1911
Vragen van het lid Van Helvert (CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken
over het massaproces en de doodstraf voor een persfotograaf in Egypte
(ingezonden 27 maart 2018).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 25 april 2018).
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de berichtgeving1 dat Egypte de doodstraf eist – dood door
ophanging – tegen een persfotograaf?
Ik heb kennis genomen van de berichtgeving en maak mij onverminderd
zorgen over de toepassing van de doodstraf in Egypte. De openbaar
aanklager heeft de doodstraf geëist tegen alle verdachten in de zaak die
bekendstaat als de «Raba’a sit-in dispersal case», maar er is nog geen
uitspraak gedaan door de rechter.
Vraag 2
Klopt het de betreffende fotograaf, Mohammed Abu Zaid, alias Shawkan,
sinds augustus 2013 vastzit omdat hij tijdens antiregeringsdemonstraties,
waarbij honderden burgerslachtoffers vielen, zijn werk deed en zaken
documenteerde die niet gezien mochten worden2
?
Fotojournalist Mahmoud Abu Zeid, bekend als Shawkan, is in augustus 2013
gearresteerd tijdens de ontruiming van een demonstratie op het Raba’a
al-Adawiyya plein in Caïro. Hij was daar om foto’s te nemen van de demonstratie
voor persbureau Demotix.
Vraag 3
Deelt u de opvatting van Reporters Without Borders dat de doodstraf tegen
een verslaggever als Shawkan volstrekt disproportioneel is, politiek gemotiveerd
is en geen rechtspraak?3 Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik deel de opvatting dat de doodstraf tegen fotojournalist Shawkan
disproportioneel is. Één van de Nederlandse mensenrechtenprioriteiten
wereldwijd is vrijheid van meningsuiting, een belangrijke voorwaarde voor
een goed functionerende democratie. Dit geldt ook voor het belang van vrije
nieuwsgaring, vrije pers en de veiligheid van journalisten. Bovendien
beschouwt Nederland de doodstraf als een wrede en inhumane wijze van
bestraffing. De straf is onomkeerbaar. Daarnaast is nimmer bewezen dat de
doodstraf afschrikwekkend werkt. Dit draagt Nederland ook uit in de dialoog
met Egypte. Meest recent door de mensenrechtenambassadeur in zijn
gesprek met de Egyptische onderminister voor mensenrechten in februari jl.
Vraag 4
Is het waar dat deze vervolging plaatsvindt in een massaproces waarin zeker
500 verdachten terechtstaan? Hoe beoordeelt u de verklaring van Amnesty
International, dat van de 330 reeds veroordeelde verdachten, er maar tegen
twee van hen echt bewijs was?4
Mahmoud Abu Zeid is één van de 739 verdachten in de «Raba’a sit-in
dispersal case». De verdachten staan terecht voor het behoren tot een
verboden organisatie, verzet bieden tegen arrestatie, moord met voorbedachten
rade, het vandaliseren van publiek bezit, het blokkeren van wegen, een
poging om de regering met geweld omver te werpen, het verstoren van de
publieke orde, bezit van vuurwapens en munitie zonder vergunning en
actieve betrokkenheid bij agressie tegen burgers.
Betrokken advocaten betogen dat er schendingen van een eerlijke procesgang
zijn geconstateerd. De bewijsstukken voor deze omvangrijke zaak beslaan
meer dan 10.000 pagina’s, maar de rechter gaf de verdediging slechts twee
weken om het pleidooi voor te bereiden. Ook weigerde de rechter om
filmmateriaal af te spelen, dat door de verdediging als bewijs werd aangevoerd.
Bovendien zijn getuigen achter gesloten deuren in afwezigheid van de
verdachten gehoord, is het advocaten geweigerd om bepaalde vragen aan
getuigen te stellen en waren getuigen in staat om elkaars getuigenissen bij te
wonen, iets dat niet is toegestaan volgens de Egyptische wet. Dit zijn
zorgelijke berichten.
