1860
Vragen van de leden Groothuizen en Paternotte (beiden D66) aan de
Ministers van Justitie en Veiligheid en van Financiën over incassofraude bij
banken (ingezonden 7 maart 2018).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van
Justitie en Veiligheid (ontvangen 20 april 2018). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1751.
Vraag 1
Kent u het artikel «Fraude met incasso’s eenvoudig door gat in systeem
banken»?1
Ja.
Vraag 2, 3 en 4
Klopt het dat ING en Rabobank voor een overboeking slechts controleren of
een IBAN-rekeningnummer bestaat uit een in theorie geldige combinatie,
maar niet of dat rekeningnummer daadwerkelijk bestaat? Zo ja, waarom
hanteren banken dat systeem?
Zijn er nog andere Nederlandse banken die zo werken? Zo ja, welke?
Klopt het dat bij een dergelijke overboeking het over te schrijven geldbedrag
wordt voorgeschoten vanaf een tussenrekening? Zo ja, waarom hanteren
banken dat systeem?
Antwoord 2, 3 en 4
Sinds de invoering van de Single Euro Payments Area (hierna: SEPA) in
augustus 2014 zijn alle banken binnen SEPA, waaronder Rabobank, ING en
alle andere Nederlandse banken, verplicht om het International Bank Account
Number (hierna: IBAN) te gebruiken als standaard voor bankrekeningnummers.
Banken en betaalinstellingen geven zelf IBAN’s uit, maar hebben over
en weer geen inzage in elkaars individuele IBAN-administraties. Dat heeft tot
gevolg dat zij alleen een zogeheten syntaxcontrole op de validiteit van het
IBAN kunnen uitvoeren, ofwel een controle of het IBAN voldoet aan de «in
theorie geldige combinatie».
Incassanten (bijvoorbeeld energieleveranciers) die rekeningen sturen naar
klanten maken doorgaans gebruik van de Europese incasso, de betaalwijze
die in het artikel wordt bedoeld. Hiermee krijgt een incassant de mogelijkheid
om automatisch eenmalig of periodiek een bedrag af te laten schrijven van
rekeningen van zijn debiteuren (consumenten of zakelijke partijen) ten gunste
van zijn eigen rekening. Een incassant sluit daarvoor met zijn bank een
incassocontract af en vraagt zijn debiteuren via een machtiging om toestemming
voor de afschrijving. De Europese incasso werkt in de praktijk als volgt:
voor de uitvoering van een dergelijke opdracht wordt de betaalrekening van
een incassant met het bedrag van de opdracht gecrediteerd (bijgeschreven),
en de betaalrekening van de debiteur met hetzelfde bedrag gedebiteerd
(afgeschreven). Dit is de interbancaire verwerking. Wanneer de bank van de
debiteur de incasso-opdracht van de bank van de incassant ontvangt,
controleert eerstgenoemde bank of het te incasseren IBAN daadwerkelijk
bestaat. Als dat niet het geval is, wordt de incassotransactie afgekeurd en
ontvangt de bank van de incassant daarover bericht. Daarnaast wordt
gecontroleerd of er voldoende saldo is voor de incasso.
De bank van de incassant heeft in bepaalde gevallen het recht om tot
terugboeking van de Europese incasso over te gaan. Dit mag als de debiteur
geen gerechtvaardigde verplichting tot betalen heeft en daarom diens bank
om terugboeking heeft verzocht. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als de
debiteur geen machtiging heeft afgegeven voor de incasso of de machtiging
heeft ingetrokken, als het bedrag afwijkt van de verplichting of het bedrag
dubbel is afgeschreven, of als sprake is van saldotekort op de betaalrekening
van de debiteur. Deze voorwaarden, rechten en plichten vloeien voort uit de
SEPA-verordening en zijn te vinden in de incassocontracten die zijn afgesloten
tussen bank en incassant.
In het systeem van de automatische incasso kan het zijn dat betalingen eerst
interbancair worden verwerkt, waarbij door sommige banken mogelijk van
een tussenrekening gebruik wordt gemaakt, en dat de controle later
plaatsvindt. Terugboekingen, vanwege fraude met incasso’s, saldotekort of
om een andere reden, komen relatief weinig voor. Daarom is het hanteren
van een dergelijk systeem voor banken, incassanten en consumenten over
het algemeen doelmatig, omdat de transactieverwerking op deze manier
relatief makkelijk en snel kan gaan. Hoe en wanneer wordt verwerkt en
gecontroleerd, kan per klant en per bank verschillen. In het incassocontract
worden hier door banken en incassanten maatwerk-afspraken over gemaakt.
Vraag 5 en 7
Wat is het geschatte schadebedrag van de in het artikel beschreven vorm van
(incasso-)fraude over de jaren 2014–2017?
Hoe beoordeelt u het in het artikel genoemde schadebedrag van 32.000 euro
dat in 2016 is gemeld door Nederlandse banken bij de Nederlandse Vereniging
van Banken? Klopt het dat deze gegevens niet worden gecontroleerd?
Zo ja, waarom worden die gegevens niet gecontroleerd?
Antwoord 5 en 7
De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) en de Betaalvereniging
Nederland rapporteren sinds 2009 halfjaarlijks over de geaggregeerde
fraudecijfers in het betalingsverkeer om inzicht te geven in de aard en
omvang daarvan._ De totale jaarlijkse incassofraude bedroeg gemiddeld circa
285 duizend euro per jaar over de jaren 2014–2017. In diezelfde periode zijn in
Nederland gemiddeld jaarlijks circa 1,37 miljard incassotransacties voldaan,
met een gemiddelde jaarlijkse totale waarde van 247 miljard euro. Op de
gemiddelde jaarlijkse totale waarde van alle incassotransacties gaat het in de
genoemde periode om circa 0,000115 procent aan frauduleuze incassotransacties.
