Antwoorden op vragen van het lid Sienot (D66) aan de staatssecretaris van
Infrastructuur en Waterstaat en de staatssecretaris van Financiën over het stimuleren
van het fietsgebruik onder werknemers.
Vraag 1
Deelt u de opvatting dat de (elektrische) fiets voor veel mensen een gezond, duurzaam en efficiënt
alternatief is voor de auto in het woon- werkverkeer?
Vraag 2
Deelt u de mening dat zoveel mogelijk gestreefd moet worden naar het stimuleren van het
fietsgebruik onder werknemers? Zo ja, op welke manier geeft u daar met werkgevers op dit
moment uiting aan?
Antwoord 1 en 2
(Elektrisch) fietsen kan een duurzaam en efficiënt alternatief zijn voor het afleggen van zakelijke
kilometers met de auto of het openbaar vervoer. Bovendien brengt het gebruik van de fiets
gezondheidsvoordelen met zich mee. Het stimuleren van het fietsgebruik past derhalve binnen het
mobiliteitsbeleid zoals vastgelegd in het regeerakkoord. De werkgevers spelen een belangrijke rol
in het stimuleren van fietsgebruik in het woon-werkverkeer. De afgelopen jaren is bij het ministerie
van IenW met het programma Beter Benutten veel ervaring opgedaan met fietsstimulering. Deze
ervaring wil IenW gebruiken om ook de komende jaren meer forenzen op de fiets te krijgen in
samenwerking met regio’s en werkgevers. Op dit moment werkt IenW haar inzet op dit vlak uit
langs drie lijnen:
Het informeren en stimuleren van werkgevers. De ervaring uit het Beter Benutten
programma leert dat het MKB daarbij extra aandacht nodig heeft omdat zij minder goed
inzicht hebben in hun mogelijkheden.
Het opzetten van een actief netwerk van landelijke werkgevers.
Het samen met regionale overheden bevorderen van een gezonde markt voor fietsdiensten.
Vraag 3
Bent u bekend met de bevindingen van onder andere RAI Vereniging, BOVAG en Gazelle dat vier op
de tien Nederlanders bereid is om voor de fiets te kiezen als vervoersmiddel als dit voor hen fiscaal
aantrekkelijk wordt gemaakt? 1)
1) http://raivereniging.nl/pers/persberichten/2017-q1/0116-rai-vereniging-wil-aantrekkelijkereleaseregels-voor-fiets.html
Ja.
Vraag 4
Kunt u ons een afzonderlijke schatting geven van het aantal mensen dat op dit moment gebruik
maakt van een leaseregeling voor auto’s en fietsen?
In 2016 maakten ruim 720.000 mensen in privé gebruik van een door de werkgever ter beschikking
gestelde auto. Over het privégebruik van een door de werkgever ter beschikking gestelde fiets zijn
geen gegevens beschikbaar. Volgens de branche wordt er echter op dit moment zeer beperkt
gebruik gemaakt van deze regeling voor de fiets.
Vraag 5
Klopt het dat leasefietsers de hele waarde van hun fiets moeten optellen bij hun inkomen en dat dit
voor leaseauto’s maximaal 25% is? Zo ja, kunt u dit toelichten?
Vraag 6
Klopt het dat de regels voor leasefietsen veel ingewikkelder zijn dan voor een leaseauto? Zo ja, kunt
u de reden hiervan toelichten?
Antwoord 5 en 6
De gedachte dat mensen die een fiets van de zaak tot hun beschikking hebben de hele waarde van
hun fiets moeten optellen bij hun inkomen is onjuist. Mensen die een auto of een fiets van de zaak
ook privé mogen gebruiken, moeten over de waarde van dit voordeel belasting betalen. Voor auto’s
van de zaak wordt de waarde van dat voordeel vastgesteld door middel van een forfait. Hiermee
bestaat een relatief eenvoudig en uitvoerbaar systeem om de waarde van het voordeel van het
privégebruik van de auto van de zaak vast te stellen. Voor het privé gebruik van een zakelijke fiets
geldt geen forfait om de waarde van het voordeel vast te stellen. Daarom moet per geval worden
bepaald wat het werkelijke voordeel van de fiets van de zaak is. In de praktijk betekent dit dat het
aantal privé gefietste kilometers wordt vermenigvuldigd met de kilometersprijs van de fiets, te
weten het bedrag van de kosten per kilometer aan afschrijving, onderhoud, reparatie, verzekering
en eventueel elektriciteit. Het is dus onjuist dat leasefietsers de hele waarde van hun fiets bij hun
inkomen moeten optellen. Desalniettemin is dit ingewikkelder dan het toepassen van een forfait.
Vraag 7
Bent u van mening dat aantrekkelijke leaseregels voor fietsen een prikkel kunnen zijn om mensen
hiertoe te verleiden?
Vraag 8
Hoe kijkt u aan tegen de berichtgeving dat werkgevers door complexe financiële regels op dit
moment geen gebruik maken van leasefietsen?
Antwoord 7 en 8
Werkgevers hebben veel mogelijkheden om hun werknemers te stimuleren de fiets te pakken voor
het woon-werkverkeer. De ervaring leert dat met name de aanschafprijs van een elektrische fiets
voor de wat langere woon-werkafstanden een drempel kan zijn. Op fiscaal gebied zou de
werkkostenregeling een oplossing kunnen bieden. Daarnaast is het op dit moment voor werkgevers
ook al mogelijk om hun werknemers een lening te verstrekken, die terugbetaald kan worden via de
belastingvrije kilometervergoeding van 19 cent. Het kunnen aanbieden van een leasefiets geeft een
extra mogelijkheid die werkgevers en werknemers ontzorgt.
Het vereenvoudigen van de bijtelling voor privégebruik van een door de werkgever ter beschikking
gestelde fiets geeft ook een signaal vanuit het rijk richting werkgevers dat fietsstimulering
belangrijk is en dat het rijk bereid is barrières die daarbij ervaren worden weg te nemen. Daarmee
geeft het een impuls aan fietsstimulering door werkgevers.
Vraag 9
Bent u bereid om de fiscale regelingen voor fietsen aan te passen zodat werkgevers en werknemers
verleid worden om hier gebruik van te maken? Zo ja, op welke manier en wanneer?
Duidelijke en eenvoudig toepasbare regels om de waarde van het privévoordeel van een fiets van
de zaak te bepalen zouden naar mijn mening kunnen bijdragen aan het aantrekkelijker maken van
een (lease)fiets van de zaak met name in de gevallen waarin deze fiets naast de auto van de zaak
kan worden gebruikt. Juist de combinatie van beide vervoermiddelen kan het voor mensen
aantrekkelijker maken om een aantal dagen in de week in plaats van met de auto op de fiets naar
het werk te gaan. Daarom wordt momenteel in overleg met de branche (waaronder RAI Vereniging)
onderzocht op welke wijze een duidelijke en eenvoudige fiscale regeling kan worden vormgegeven.
De uitwerking daarvan wordt meegenomen in het pakket Belastingplan 2019, waarna de maatregel
in 2020 in werking kan treden.