Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht ‘Politiechef wil meer agenten in buitenland’

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Helder (PVV) over het bericht ‘Politiechef wil meer agenten in buitenland’(ingezonden 23 maart 2018, nr. 2018Z05265)



Vraag 1 Bent u bekend met het bericht ‘Politiechef wil meer agenten in buitenland’?1
Ja.

Vraag 2 Klopt het dat in het regeerakkoord additioneel geld is vrijgemaakt voor de inzet van extra agenten in het buitenland? Zo ja, om hoeveel geld gaat dit exact?

Vraag 3 Deelt u de mening dat het inzetten van extra agenten in het buitenland niet ten koste zou mogen gaan van het budget dat volgens het regeerakkoord aan de nationale politie is toegekend?

Antwoord vragen 2 & 3
Ja. Het regeerakkoord investeert structureel 267 miljoen extra voor onder andere meer agenten in de wijk en versterking van de opsporing. Hieronder valt ook investeren in internationaal opsporingsonderzoek. Het regeerakkoord benoemt onder andere de plaatsing van een vaste politieliaison in bronlanden van mensenhandel.
Criminaliteit houdt zich steeds minder aan landsgrenzen. Het aanpakken van criminaliteit bij de bron is noodzakelijk gezien de huidige mondiale ontwikkelingen en de groei van de georganiseerde criminaliteit, terrorisme, cybercrime en migratie gerelateerde criminaliteit. Door te investeren in de bronlanden - de landen waar grote drugsnetwerken of wapenhandelaren hun wortels hebben - kan effectiever en slimmer worden ingegrepen. Internationale samenwerking en informatie-uitwisseling met buitenlandse politie-en justitiediensten wordt daarbij alleen maar belangrijker. Dit heb ik onlangs ook bij mijn Duitse en Belgische collega’s benadrukt. Het inzetten van politiemedewerkers in het buitenland is daarmee van cruciaal belang om de veiligheid in de Nederland te vergroten. De investering in internationaal opsporingsonderzoek behoeft naast meer inzet van medewerkers in het buitenland en internationale organisaties, nadrukkelijk ook een investering binnen de eigen organisatie in de operationele opvolging en ondersteuning van de internationale inzet.
De uitwerking van de verschillende aspecten uit het regeerakkoord zal de komende periode nader vorm krijgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de verdeling van de extra sterkte over de eenheden, de bestedingsplannen 2019 e.v. en de eventuele actualisatie van de sterkte verdeling. In mijn brief van 20 december 2017 Kamerstukken II, 29628, nr 754 heb ik reeds toegezegd uw Kamer rond juni 2018 nader over deze aspecten informeren. Hierbij zal ik ook aandacht besteden aan de investeringen in de internationale inzet van de politie.

Vraag 4 Klopt het dat het eveneens de bedoeling zal zijn dat uitgezonden agenten met de lokale politie onderzoeken uitvoeren die verband houden met Nederland? Deelt u de mening dat deze activiteiten een extra belasting zullen inhouden voor de lokale politie en dat deze ontwikkeling – zeker onder de huidige omstandigheden waarin de werkdruk reeds extreem hoog is – niet wenselijk is? Zo ja, wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de activiteiten in het buitenland geen extra belasting zullen inhouden voor de toch al overbelaste lokale agenten?
Het inzetten van Nederlandse politiecapaciteit in bron– en transitlanden van georganiseerde criminaliteit is onderdeel van de totale verstorings– en opsporingsstrategie om de gevolgen van georganiseerde criminaliteit in Nederland te reduceren. Door effectief en slim in te grijpen in het begin van de keten vermindert de toestroom van criminaliteit naar Nederland. De veiligheid in Nederland- ook lokaal- heeft derhalve baat bij inzet van Nederlandse politiefunctionarissen in het buitenland. Daarnaast wordt er ook geïnvesteerd in de operationele opvolging van de internationale inzet om de belasting bij andere politiemedewerkers niet te vergroten.

Indiener(s)