2018Z05757
Vragen van de leden Kwint (SP), Van Meenen (D66) en Westerveld (GroenLinks)
aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de begeleiding
van leerlingen in en de kwaliteit van het particulier onderwijs (ingezonden 29
maart 2018)
1.
Wat vindt u ervan dat er mogelijk verspreiding van het Avatar-gedachtegoed
plaatsvindt op democratische scholen?
De signalen in en naar aanleiding van de berichtgeving van De Monitor geven
inderdaad reden tot zorg, maar het is niet aan mij om een uitspraak te doen over
de inhoud van een bepaald gedachtegoed. De signalen zullen door de inspectie
worden betrokken in haar toezicht. In het toezicht van de inspectie op particuliere
scholen wordt gekeken naar de kwaliteit van onderwijs, goed burgerschap en
veiligheid.
2.
Vindt u - gelet op uw beantwoording op eerdere Kamervragen dat reclame maken
op scholen voor aanvullende diensten is toegestaan - dat ook voor cursussen van
Avatar reclame gemaakt mag worden op scholen, ondanks dat deskundigen
aangeven dat er sprake is van hersenspoeltechnieken bij Avatar, de organisatie
potentieel ‘destructief’ is voor familierelaties en potentieel onveilig is? Kunt u uw
antwoord toelichten? Bent u gezien de uitlatingen over het verdienmodel van
Avatar bereid uw aanvankelijke afhoudende houding ten opzichte van een
onderzoek naar de school als acquisitieplein te heroverwegen? Zo nee, wanneer
komt dan wel het punt dat u bereid bent dit te doen?
Het aanbieden van betaalde diensten op scholen is, zoals ik in antwoord op
eerdere Kamervragen heb aangegeven, toegestaan.1
Het is niet aan mij, noch aan
de inspectie, om te oordelen over de overtuigingen van het personeel of ouders
van leerlingen op een school, tenzij deze overtuigingen op zo’n manier worden
opgelegd dat ze een bedreiging vormen voor de kwaliteit van onderwijs, goed
burgerschap of de veiligheid op school. Op die punten houdt de inspectie toezicht.
3.
Bent u bereid om de Onderwijsinspectie te vragen onderzoek te doen naar de
verspreiding van het Avatar-gedachtegoed in het democratisch onderwijs of deelt
u de mening van de schooldirectie dat het hier een onschuldig gedachtegoed
betreft?
De inspectie legt bij particuliere scholen in principe elke twee jaar een
schoolbezoek af en past de frequentie aan op basis van een jaarlijkse inschatting
van risico’s en / of signalen. Er staan reeds reguliere inspectiebezoeken aan een
aantal democratische scholen gepland, waaronder een bezoek aan De Ruimte. De
signalen over de wijze waarop het Avatar-gedachtegoed op deze scholen wordt
verspreid, zullen tijdens deze bezoeken betrokken worden bij het toezicht op de
kwaliteit van het onderwijs, goed burgerschap en veiligheid.
4.
Ziet u, gezien de zorgelijke signalen over particuliere democratische scholen, de
noodzaak om deze scholen onder verscherpt toezicht te stellen? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Wanneer er signalen binnenkomen, maakt de inspectie de afweging op welke
wijze hier het best naar gehandeld kan worden. Zoals ik ook in het antwoord op
vraag 1 heb aangegeven, neemt de inspectie de signalen naar aanleiding van de
berichtgeving van De Monitor mee in het reguliere toezicht.
5.
Hoe staat u ten opzichte van het gelijktrekken van het toezicht door de
Onderwijsinspectie voor bekostigd en niet-bekostigd onderwijs? Wat zijn de
belangrijkste verschillen in het toezicht, naar uw mening?
Het verder gelijktrekken van het toezicht op bekostigd en niet bekostigd onderwijs
zou een (ingrijpende) wetswijziging vergen die ik op dit moment niet opportuun
vind. Vooral omdat het toezicht op een aantal belangrijke punten op dit moment al
gelijk is voor beide soorten onderwijs.
Zo geldt ook voor particuliere, nietbekostigde
scholen dat het onderwijs ingericht dient te zijn ter voorbereiding op
aansluitend onderwijs, dat voldaan moet worden aan de kerndoelen en de
referentieniveaus, dat men veiligheid van leerlingen moet monitoren, dat men de
ontwikkeling van leerlingen moet volgen en dat de leraren bevoegd dienen te zijn.
De belangrijkste verschillen zitten in de verplichtingen op het punt van de
onderwijstijd, het volgen van de leerlingen (dit hoeft bij niet-bekostigd onderwijs
voor de basisvaardigheden niet met landelijk genormeerde toetsen) en deelname
aan de eindtoets (geen verplichting voor niet-bekostigd onderwijs). In dit verband
merk ik op dat aansluiting op het vervolgonderwijs niet per se via het afnemen
van examens hoeft plaats te vinden.
6.
Wat is het nut van de kwalificatieplicht, waarbij leerlingen van 16 tot 18 jaar oud
verplicht zijn onderwijs te volgen als zij geen diploma havo, vwo, mbo niveau 2 of
hoger hebben, als leerlingen in samenspraak met hun ouders op het particulier
onderwijs kunnen besluiten om geen diploma te behalen door het afleggen van
examens? Acht u het wenselijk dat er particuliere democratische scholen zijn die
het niet noodzakelijk vinden dat hun leerlingen een diploma halen? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Ik hecht sterk aan de kwalificatieplicht, omdat deze wat mij betreft van groot
belang is voor de arbeidsmarktkansen van leerlingen. Het onderwijs op
particuliere scholen moet de leerlingen aantoonbaar in staat stellen om hun
onderwijsloopbaan voort te zetten in het vervolgonderwijs op een niveau dat van
ze verwacht mag worden. Zoals ik u in antwoord op eerdere Kamervragen heb
gemeld, is een diploma daarin echter geen einddoel, maar instrumenteel.2
Scholen moeten leerlingen wel in de gelegenheid stellen om deel te nemen aan
het staatsexamen. Het is echter aan de leerlingen en hun ouders om de keuze te
maken om al dan niet een diploma te behalen door middel van het afleggen van
examens.
Voor de meeste leerlingen die particulier onderwijs volgen, geldt dat zij uiteindelijk
een startkwalificatie halen. De leerlingen die staatsexamen doen kunnen langs die
weg een startkwalificatie halen. Leerlingen die zonder diploma doorstromen
kunnen in het mbo terechtkomen, waar bij aanmelding een niveaubepaling
plaatsvindt. Een enkeling wordt vanwege specifieke begaafdheden zonder diploma
toegelaten tot het hoger onderwijs.
7.
Deelt u de zorg dat de didactische vrijheid van scholen soms dusdanig ver
doorgeslagen is, dat het welbevinden en de ontwikkeling van kinderen niet
centraal wordt gezet? Zo nee, hoe is dit te rijmen met de stelling van iemand die
zijn gedachtengoed op scholen deelt, dat Avatar ook kanker kan genezen door
deze kankergeesten uit te drijven?
Het onderwijs en daarbij het welbevinden en de ontwikkeling van de leerlingen zijn
zaken die mijn aanhoudende aandacht hebben. Dat geldt niet alleen voor het
bekostigd onderwijs, maar ook voor het particulier onderwijs, en komt dan ook
terug in de (wettelijke) eisen die aan alle vormen van onderwijs worden gesteld.
Bronnenlijst
1
Kamerstukken II, 2017-2018, Vragen, 2018Z02193
2
Kamerstukken II, 2017-2018, Vragen, 2018Z02193.