Beantwoording Kamervragen van de leden Van der Staaij
(SGP), Ellemeet (GroenLinks), Dik-Faber (ChristenUnie) en
Von Martels (CDA) over de situatie dat het openbaar
vervoer in de dorpen niet altijd toegankelijk is voor
rolstoelgebruikers.
Vraag 1
Klopt de informatie dat rolstoelpassagiers die gebruik willen maken van het
openbaar vervoer door een omissie in de wet- en regelgeving aangaande het
openbaar vervoer geweigerd kunnen worden bij het overstappen van een gewone
lijnbus naar een buurtbus, zelfs nu de buurtbussen volgens de Regeling
toegankelijkheid van het openbaar vervoer verplicht geschikt zijn gemaakt om
rolstoelpassagiers te kunnen vervoeren?1
Vraag 2
Is het waar dat de situatie zoals beschreven in vraag 1 veroorzaakt wordt doordat
een buurtbus geen bus is in de zin van de Wet personenvervoer 2000, maar een
auto, en daardoor niet verplicht kan worden om rolstoelpassagiers te vervoeren?
Antwoord 1 en 2
Er is geen sprake van een omissie in de Wet personenvervoer 2000 die
gerepareerd zou moeten worden. Het gaat hier om de toepassing van de Wet
gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz). Deze
wet verbiedt onderscheid op grond van handicap of chronische ziekte, bij onder
meer het aanbieden van openbaar vervoersdiensten. De definitie van “openbaar
vervoer” (ov) die in deze wet wordt aangehouden alsmede in de op deze wet
gebaseerde uitvoeringsregelgeving, heeft een beperktere reikwijdte dan de
(bredere) definitie van ov in de Wet personenvervoer 2000. In het kader van de
opstelling van en afwegingen betreffende de Wgbh/cz en de uitvoeringsregeling, is
blijkens de toelichtingen destijds bewust overwogen om kleinere voertuigen zoals
kleine busjes en auto’s buiten de reikwijdte van deze wet te houden. De specifieke
toegankelijkheidseisen zijn naar hun aard bestemd voor grotere voertuigen. Deze
lijn wordt bevestigd in de uitspraak van het College voor de rechten van de Mens
waar uw Kamer aan refereert.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het een onwenselijke situatie is als mensen in een rolstoel
niet kunnen overstappen van een lijnbus naar een buurtbus, mede gelet op de
verplichtingen zoals vastgelegd in het VN-verdrag inzake de rechten van personen
met een handicap?
Iedereen heeft recht op mobiliteit, ook mensen met een beperking. Dat is
vastgelegd in het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap.
De verantwoordelijkheid voor het (toegankelijk) ov ligt in dit geval bij de
decentrale vervoerautoriteit. Die heeft de inzet van de buurtbus als volgt
toegelicht. De buurtbus is een lokaal initiatief van vrijwilligers nadat de reguliere
lijnbus was opgeheven omdat er te weinig reizigers waren om de lijnbus in stand
te houden. Deze wordt bestuurd door vrijwilligers, die in het algemeen van hogere
leeftijd zijn. Om een rolstoel via een plank naar binnen te duwen en deze vast te
maken (met spanbanden aan ogen op de vloer), is voor velen van hen te
belastend. Als zij verplicht zouden worden om dit te doen, is de kans groot dat zij
deze vrijwilligerstaak niet meer op zich kunnen nemen. Dit heeft de vereniging van
buurtbusverenigingen aan de provincie bevestigd.
Door de provincie is besloten om geen verdere eisen te stellen aan zowel de
vervoerder als aan buurtbusverenigingen om het huidige vervoer aan te passen
voor rolstoelgebruikers in een buurtbus. Overweging achter dit besluit is het feit
dat de vervoerder, die werkt met vrijwilligers, heeft aangegeven er niet voor te
kunnen zorgen dat mensen in een rolstoel meegenomen kunnen worden. Dat leidt
tot de keuze om ofwel helemaal geen bus in te zetten ofwel een buurtbus aan te
bieden die wordt gereden door vrijwilligers, in combinatie met gemeentelijk
doelgroepenvervoer voor mensen die gebruik maken van een rolstoel. Dergelijk
kleinschalig rolstoelvervoer is een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten
die hiervoor professionele (taxi-)vervoerders aannemen met de benodigde
expertise en opleiding om dergelijk gespecialiseerd vervoer aan te kunnen bieden.
Vraag 4
Indien er inderdaad sprake is van een omissie in de wet, bent u dan bereid de
genoemde omissie te repareren door de Wet personenvervoer 2000 aan te passen,
zodat ook mensen met een rolstoel voortaan altijd gebruik kunnen maken van het
openbaar vervoer in de buurtbus, buiten de stroom- of hoofdlijnen?
Zie het antwoord op vraag 1 en 2.
1 https://www.mensenrechten.nl/publicaties/oordelen/2017-134/detail