokale
team, zoals de specialistische jeugdhulp, huisartsen en jeugdbescherming. Zij
weten dan moeilijk wat wel en niet van de teams mag worden verwacht. De
evaluatie leert ook dat kwetsbare kinderen en gezinnen grote moeite hebben
de weg naar de juiste hulp te vinden. Ook bestaan zorgen over de expertise
van professionals in de lokale teams, met name bij complexe problemen. Ik
ga met de gemeenten en andere relevante partijen in gesprek over de wijze
waarop de toegang tot de jeugdhulp voor kinderen en gezinnen beter kan.
Zodat binnen elke regio helderheid is of komt over wat je van een lokaal
(jeugd) team kan verwachten. Daarbij gaan we ook zorgen voor voldoende
specifiek en adequaat (bij- en nascholings) aanbod voor de professionals
werkzaam binnen een lokaal team.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat het belang van het wijkteam en van een gemeentelijke
dienst vervolgens kunnen botsen?
Wijkteams zijn veelal door gemeenten ingesteld om ondersteuning te bieden
aan kwetsbare burgers en inzicht te krijgen in de brede ondersteuningsvraag
van deze groep. In die zin is de werkwijze van wijkteams anders dan de wijze
waarop een gemeentelijke dienst kan zijn ingericht. Elke gemeente kent zijn
eigen organisatievorm. Indien sprake is van een aparte gemeentelijke dienst
Werk en Inkomen dan kan het zijn dat alleen naar dat onderdeel van de
ondersteuningsvraag wordt gekeken in plaats van de samenhang in de
behoefte aan ondersteuning. Een en ander kan tot spanningen leiden tussen
het wijkteam en een gemeentelijke dienst, waardoor soms problemen
onvoldoende effectief kunnen worden opgelost. Het zijn juist dit type
belemmeringen die de gemeenten die betrokken zijn bij de Citydeal inclusieve
stad (nu Citydeal eenvoudig maatwerk) willen oplossen. De praktijk wijst uit
dat gemeenten meestal passende oplossingen weten te vinden voor ontstane
situaties. Soms is bestuurlijke instemming nodig om te kunnen afwijken van
bestaande werkwijzen.
Vraag 6
Wat vindt u van de conclusie van dit bericht, namelijk dat veel wijkteams
dichter bij de burger zijn komen te staan (zoals beoogd werd), maar dat zij
met de burger samen tegen dezelfde bureaucratische muren aanlopen?
Ik deel de opvatting dat wijkteams, door het outreachend werken en het
multidisciplinaire karakter dichter bij kwetsbare burgers staan. Wijkteams zijn
vooral bedoeld voor kwetsbare burgers waar sprake is van meervoudige
problematiek. De gemeenten die in het artikel worden genoemd en betrokken
zijn bij de Citydeal inclusieve stad herkennen de bureaucratische muren en
willen de ondersteuning flexibeler en meer op maat maken, zodat het beter
aansluit op de leefwereld van betrokken mensen. Dat betekent echter niet
altijd dat de gehele gemeentelijke organisatie op deze wijze moet gaan
werken of dat de organisatie moet worden aangepast. Ik ben van mening dat
burgers met een enkelvoudige ondersteuningsvraag ook goed op een andere
wijze kunnen worden geholpen dan via een wijkteam, bijvoorbeeld via een
goed toegankelijk gemeentelijk loket.
Vraag 7
Denkt u dat wijkteams die een integraal budget tot hun beschikking hebben
effectiever kunnen werken, zowel voor de burgers als voor de gemeenten?
In diverse gemeenten, waaronder de gemeenten die betrokken zijn bij de
Citydeal inclusieve stad, wordt geëxperimenteerd met wijkgebonden of
flexibele budgetten. Hierdoor krijgen de professionals meer mogelijkheden
zelf maatwerk te bieden bij ondersteuning. Dit kan het beroep op zwaardere
vormen van zorg voorkomen. Belangrijk is dat professionals binnen de
gemeente de ruimte krijgen maatwerk te bieden, maar ook meer bewust
worden van de kosten indien zij doorverwijzen naar specialistische zorg.
Belangrijk blijft dat professionals tijdig en goed inschatten of de vraagstukken
zelf op gelost kunnen worden of dat doorverwijzing noodzakelijk is. Wijkteams
kunnen dankzij de inzet van flexibele middelen op korte termijn
effectiever zijn voor de burger. Op langere termijn is het nodig dat bij de
aanpak van huishoudens met complexe problemen, waarbij veelal sprake is
van schulden, gemeenten samen met andere partners effectief gaan
samenwerken om maatwerk te bieden. De gemeenten die betrokken zijn bij
de Citydeal inclusieve stad hebben de ambitie landelijke uitvoeringsorganisaties
als het CJIB, het CAK en de Belastingdienst daarbij te betrekken.
Vraag 8
Vindt u dat wijkteams een ruim mandaat moeten hebben zodat zij regeloverstijgend
kunnen werken?
Het is aan gemeenten om daar eigen keuzes in te maken. De budgetten die
gemeenten ontvangen voor het sociaal domein zijn breed inzetbaar en het is
aan gemeenten op welke wijze zij deze budgetten intern verdelen. Ik ben wel
van opvatting dat meer ruimte moet komen maatwerk te bieden ook in
situaties waarbij er regeloverstijgend gewerkt moet worden. Uitgangspunt in
de dienstverlening moet de vraag zijn op welke wijze de burgers het best
kunnen worden ondersteund gegeven de eigen persoonlijke en financiële
omstandigheden.