2018Z06478
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over corporatiedirecteuren die boven de norm verdienen.
(ingezonden 9 april 2018)
1
Kent u het bericht van de Woonbond waaruit blijkt dat ruim 40% van de
corporatiedirecteuren een inkomen heeft boven de wettelijke norm, en het
onderliggende rapport van de Autoriteit Woningcorporaties? 1)
Ja.
2
Welke zogenaamde ‘legitieme motiveringen’ zijn er voor overschrijdingen van de
wettelijke norm en waarom wordt dit legitiem geacht aangezien een overschrijding
per definitie een onwenselijke situatie betekent? 2)
Het doel van de WNT is het tegengaan van bovenmatige bezoldigingen en
ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi)publieke sector. Door middel van
het overgangsrecht wordt voldaan aan de wens om topsalarissen te matigen,
maar wordt eveneens tegemoet gekomen aan de bescherming van het
eigendomsrecht, zoals is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten van
de Mens (EVRM). Dit betekent in de praktijk dat op basis van contractvoorwaarden
zoals zijn overeengekomen voor invoering van de WNT de bezoldiging vier jaar
mag worden behouden. Deze bezoldiging dient over het algemeen vervolgens in
drie jaar te worden afgebouwd naar het bezoldigingsmaximum. Topfunctionarissen
die op grond van het overgangsrecht tijdelijk nog boven het
bezoldigingsmaximum zitten, overtreden de WNT niet.
3
Hebben alle zeven topfunctionarissen bij woningcorporaties, die niet onder het
overgangsrecht vielen maar wel teveel inkomen hebben gehad, deze
overschrijding terugbetaald?
Vijf van de zeven topfunctionarissen hebben op verzoek van de corporaties de
onverschuldigde betaling inmiddels terugbetaald. Van de twee andere
topfunctionarissen is deze nog niet ontvangen. Betrokken corporaties beraden
zich over mogelijke vervolgstappen en de mogelijke consequenties daarvan. De
toezichthouder monitort dit proces bij de corporaties. De WNT biedt de
mogelijkheid aan de corporatie een last onder dwangsom op te leggen.
4
Bent u bereid het overgangsrecht voor topfunctionarissen bij woningcorporaties
versneld af te bouwen, zodat de salarissen van medewerkers aan de top meer in
de pas lopen met andere medewerkers van woningcorporaties? Kunt u uw
antwoord toelichten?
Met het overgangsrecht is invulling gegeven aan de bescherming van het
(eigendoms)recht, zoals is vastgelegd in het Europees Verdrag voor de Rechten
van de Mens (EVRM). Bij invoering van de WNT is hierover uitgebreid gesproken
met de Kamer. Vanuit bescherming van de rechten van betrokken
topfunctionarissen ben ik niet voornemens hierop terug te komen.
5
Deelt u de mening dat, mede gezien de aangenomen motie-Kwint/Beertema om
onderwijsbestuurders onder de cao te laten vallen, ook bestuurders van
woningcorporaties onder de cao zouden moeten vallen? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, op welke manieren gaat u zich hiervoor inspannen? 3)
Het is aan de cao-partijen in de corporatiesector zelf om te bepalen wie onder
welke cao valt en of de in de cao afgesproken arbeidsvoorwaarden ook voor de
bestuurders gelden.
Hierover heeft het kabinet geen zeggenschap. Wel heeft de
toenmalig minister voor Wonen en Rijksdienst naar aanleiding van de motieKarabulut
(TK 2014/15, 33 966, nr. 38) aan Aedes de wens van de Kamer
overgebracht om de bestuurderssalarissen bij corporaties onder de cao te laten
vallen. Hij heeft uw Kamer hierover destijds ook bericht (TK 2014/15, 29 453, nr.
391), waarbij hij aangaf dat Aedes deze wens in de cao-besprekingen zou
meenemen. Op basis van nader onderzoek achtte Aedes onderbrengen onder de
cao niet noodzakelijk, mede gegeven het feit dat het voor de WNT niet relevant is
of bestuurders wel of niet onder een cao vallen. In beide gevallen is de bezoldiging
van bestuurders van woningcorporaties aan het voor hen toepasselijk WNTmaximum
gebonden.
6
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden voorafgaand aan het algemeen
overleg over de Wet Normering Topinkomens op 19 april 2018?
Ja.