Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Ronnes (CDA) en Slootweg (CDA)
over het bericht ‘Loek Winter omzeilt winstverbod zorg’ . (2018Z03522)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Loek Winter omzeilt winstverbod zorg’? 1)
Ja.
2
Klopt het dat het verbod om winst te maken in de zorg ook inhoudt dat eigenaren
van een zorginstelling geen publiek geld mogen overmaken aan privé besloten
vennootschappen (bv’s) die daarop dividend uitkeren?
Over winstuitkering door zorgaanbieders zijn regels gesteld in de Wet toelating
zorginstellingen (WTZi). De WTZi bepaalt dat aan instellingen met een
winstoogmerk slechts een toelating wordt verleend indien die instelling een bij
algemene maatregel van bestuur gespecificeerde vorm van zorg aanbiedt. De
regels verschillen per sector en dit is uitgewerkt in het Uitvoeringsbesluit WTZi.
Het staat WTZi-toegelaten instellingen in principe vrij om een deel van de
activiteiten uit te besteden, ook aan besloten vennootschappen.
In het toegezegde standpunt over winstuitkering in de zorg zal ook worden
ingegaan op de relatie tussen het verbod op winstoogmerk en bepaalde
bedrijfsstructuren waarbij activiteiten worden ondergebracht bij
dochterondernemingen of derden. Zoals mijn collega van Medische Zorg en Sport
uw Kamer in zijn brief van 13 februari 2018 heeft toegelicht, is het streven dit
standpunt in het voorjaar naar uw Kamer te sturen.1
3
Klopt het dat constructies met onderaannemers in de zorg ook vaak gebruikt
worden om de Wet normering topinkomens(WNT) te ontwijken?
De WNT is van toepassing op instellingen met een toelating op grond van de WTZi.
Bv’s die als onderaannemer zorg leveren aan de zogenaamde WTZi-instelling
hebben zelf geen WTZi-toelating nodig en om die reden is de WNT niet van
toepassing. Dit kan leiden tot ontwijkconstructies. Het tegengaan van mogelijke
ontwijkconstructies heeft prioriteit. Daarom wordt, samen met de minister van
BZK, gewerkt aan een wetstraject om onderaannemers onder de WNT te brengen
en zodoende ontwijkconstructies aan te pakken. Het streven is dat het
wetsvoorstel voor het einde van het jaar bij uw Kamer aanhangig wordt gemaakt.
De minister van BZK en de minister voor Medische Zorg en Sport hebben uw
Kamer hierover op 22 februari 2018 geïnformeerd.2
4
Zijn er minder restricties in instellingen voor mensen met een beperking om winst
te maken in de zorg dan in andere zorginstellingen (ziekenhuizen,
verpleeginstellingen)?
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb toegelicht, zijn over winstuitkering door
zorgaanbieders regels neergelegd in de WTZi en het Uitvoeringsbesluit WTZi. Deze
regels verschillen per zorgsector. Op grond van de WTZi en het Uitvoeringsbesluit
WTZi kan als vuistregel worden gehanteerd dat winstuitkering is toegestaan voor
aanbieders van extramurale zorg maar is verboden voor aanbieders van
intramurale zorg.
5
Klopt het dat het vastgoed van een zorginstelling het meest ondoorzichtige
onderdeel is en daardoor het meest kwetsbaar voor omzeilingen van het verbod
om winst te maken in de zorg?
Zoals ik in mijn antwoord op vraag 2 heb toegelicht, staat het WTZi-toegelaten
instellingen in principe vrij om een deel van de activiteiten uit te besteden. Dat
geldt ook voor vastgoed. In het toegezegde standpunt over winstuitkering in de
zorg zal nader worden ingegaan op de relatie tussen het verbod op winstoogmerk
en bepaalde bedrijfsstructuren waarbij activiteiten worden ondergebracht bij
dochterondernemingen of derden.
6
Houdt de Inspectie voor Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) toezicht op de redelijkheid
van de huurprijs die aan cliënten wordt gevraagd en de investeringen in het
onderhoud van een zorginstelling? Zo nee, wie wordt geacht daarop toezicht te
houden?
De IGJ houdt geen toezicht op de huurprijzen die zorgaanbieders vragen aan hun
cliënten. Wanneer sprake is van afzonderlijke huurovereenkomsten op basis van
scheiden wonen en zorg kan een cliënt, afhankelijk van de aard van het geschil en
het type woning dat het betreft (zelfstandige of onzelfstandige woonruimte,
geliberaliseerd of gereguleerd), naar de Huurcommissie of de kantonrechter
stappen. Verder gaan zorgaanbieders zelf over de investeringen in het onderhoud
van hun vastgoed. De gemeente houdt daarbij toezicht op de naleving van het
Bouwbesluit. Op het moment dat achterstallig onderhoud leidt tot risico’s voor de
kwaliteit en veiligheid van de geleverde zorg grijpt de IGJ in.
Overigens wordt in de berichtgeving niet gesproken over afzonderlijke
huurovereenkomsten met cliënten maar over zorg in natura, waarbij het verblijf
wordt bekostigd vanuit de Wlz.
7
Welke mogelijkheden heeft een cliëntenraad om, wanneer zij menen dat er
onvoldoende geïnvesteerd wordt in het onderhoud van de zorginstelling, dit af te
dwingen bij de directie?
De cliëntenraad heeft het recht om het investeringsbeleid van de zorginstelling op
de agenda te plaatsen in zijn overleggen met het bestuur van de zorginstelling
bestuur. Op grond van artikel 4 Wmcz mag de zorgaanbieder geen van het door de
cliëntenraad uitgebrachte advies afwijkend besluit nemen dan nadat daarover,
voor zover redelijkerwijze mogelijk, ten minste een keer met de cliëntenraad
overleg is gepleegd. Daarnaast kan de cliëntenraad zich natuurlijk ook wenden tot
het toezichthoudend orgaan en de ondernemingsraad om zijn eventuele zorgen te
delen.
8
Klopt het dat de cliëntenraad inzicht moet worden gegeven in waar de directie de
publieke middelen aan besteedt van een zorginstelling?
Ja. Op grond van artikel 3 lid 1 sub g van de Wet medezeggenschap
zorginstellingen (Wmcz) heeft de cliëntenraad een adviesrecht op de begroting en
de jaarrekening van de instelling. Voorts regelt deze wet dat de zorgaanbieder de
cliëntenraad tijdig en desgevraagd alle inlichtingen en gegevens dient te geven
die de cliëntenraad voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijze nodig heeft
(artikel 5 Wmcz).
9
Kan het zo zijn dat bij een overname of doorstart na een faillissement de curator
dusdanige eisen stelt dat daardoor ingeboet wordt op de kwaliteit van
zorgverlening aan cliënten van een zorginstelling?
Het bestuur van een instelling is te allen tijde verantwoordelijk voor de kwaliteit en
veiligheid van de zorgverlening. Eventuele afspraken met een curator in geval van
een doorstart of overname doen hier niets aan af.
1 Kamerstukken II 2017/18, 34 767, nr. 8.
2 Kamerstukken II 2017/18, 30 111, nr. 107.