Vraag 5
Bent u het met uw ambtsvoorganger eens dat Egypte «mensenrechtentechnisch
echt niet oké bezig is op dit moment en dat daarin stappen gezet
moeten worden»?5
Ja, ik deel de zorgen van mijn ambtsvoorganger met betrekking tot de
mensenrechtensituatie in Egypte. Er is sprake van een aantal zorgelijke
ontwikkelingen in Egypte.
Nederland maakt zich in toenemende mate zorgen over de vrijheid van
meningsuiting, waaronder vrije nieuwsgaring, vrije pers en de veiligheid van
journalisten en over de vrijheid van vereniging en vergadering in Egypte. Ook
zijn er zorgen ten aanzien van gedwongen verdwijningen, martelingen en het
toegenomen aantal uitgevoerde doodstraffen. Nederland kaart deze zorgen in
contact met de Egyptische autoriteiten aan en onderstreept de noodzaak van
verbeteringen op dit gebied.
Vraag 6
Bent u het ook eens met de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van
de Verenigde Naties (VN), Zeid Ra’ad Al Hussein, dat NGO’s een zeer
belangrijke rol spelen in het ter verantwoording roepen van de Egyptische
Staat ten aanzien van het nakomen van verplichtingen op het gebied van
mensenrechten6
?
Ja, die mening deel ik. Het maatschappelijk middenveld speelt een essentiële
rol in het versterken van democratische processen en draagt bij aan de
ontwikkeling en duurzame stabiliteit van Egypte.
Vraag 7
Deelt u de kritiek van de Hoge Commissaris op de nieuwe wetgeving in
Egypte, de zogenoemde «Law 70», die de civil society nog verder aan banden
legt en mensenrechtenverdedigers nog kwetsbaarder maakt voor repressie en
sancties dan ze nu al zijn?
Ja, ik deel de kritiek van de Hoge Commissaris ten aanzien van «Law 70»,
ofwel «de NGO-wet». Mensenrechtenorganisaties en -verdedigers staan
onder druk in Egypte. Op basis van de NGO-wet, is het verrichten van
politieke activiteiten en het schaden van de «nationale veiligheid, openbare
orde, publieke moraal of publieke gezondheid» verboden voor NGO’s. Een
speciaal in het leven geroepen autoriteit ziet hierop toe. De NGO-wet maakt
het werk van civil society organisaties, waaronder ook mensenrechtenverdedigers,
moeilijk.
Vraag 8
Bent u het met de Hoge Commissaris eens dat deze wet in strijd is met de
mensenrechten en deelt u diens oproep om de «Law 70» in te trekken? Zo ja,
waarom? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet is ervan overtuigd dat een gezonde civil society een essentiële rol
speelt bij de ontwikkeling van Egypte. Een NGO-wet zou daarom het werk
van civil society organisaties moeten faciliteren in plaats van bemoeilijken.
Op dit moment zijn de implementatieregels van de NGO-wet nog niet
gepubliceerd, waardoor het nog niet mogelijk is om de precieze implicaties
van de wet te beoordelen. Nederland draagt zorgen hierover uit in de dialoog
met Egypte. Meest recent door de mensenrechtenambassadeur in zijn
gesprek met de Egyptische onderminister voor mensenrechten in februari jl.
Ook heeft de Nederlandse ambassadeur in Caïro namens het kabinet
meermaals zorgen uitgesproken over deze wetgeving.
Vraag 9
In hoeverre is er nog «civil society» over in Egypte, die niet onder controle
van de overheid staat? Welke gevolgen heeft de vergaande repressie voor de
mogelijkheden van Nederland en de Europese Unie (EU) om van de overheid
onafhankelijke «civil society» te steunen, zoals vrije pers en mensenrechtenverdedigers?
