Antwoord op vragen van het lid Van Meenen over het bericht 'Ruzie op Geldropse basisscholen, leraren melden zich massaal ziek'

2018Z05266 Vragen van het lid Van Meenen (D66) aan de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht “Ruzie op Geldropse basisscholen, leraren melden zich massaal ziek” (ingezonden 22 maart 2018)



1 Bent u bekend met het bericht “Ruzie op Geldropse basisscholen, leraren melden zich massaal ziek” 1)
Ja.

2 Hoelang zijn de onderwijsinspectie en de minister op de hoogte van de situatie bij ‘t Nut in Geldrop?
De inspectie kreeg in april 2017 een signaal binnen over mogelijke risico’s voor de kwaliteit van het onderwijs bij het bestuur ’t Nut in Geldrop. Daarop heeft de inspectie regelmatig contact gehad met het bestuur en heeft zij de scholen van ’t Nut ook bezocht. Uit het onderzoek van de inspectie bleek dat de onderwijskwaliteit op de scholen niet in het geding was en dat er ook geen sprake was van onveiligheid. De conflictueuze situatie die is ontstaan en die 19 maart escaleerde, speelde met name tussen enerzijds het College van Bestuur en de Raad van Toezicht en anderzijds de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) en de teams. De inspectie heeft mij op maandag 19 maart jongstleden over de situatie geïnformeerd. Meteen na escalatie van de situatie heeft de inspectie contact opgenomen met het bestuur, de Raad van Toezicht en Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad en een gesprek geïnitieerd dat gericht was op de continuïteit van het onderwijs voor de leerlingen van de betrokken scholen.

3 Heeft de raad van toezicht zich gehouden aan de wettelijke regels met betrekking tot inspraak en instemming bij de benoeming van de bestuurders?
In de week voor 19 maart heeft de raad van toezicht een interim-bestuurder benoemd. De raad van toezicht heeft zich daarbij niet gehouden aan de Wet Medezeggenschap Scholen (WMS). De raad van toezicht had de GMR tijdig om advies moeten vragen (WMS artikel 11 en artikel 17). Echter op 15 maart heeft de raad van toezicht de GMR geïnformeerd over de benoeming van een interim-bestuurder die op 16 maart zou starten. Zo kon de GMR de benoeming niet meer beïnvloeden. Dat was de aanleiding voor de escalatie op 19 maart. Daarop heeft de interim-bestuurder zich teruggetrokken en is de raad van toezicht afgetreden. Het zou aan de GMR geweest zijn om aan de commissie voor geschillen het verzoek voor te leggen de benoeming ongedaan te maken. Daarvoor is geen aanleiding meer nu de interim-bestuurder zich heeft teruggetrokken.

4 Wat is voorts het oordeel van de Inspectie over de gang van zaken bij de raad van toezicht?
De inspectie heeft geen formeel oordeel uitgesproken over de gang van zaken bij de raad van toezicht. De inspectie heeft overleg gevoerd met betrokkenen om uit de ontstane impasse te komen en te bewerkstelligen dat de leerlingen zo snel mogelijk weer onderwijs konden volgen.

5 Hoe wordt er toezicht op de raad van toezicht gehouden in het funderend onderwijs?
De inspectie houdt niet afzonderlijk toezicht op de raad van toezicht. Voor de inspectie is het bestuur van de instelling het primaire aanspreekpunt. De inspectie doet ten minste elke vier jaar onderzoek bij elk bestuur (een zogenoemd ‘vierjaarlijks onderzoek bestuur en scholen’). Daarbij voert de inspectie altijd een gesprek met het intern toezicht als onderdeel van de beoordeling van de kwaliteitszorg. Als de inspectie ernstige risico’s ziet voor de kwaliteit van het onderwijs en/of de continuïteit van de instelling, dan spreekt zij de raad van toezicht aan op zijn verantwoordelijkheid. Daar waar de inspectie op basis van een onderzoek constateert dat de raad van toezicht in strijd handelt met de wettelijke voorschriften legt de inspectie het bevoegd gezag een herstelopdracht op. In bijzondere gevallen kan de inspectie een zogenoemd onderzoek bestuurlijk handelen uitvoeren, waarin ook het functioneren van de raad van toezicht wordt onderzocht. Op basis van de uitkomsten van zo’n onderzoek kan de inspectie de minister adviseren in te grijpen en het bevoegd gezag een aanwijzing te geven.

6 Wat kan de onderwijsinspectie doen als de raad van toezicht zich niet houdt aan de wettelijke regels met betrekking tot inspraak en instemming?
Zie het antwoord op vraag 5.

7 Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de kinderen zo snel mogelijk weer naar school kunnen?
De inspectie heeft op maandag 19 maart jongstleden de betrokken partijen inclusief de onderwijswethouder van de gemeente Geldrop dringend verzocht om de tafel te komen om tot een oplossing te geraken. Het overleg heeft diezelfde dag ’s avonds plaatsgevonden, onder leiding van de inspectie. Het resultaat van het overleg was dat de leerlingen de volgende dag weer naar school konden.

8 Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een prettige en veilige werksfeer ontstaat op de scholen zodat de leerkrachten hun belangrijk werk van lesgeven kunnen voortzetten?
Als onderdeel van de oplossing die tijdens het overleg op 19 maart jongstleden is bereikt, zijn de raad van toezicht en de interim-bestuurder afgetreden en heeft ook de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad toegezegd te zullen aftreden. Inmiddels is een externe interim-voorzitter van de Raad van Toezicht aangesteld, en zijn ook enkele interim-leden aangesteld. Zij hebben als opdracht om de basis te leggen voor het herstel van de bestuurlijke verhoudingen en om de rust in de organisatie terug te brengen. De inspectie houdt de vinger aan de pols en zal, indien noodzakelijk, overgaan tot het uitvoeren van een onderzoek naar het bestuurlijk handelen.


Bronnenlijst
1) NOS, “Ruzie op Geldropse basisscholen, leraren melden zich massaal ziek”19 maart 2018

Indiener(s)