Antwoord op de vragen van de leden Van Raak en Leijten (beiden SP) aan de
ministers van Binnenlandse Zaken en van Buitenlandse Zaken over
nepnieuwsbestrijders van de EU die Nederlands nieuws beoordelen maar geen
Nederlands spreken. (ingezonden 14 februari 2018)
Vraag 1
Hoe moeten de nepnieuwsbestrijders van de EU Nederlands nieuws beoordelen als
ze helemaal geen Nederlands spreken?
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat deze organisatie maar liefst 1 mln. euro subsidie krijgt en
toch maar drie betaalde krachten heeft? Waar gaat de rest van al dat geld
naartoe?
Antwoord op de vragen 1 en 2
Het kabinet wil heimelijke beïnvloeding van de publieke opinie door statelijke
actoren tegengaan1
. De onafhankelijkheid van journalistiek moet in die aanpak te
allen tijde worden gerespecteerd. Eén van de instrumenten op Europees niveau
om heimelijke beïnvloeding tegen te gaan is de East Stratcom Taskforce.
De Taskforce is in 2015 op verzoek van de Europese Raad opgericht om: 1) bij te
dragen aan kennis over de EU en het beleid van de EU in landen van het Oostelijk
Partnerschap (Oekraïne, Wit-Rusland, Moldavië, Georgië, Azerbeidzjan en
Armenië), 2) ondersteuning van initiatieven om de vrijheid van media in deze
landen te bevorderen en onafhankelijke mediaorganisaties te ondersteunen en 3)
de verspreiding van vooral pro-Kremlin desinformatie te identificeren en te
corrigeren. Hiervoor heeft de Taskforce sinds 2018 jaarlijks een budget van 1,1
miljoen euro beschikbaar.
De website Euvsdisinfo is onderdeel van deze Taskforce die valt onder de
Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Het klopt dat er geen
Nederlandssprekende staf werkzaam is bij de East Stratcom Taskforce.
Vraag 3
Waarom vertelt deze organisatie dat 400 vrijwilligers het nieuws beoordelen,
terwijl dit in de praktijk maar zo’n tien mensen zijn?
Vraag 4
Vindt u de overweging ‘een reden hebben om ‘s morgens je bed uit te komen’ een
voldoende bekwaamheid en motivatie om dit soort werk te gaan doen?
Antwoord 3 en 4.
De originele pool van vrijwilligers, die het nieuws beoordelen, bestond uit
ongeveer 400 personen. Inmiddels zijn nog maar 10 vrijwilligers actief voor de
website Euvsdisinfo.
Vraag 5
Kunt u verklaren waarom deze Europese nepnieuwsbestrijders zich lenen voor
propaganda van ‘Promote Oekraïne’?
Vraag 6
Wanneer wordt De Gelderlander van de lijst gehaald? Hebben GeenStijl en TPO al
excuses aangeboden gekregen?
Antwoord 5 en 6
EUvsdisinfo heeft naar aanleiding van de publicatie van de drie Nederlandse
artikelen op de website een rectificatie geplaatst en daarbij aangegeven dat dit
onterecht was en dat er naar de interne procedures gekeken zal worden. Het
kabinet onderstreept dat onafhankelijke media niet moet worden gecontroleerd of
veroordeeld.
Vraag 7
Blijft u nog steeds achter de werkwijze van EUvsDisinfo staan? Kunt u uw
antwoord toelichten? 2)
Nee, het kabinet zal daarom de motie van de leden Kwint en Yesilgöz-Zegerius
(Kamerstuk 21 501-34, nr. 290) uitvoeren.
Vraag 8
Vindt u nepnieuws bestrijden een taak van de Europese Commissie? Zo ja,
waarom?
Zie ook antwoord op vraag 1 en 2. De Europese Commissie draagt geen
verantwoordelijkheid voor de Taskforce of de website. De Taskforce en de website
zijn onderdeel van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Het kabinet
is van mening dat in Europees verband samengewerkt moet worden om heimelijke
beïnvloeding tegen statelijke actoren tegen te gaan. Daarbij moet de werkwijze zo
worden vormgegeven dat onafhankelijke media niet worden gecontroleerd of
veroordeeld. De onafhankelijkheid van journalistiek moet te allen tijde worden
gerespecteerd. De Europese Commissie verkent momenteel de omvang van
desinformatie in de EU en heeft daartoe ook een high level group (HLG) fake news
opgericht dat op 12 maart jl haar advies aan de Europese Commissie heeft
aangeboden. De Europese Commissie komt later dit voorjaar met een mededeling
over het onderwerp.
Vraag 9
Zult u uw afkeuring uitspreken richting de Europese Commissie over deze manier
van werken en te kennen geven dat Nederland niet zit te wachten op deze
‘nepnieuwsbeoordelingen’? Kunt u uw antwoord toelichten?
Meteen na aanname van de motie heeft Nederland dit vraagstuk aangekaart bij
de Secretaris-generaal van de EDEO. In heldere bewoording is de motie van de
Kamer toegelicht en is aangedrongen op een radicale koerswijziging. Nederland
gaat hier niet alleen over, daar moeten we wel oog voor houden, en is hierover
ook in gesprek met andere landen binnen de EU en zal hierover verder politiek
contact zoeken.
1 Kamerstuk 26643-508