Voor een beoordeling van het in het artikel_ genoemde schadebedrag
van 32.000 euro als gevolg van fraude met automatische incasso’s in 2016
acht ik het van belang dit bedrag af te zetten tegen het totaal-bedrag dat er in
dat jaar in automatische incasso’s om ging. Dat is voor 2016 in totaal 250
miljard euro. Dat betekent dat het in 2016 ging om 0,0000128% aan schade
als gevolg van frauduleuze incassotransacties.
De beperkte omvang laat onverlet dat rapportage over incassofraude en
schade daardoor belangrijk is en blijft: zicht op de aard en omvang is
essentieel voor de bestrijding. De Europese herziene richtlijn betaaldiensten
(PSD II) schrijft voor dat betaaldienstverleners hun bevoegde autoriteiten (in
Nederland is dat De Nederlandsche Bank, DNB) ten minste jaarlijks statistische
gegevens over fraude met betrekking tot verschillende betaalmiddelen
verstrekken. Dat betekent dat de in Nederland al bestaande frauderapportages,
die tot op heden op vrijwillige basis worden verstrekt, worden geformaliseerd
en geharmoniseerd op Europees niveau. Ook worden de rapportages
verankerd in het nationaal toezicht.
Vraag 6 en 8
Hoe vaak is over de bovengenoemde jaren aangifte gedaan van deze vorm
van incassofraude?
Wie draait in de regel op voor de geleden schade?
Antwoord 6 en 8
Het is niet bekend hoe vaak over de bovengenoemde jaren aangifte is gedaan
van deze vorm van incassofraude. Incassofraude bij banken wordt door de
politie niet als zodanig geregistreerd. Afhankelijk van de wijze waarop het
delict gepleegd of gemeld is, wordt het geregistreerd onder fraude met
betaalmiddelen of overige horizontale fraude. Beide delicten vallen onder
meerdere vormen van fraude, om die reden kan niet worden geconstateerd in
hoeveel gevallen het incassofraude bij banken betreft. In geval van fraude zal
de bank van de incassant de schade proberen te verhalen op de vermeende
fraudeur, al dan niet in het kader van het strafproces.
Vraag 9, 10, 11, 12 en 13
Is de werkwijze, ervan uitgaande dat Rabobank en ING inderdaad het geld
overmaken vanaf een tussenrekening en niet controleren of een IBANrekeningnummer
daadwerkelijk bestaat, in strijd met Nederlandse of
internationale regels?
Hoe verhoudt zich het feit, ervan uitgaande dat Rabobank en ING inderdaad
het geld overmaken vanaf een tussenrekening en niet controleren of een
IBAN-rekeningnummer daadwerkelijk bestaat, tot de voorschriften, normen en
aanbevelingen die gelden binnen de Single European Payments Area?
Hoe beoordeelt u de werkwijze, ervan uitgaande dat Rabobank en ING
inderdaad het geld overmaken vanaf een tussenrekening en niet controleren
of een IBAN-rekeningnummer daadwerkelijk bestaat?
Bent u bereid met de betrokken banken in gesprek te treden over hun
werkwijze? Zo nee, waarom niet?
Bent u het eens met de stelling dat banken ten minste de incassant zouden
moeten waarschuwen dat het overgemaakte geld een voorschot is en dat het
mogelijk is dat de betaling kan worden teruggedraaid? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9, 10, 11, 12 en 13
De werkwijze, zoals toegelicht in mijn antwoord op vragen 2, 3 en 4, is in lijn
met de geldende (Europese) regelgeving, waaronder de Europese richtlijn
betaaldiensten (PSD I), PSD II en de SEPA-verordening. De transactieverwerking
in geval van de Europese incasso is over het algemeen doelmatig: het
systeem kent de voordelen van gemak, snelle verwerking en lage kosten voor
banken, incassanten en consumenten. Banken dienen evenwel oog te hebben
voor risico’s. Bij het afsluiten van een incassocontract met een incassant
maken zij de afweging tussen risico en efficiëntie. Daarnaast monitoren
banken het incassogedrag van incassanten, mede om mogelijke fouten en
fraude te voorkomen. Tot slot kent Europese wetgeving verschillende
consumentenbeschermende maatregelen, zoals het terugboekrecht in de
SEPA-verordening. Deze wettelijke waarborgen, in combinatie met de
inspanningen van banken en de beperkte omvang van incasso-fraude, geven
mij het vertrouwen dat het systeem op dit moment voldoende op orde is.
Het is belangrijk dat alle betrokken partijen, waaronder incassanten, op de
hoogte zijn van de rechten, plichten en gevolgen van niet-naleving zoals
vastgelegd in regelgeving en in de tussen incassant en bank afgesloten
incassocontracten. Daarin staat onder andere dat incasso-opdrachten voor
wat betreft de standaard Europese incasso gedurende een bepaald aantal
werkdagen na verwerking door de debetbank kunnen worden teruggedraaid
en dat de creditbank niet aansprakelijk is voor schade als gevolg van de
terugboeking. Het is de verantwoordelijkheid van de incassant om deze regels
te kennen en er naar te handelen, en van de bank om deze regels onder de
aandacht te brengen in accurate productinformatie over de Europese incasso.
Via het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB) zal ik de banken
verzoeken hier de komende tijd hernieuwde aandacht aan te geven.