1505
Vragen van de leden Van der Linde en Lodders (beiden VVD) aan de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Financiën
over pensioenopbouw van zwangere huisartsen (ingezonden 23 februari 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) mede namens Minister van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 20 maart 2018)
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het artikel «Zwanger en huisarts? Geen pensioenopbouw!»?
1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat huisartsen en andere vrouwen in een vrij beroep geen
pensioen kunnen opbouwen tijdens hun zwangerschapsverlof, althans als
gevolg van een lagere winst uit onderneming te maken krijgen met een
lagere opbouwfactor?
Het in vraag 1 genoemde artikel heeft betrekking op ondernemers die
pensioen opbouwen bij een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling. Bij de
beantwoording van deze vraag wordt daarom uitsluitend ingegaan op deze
specifieke groep ondernemers.
Het klopt dat zelfstandige beroepsbeoefenaren onder omstandigheden tijdelijk
minder pensioen in de beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling kunnen
opbouwen bij een zwangerschap. De verminderde pensioenopbouw kan twee
oorzaken hebben. Ten eerste wordt pensioen opgebouwd over het pensioengevend
inkomen van de beroepsbeoefenaar. Door de zwangerschap kan het
inkomen lager zijn, waardoor het pensioengevend inkomen lager kan
uitvallen dan wanneer er geen zwangerschap zou zijn geweest. Ten tweede
kan in de praktijk een deeltijdfactor worden toegepast op de fiscale aftoppingsgrens,
omdat in het jaar of de jaren waarin de zwangerschap plaatsvindt
door de zwangerschap minder dan 1.750 uren worden gewerkt. De vermin1
Pensioenfederatie Magazine, februari 2018,
derde pensioenopbouw komt drie jaar na de zwangerschap tot uiting, omdat
voor de fiscale facilitering van beroepspensioenregelingen wordt gekeken
naar het derde kalenderjaar voorafgaande aan het betreffende dienstjaar. De
beroepsbeoefenaar heeft wel de mogelijkheid om – desgewenst – het
eventuele pensioentekort op te vullen in de derde pijler.
Vraag 3, 4, 5 en 6
Hoe lang is dit probleem bij u bekend? Zijn er bijzondere redenen waarom dit
probleem nog niet is opgelost?
Deelt u de mening dat het niet de bedoeling kan zijn dat deze groep op
achterstand wordt gezet? Zo nee, waarom niet?
Kunnen deze beroepsbeoefenaren wel pensioen opbouwen bij ouderschapsverlof,
sabbatsverlof en studieverlof? Zo ja, waarom is hier onderscheid in
aangebracht? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om dit probleem voor 1 juli 2018 op te lossen en daarover de
Kamer te informeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 4, 5 en 6
Ondernemers zijn voor hun pensioenopbouw in beginsel aangewezen op de
derde pijler. Voor sommige ondernemers geldt daarnaast de mogelijkheid om
deel te nemen aan een beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling. Ook voor het
fiscale kader voor de deelname van ondernemers aan beroeps- en bedrijfstakpensioenregelingen
is waar mogelijk aangesloten bij de normeringen en
beperkingen die gelden voor fiscale facilitering van het werknemerspensioen.
Doordat het ondernemerschap en werknemerschap naar hun aard verschillen,
is dit echter niet altijd mogelijk. Met betrekking tot perioden van verlof
bestaat een verschil in pensioenopbouw. Dit hangt onder meer samen met de
omstandigheid dat een ondernemer geen dienstverband heeft en daarom in
beginsel ook geen verlof kent. Daarnaast is het inherent aan het ondernemerschap
dat de hoogte van het inkomen fluctueert, zonder dat er altijd een
directe relatie is met het aantal gewerkte uren.
Naast de onder omstandigheden bestaande mogelijkheid voor zelfstandige
beroepsbeoefenaren om de eventuele verminderde pensioenopbouw door
zwangerschap te compenseren in de derde pijler, ben ik voornemens te gaan
regelen dat er geen fiscale belemmeringen zijn om deze zelfstandige
beroepsbeoefenaren binnen de eigen beroeps- of bedrijfstakpensioenregeling
over hetzelfde inkomen pensioen te laten opbouwen als vóór de zwangerschap.
In tegenstelling tot de andere genoemde vormen van verlof
(ouderschaps-, sabbats- en studieverlof) is de periode van zwangerschaps- en
bevallingsverlof eenvoudig af te bakenen, omdat hiervoor wettelijk vastgestelde
termijnen bestaan.
Om mogelijk te maken dat zwangerschap- en bevallingsverlof fiscaal geen
gevolgen hoeft te hebben voor de pensioenopbouw in een beroeps- of
bedrijfstakpensioenregeling, is aanpassing in lagere regelgeving nodig. Dit zal
in het eindejaarsbesluit 2018 worden meegenomen.
https://magazine.pensioenfederatie.nl/relatiemagazine-2