Egypte kent civil society organisaties en mensenrechtenverdedigers die zich
ondanks het moeilijke klimaat blijven inspannen voor verbetering van de
situatie in Egypte. NGO’s die sociaaleconomische doelen nastreven lijken
vooralsnog hun werkzaamheden te kunnen voortzetten.
Via het Mensenrechtenfonds steunt Nederland een aantal van deze organisaties.
Ook de EU steunt via het European Instrument for Democracy and
Human Rights de civil society in Egypte. Daarnaast steunt de EU ook via
European Endowment for Democracy mensenrechtenorganisaties in Egypte.
Het huidige klimaat maakt het in toenemende mate moeilijk om deze
organisaties te blijven steunen. Het kabinet is vastbesloten om deze steun te
blijven voortzetten.
Vraag 10
Bent u bereid om Egypte bilateraal en in EU- en VN-verband aan te spreken
op zijn verantwoordelijkheden om de mensenrechten te respecteren?
Ja, zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 11
Welke mogelijkheden ziet u daartoe binnen het EU-Associatieakkoord met
Egypte en de nabuurschapsgelden? Klopt het dat nog maar een klein deel
van deze nabuurschapsgelden bestemd zijn voor de «civil society»?
De Europese Unie ondersteunt Egypte financieel, met als doel democratisering
en sociaaleconomische ontwikkeling in Egypte te ondersteunen, zoals
ook vastgesteld in het EU-Associatieverdrag en de in 2017 vastgestelde
EU-Egypte Partnerschapsprioriteiten. Daar zijn specifieke overlegstructuren
aan gekoppeld, waarin belangrijke zorgpunten direct met Egypte kunnen
worden besproken. Dit gebeurt onder andere op het gebied van democratie
en mensenrechten.
Een significant deel van de nabuurschapsgelden is bestemd voor projecten
op het gebied van mensenrechten. De projecten die worden ondersteund
dragen bij aan het promoten en beschermen van civiele, politieke, sociale,
economische en culturele rechten. Nederland heeft zich tijdens de onderhandelingen
over de EU-Egypte Partnerschapsprioriteiten, samen met gelijkgestemde
landen, in EU-kader sterk gemaakt voor het belang van het maatschappelijk
middenveld in de duurzame ontwikkeling van Egypte. In de
Partnerschapsprioriteiten is dan ook vastgesteld dat de EU en Egypte het
maatschappelijk middenveld betrekken bij de implementatie van deze
prioriteiten.
Vraag 12
Bent u daarnaast van plan Egypte aan te spreken op de zorgwekkende positie
van de Kopten, de christelijke minderheid die op grote schaal gediscrimineerd
wordt en geconfronteerd met onder meer aanslagen en vernieling van
Koptische gebouwen en eigendommen en gijzelingen van vrouwen7
?
De situatie van de Kopten in Egypte heeft de aandacht van het Nederlandse
kabinet. Nederland onderneemt concrete actie om de positie van religieuze
minderheden in Egypte te verbeteren. Zo steunt Nederland de interreligieuze
dialoog met projecten over godsdienstvrijheid en uitwisselingen tussen
imams en priesters die zijn gericht op het kweken van tolerantie en begrip.
Bronnenlijst
1 https://www.villamedia.nl/artikel/egypte-eist-doodstraf-tegen-fotojournalistshawkan?utm_source=dlvr.it
2 «Waarom zit u eigenlijk nog vast?», Parool, 21 augustus 2015
3 https://www.villamedia.nl/artikel/egypte-eist-doodstraf-tegen-fotojournalistshawkan?utm_source=dlvr.it
4 https://www.amnesty.org/en/latest/news/2017/09/egypt-irish-national-acquitted-hundredssentenced-following-grossly-unfair-mass-trial/
5 Plenair debat Begroting Buitenlandse Zaken 2018, 15 november 2017 (2018D16574)
6 http://www.ohchr.org/en/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=21678&LangID=E
7 http://uhri.ohchr.org/en/search/results