1564
Vragen van het lid Sazias (50PLUS) aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over de uitvoering van de Wmo in Groningen (ingezonden
8 maart 2018).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport)
(ontvangen 27 maart 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met de reportage over de uitvoering van de Wet maatschappelijk
ondersteuning (Wmo) in Groningen in het programma Hallo Nederland,
uitgezonden op 5 maart 2018?1
Ja.
Vraag 2 en 3
Wat vindt u ervan dat de gemeente Groningen 200 hulpbehoevende inwoners
van de stad niet of onvoldoende hulp biedt?
Hoe oordeelt u over het feit dat de gemeente Groningen de aanvraag van de
mevrouw in de reportage heeft afgewezen, terwijl zij niet meer in staat is
alleen te reizen?
Deelt u de mening dat deze zaak zo urgent is dat er geen tijd meer is om een
beschikking af te wachten en dat deze mevrouw zo snel mogelijk geholpen
moet worden? Kunt u uw antwoord toelichten? Bent u eventueel bereid om
dit snel met de gemeente Groningen te bespreken?
Antwoord 2 en 3
De Wmo2015 geeft gemeenten de opdracht om zorg te dragen voor de
maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen ter bevordering van hun
zelfredzaamheid en participatie. Binnen de kaders van de wet is het aan de
gemeenteraad om die opdracht door te vertalen in lokaal beleid ten behoeve
van de uitvoering. De Wmo2015 biedt de ingezetene die zich bij de gemeente
meldt met een ondersteuningsvraag, de nodige waarborgen. Zo is de
gemeente gehouden na een melding een zorgvuldig onderzoek in te stellen
ten behoeve van de weging, of ondersteuning van de zijde van de gemeente
in die betreffende situatie geboden moet worden. Als die vraag met ja wordt
beantwoord, dient die ondersteuning in aard en omvang ook passend te zijn,
aan te sluiten op de kenmerken van de persoon en diens situatie. Ingezetenen
die het niet eens zijn met een beslissing van de gemeente op hun aanvraag,
kunnen hier bezwaar tegen maken en daarna zo nodig in beroep gaan.
Ik kan niet treden in de afweging die de gemeente in individuele situaties
heeft gemaakt. Het is primair aan de gemeenteraad om het college van
burgemeester en wethouders te controleren op de uitvoering van de wet.
Ter beantwoording van uw vragen heb ik contact opgenomen met de
gemeente Groningen. De gemeente Groningen heeft mij bevestigd de
aanvragen om maatschappelijke ondersteuning van ingezetenen, waaronder
die in de betreffende rapportage, zeer serieus te nemen en daarover het
gesprek aan te gaan. Bij afwijzing zullen betrokkenen expliciet worden
gewezen op de mogelijkheid van bezwaar.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat gemeenten bij elke
Wmo-aanvraag een zorgvuldige individuele afweging maken en proberen met
maatwerk een oplossing te bieden? Kunt u uw antwoord toelichten? Hoe gaat
u dit bevorderen?
Ik deel deze mening ten volle, zie ook mijn antwoord onder 1. De Wmo2015
biedt op dit aspect voldoende helderheid aan gemeenten. Het is daarbij
primair aan de gemeenteraden om toe te zien op een adequate uitvoering
van de wet en het lokale beleid door het college. Daar waar een gemeente,
anders dan incidenteel, blijkt geeft van een onvoldoende adequate uitvoering
van de wet en de gemeenteraad zijn verantwoordelijkheid in deze niet neemt,
kan ik het college aanspreken in mijn rol als interbestuurlijk toezichthouder.
Daartoe zie ik momenteel geen aanleiding.
Vraag 5
Deelt u de mening dat deze zorgvuldige afweging hier niet heeft plaatsgevonden,
dat er vooral gekeken is naar regels en niet naar de persoonlijke
situatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zie mijn antwoord op de vragen 2 en 3.
Vraag 6
Deelt u de mening dat dit een gevolg is van de ongewenste beleidsvrijheid
van gemeenten, waardoor het recht op ondersteuning in feite afhankelijk is
van je woonplaats? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals verwoord kan ik geen uitspraak doen over de situatie in de reportage.
Het is aan gemeenten om de Wmo2015 uit te voeren en ter invulling daarvan
lokaal beleid vast te stellen dat zo goed mogelijk aansluit op de lokale
situatie. Het beleid per gemeente kan verschillen, maar dat doet niets af aan
de wettelijke opdracht voor gemeenten om passende voorzieningen van
maatschappelijke ondersteuning te verstrekken aan hun ingezetenen, waarbij
na zorgvuldig onderzoek is gebleken dat zij daarop zijn aangewezen.
De gemeente is de overheid die het dichtst bij de burger staat en kan
daardoor – in goed contact met die burger – ook de beste afweging maken
welke vorm en mate van ondersteuning passend is.
1 https://www.maxvandaag.nl/programmas/tv/hallo-nederland/hallo-nederland/POW_03738344/