1591
Vragen van de leden Van Nispen en Jasper van Dijk (beiden SP) aan de
Ministers van Justitie en Veiligheid en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over het bericht «Honderden Roma-kinderen in Nederland uitgebuit»
(ingezonden 25 januari 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Harbers (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (ontvangen 28 maart 2018) Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2017–2018, nr. 1194
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Honderden Roma-kinderen in Nederland
uitgebuit»?1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat de aanpak van de politie met betrekking tot de
stelende Roma kinderen, waarbij de kinderen meegegeven worden aan
willekeurige personen niet zijnde de ouders, ervoor zorgt dat de uitbuiting
van Roma kinderen in stand gehouden wordt? Zo ja, op welke wijze kan dit
worden voorkomen?
Hiertoe verwijs ik naar de antwoorden op de vragen 8 en 9 van de leden Kuik
(CDA) en Van der Graaf (CU) (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2017–2018, nr. 1589)
Vraag 3
Bent u bereid de inhoud van het interne rapport van de nationale politie en
het Openbaar Ministerie met de Kamer te delen? Zo ja, wanneer kan de
Kamer dit verwachten? Zo nee, waarom niet?
Ja, ik zal u dit spoedig doen toekomen. Bepaalde delen van het bestuurlijk
signaal zal ik echter niet openbaar maken, omdat het gevoelige (opsporings)informatie,
criminele handelwijzen en andere niet openbaar te maken
informatie betreft.
Vraag 4
Bent u bereid te onderzoeken of een betere samenwerking tussen de politie
en jeugdbescherming en jeugdhulp instanties mogelijk is, zodat uitbuiting
van Roma-kinderen optimaal kan worden voorkomen en deze kinderen
perspectief krijgen zoals ieder ander kind? Zo nee, waarom niet?
Het WODC heeft, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 van de leden
Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU), in 2016 onderzoek gedaan naar kinderuitbuiting
en de integrale aanpak. Daarin staan diverse aanbevelingen die ook
relevant zijn op het terrein van samenwerking. Aan de verbetering van de
samenwerking is een vervolg gegeven zoals verwoord in de antwoorden op
de vragen 4 en 5 van de leden Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU)) (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1589).
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat bij politie en justitie sprake is van onvoldoende kennis
en bewustzijn dat bij delicten gepleegd door minderjarigen sprake kan zijn
van mensenhandel? Zo ja, wat is uw reactie hierop?
Deelt u de mening dat de kinderen te weinig gezien worden als slachtoffer en
te veel als dader?
Antwoord 5 en 6
Ik verwijs u naar het antwoord op vragen 4 en 5 van de leden Kuik (CDA) en
Van der Graaf (CU).
Vraag 7
Is het waar dat er te weinig capaciteit is bij de recherche om bij arrestaties de
uitbuiters op te sporen? Zo ja, bent u bereid om in het kabinet te bespreken
hoe de capaciteit hiervoor uitgebreid kan worden?
Zaken waarbij sprake is van minderjarige slachtoffers van mensenhandel
hebben prioriteit. De politie moet samen met het OM desalniettemin keuzes
maken over de inzet van recherche-capaciteit. De politie heeft inmiddels 11
mensenhandel teams met daarin in totaal 400 mensenhandel rechercheurs.
Deze teams draaien honderden mensenhandel onderzoeken per jaar. De
genomen intensiveringsmaatregelen op mensenhandel, die ik in antwoord op
de vragen van 4 en 5 van de leden Kuik (CDA) en Van der Graaf (CU) reeds
heb uiteengezet, moeten onder meer leiden tot een vergroting van de
capaciteit op mensenhandel. Op 12 maart jl. heeft uw Kamer een brief over
de stand van zaken van de versterking van de opsporing over onder meer de
kwantitatieve versterking van de opsporing vanuit de toegekende gelden uit
het Regeerakkoord ontvangen.2 Deze brief is besproken tijdens het Algemeen
Overleg politie van 15 maart jl. Er loopt met de gezagen en de politie een
zorgvuldig proces met betrekking tot de verdeling van de middelen uit het
Regeerakkoord die met ingang van 2018 ter beschikking zijn gekomen voor
extra politiecapaciteit3
. Rond de voorjaarsnota zal worden aangegeven hoe
het resterende deel van de 267 miljoen euro voor de politie uit het regeerakkoord
verdeeld zal worden.
Vraag 8 en 9
Wat is uw reactie op de vermelding dat Roma-kinderen vaak worden
aangespoord om jong te trouwen, waarbij meisjes soms op hun veertiende al
een kind krijgen, dat vervolgens zo snel mogelijk wordt ingezet voor criminele
activiteiten?
Wat is uw reactie op de vermelding dat de waarde van meisjes op de
huwelijksmarkt ook bepaald wordt door hun capaciteiten als zakkenroller?
Antwoord 8 en 9
Ik vind het verwerpelijk als minderjarige meisjes worden gedwongen om te
trouwen en vervolgens worden uitgebuit. Dit betreft een cultuurhuwelijk
gesloten volgens de Roma regels en niet een huwelijk voor de burgerlijke
stand. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 van de leden van Kuik
(CDA) en Van der Graaf (CU) zet Nederland op Europees niveau via de
CAHROM in op de aanpak van problemen van huwelijksdwang en mensenhandel
in relatie tot Roma gemeenschappen. Ook wordt er ingezet op het
aanpakken van uithuwelijking van minderjarigen. Hierbij is de hele keten van
preventie, signalering, hulpverlening, opvang en nazorg van belang.
Huwelijksdwang en achterlating zijn vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties.
Als (eventueel door tussenkomst van Veilig Thuis) aan de Raad voor
de Kinderbescherming (hierna: RvdK) wordt gemeld dat een minderjarige
wordt uitgehuwelijkt, of dreigt te worden uitgehuwelijkt, doet de RvdK een
onderzoek naar de noodzaak van een eventuele ondertoezichtstelling of een
voogdijmaatregel en verzoekt deze vervolgens aan de kinderrechter. In dit
verband verwijs ik naar het antwoord op vraag 10 van de leden Kuik (CDA) en
Van der Graaf (CU).
Vraag 10
Bent u bereid te onderzoeken hoe groot het aantal Roma-kinderen is dat
uitgebuit wordt? Zo nee, waarom niet?
Er is in 2016 een WODC4 onderzoek afgerond. Nieuw onderzoek heeft naar
mijn mening weinig meerwaarde. De verschillende partijen zijn aan de slag
met het verbeteren van de aanpak van uitbuiting van minderjarigen. Dit
onderwerp krijgt via het plan van aanpak mensenhandel de komende jaren
extra aandacht.
Vraag 11
Bent u bereid onderzoek te doen in hoeverre in Nederland criminele
organisaties actief zijn die kinderen van hun ouders kopen of gekochte
kinderen in Nederland inzetten?
Dit is een aspect dat valt onder het bredere fenomeenonderzoek kinderuitbuiting.
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 10 is daarnaar in 2016 een
onderzoek gedaan en verwacht ik niet dat een nieuw onderzoek voldoende
meerwaarde zal hebben voor het versterken van de aanpak.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden
Kuik (CDA) en Van der Graaf (ChristenUnie), ingezonden 25 januari 2018
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1589).
1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2213064-honderden-roma-kinderen-in-nederland-uitgebuit.html
2 Kamerstuk 29 628, 760
3 Kamerstuk 29 628, 754
4 https://www.wodc.nl/binaries/2672_volledige_tekst_tcm28–237262.pdf