Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Agema (PVV) over het bericht
‘Doorstroming van oudere in ziekenhuis ligt plat door griep’. (2018Z05275)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Doorstroming van oudere in ziekenhuis ligt plat
door griep’? 1)
Ja.
2
Hoe groot is het tekort aan (voormalig) verzorgingshuisplekken inmiddels
geworden? Wilt u alstublieft een concreet aantal als antwoord geven?
3
Hoe veel groter is het tekort als er zoveel ouderen zoals nu geveld zijn door griep?
Wilt u alstublieft een concreet aantal als antwoord geven?
2 en 3
In het artikel in de Nationale Zorggids wordt gesproken over ‘verpleeghuisplekken’
waar ouderen na een ziekenhuisopname kunnen aansterken, om vervolgens weer
naar huis te gaan. De benaming ‘verpleeghuisplekken’ is echter onjuist. Bij
dergelijk tijdelijk verblijf gaat het om het eerstelijnsverblijf (ELV); de langdurige
zorg is bedoeld voor mensen die niet meer terug naar huis kunnen.
Eén van de factoren die een rol hebben gespeeld bij de drukte in de ziekenhuizen
ten gevolge van de griepepidemie was inderdaad een gebrekkige doorstroming
van patiënten richting vervolgzorg. Ik heb onder meer op dat punt dan ook
afspraken met het Landelijk Netwerk Acute Zorg, ActiZ en Zorgverzekeraars
Nederland gemaakt, voor zowel de korte als de langere termijn.
Wij hebben afgesproken dat de Verpleeg– en Verzorgingshuizen en Thuiszorg (VVT)
sector op korte termijn zou zorgen voor een soepele toegang voor de patiënt en
waar nodig en mogelijk gezamenlijk extra capaciteit in de regio zou organiseren,
voor extra doorstroom uit de ziekenhuizen richting vervolgzorg. Ik heb geen
overzicht over of en zo ja, hoeveel extra capaciteit er per regio nodig was; de
Regionale Overleggen Acute Zorg (ROAZen) hebben hierover het gesprek met de
Verpleeg– en Verzorgingshuizen en Thuiszorg aanbieders in hun regio gevoerd.
Zorgverzekeraars zijn verplicht ervoor te zorgen dat er voldoende zorg voor hun
verzekerden beschikbaar is; de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft in het
kader van zijn toezicht op de zorgplicht van zorgverzekeraars wekelijks contact
met alle zorgverzekeraars gehad over de drukte in de ziekenhuizen tijdens de
griepepidemie en de maatregelen die de zorgaanbieders en zorgverzekeraars in
dat kader namen.
Belangrijk is dat de aanbieders van vervolgzorg bij het organiseren van een
soepele toegang en extra capaciteit geen belemmeringen in de financiering
ervaren. Zorgverzekeraars Nederland heeft bevestigd dat zorgverzekeraars in die
regio’s waar problemen waren afspraken moesten maken met de partijen om te
komen tot verlichting van de keten, en daarbij het voorbeeld van Rotterdam
genoemd. Daar hebben de Verpleeg– en Verzorgingshuizen en Thuiszorg
aanbieders een acute opname afdeling met extra bedden gerealiseerd;
zorgverzekeraar Zilveren Kruis heeft aangegeven garant te staan voor de
financiering van deze bedden tijdens de huidige epidemie.
Voor een soepele toegang van patiënten tot vervolgzorg vind ik het ook belangrijk
dat er in alle regio’s goed werkende coördinatiepunten voor eerstelijnsverblijf zijn,
en dat deze regionale coördinatiepunten eind dit jaar zijn verbreed naar alle
vormen van vervolgzorg (tijdelijk, niet medisch-specialistisch, verblijf). Met behulp
van dergelijke coördinatiepunten wordt het voor de ziekenhuizen (en ook voor de
huisartsen) makkelijker om snel een bed in de regio te vinden voor patiënten die
een plaats in eerstelijnsverblijf, respijtzorg of een andere vorm van ‘vervolgzorg’
nodig hebben. De Tweede Kamer ontvangt van mij één dezer dagen een aparte
brief over de stand van zaken ten aanzien van deze coördinatiepunten.