1466
Vragen van de leden Beckerman en Van Kent (beiden SP) aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de risico’s van gespoten
purschuim (ingezonden 21 februari 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties), mede namens de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (ontvangen 16 maart 2018).
Vraag 1
Kent u het artikel in Cobouw, waarin werknemers verklaren ziek te zijn
geworden van purschuim en het bericht in Tubantia over een gezin dat in een
stacaravan woont vanwege purschuim in hun huis?1 2
Ja.
Vraag 2
Hoe verhouden de klachten van werknemers zich tot uw eerdere antwoord op
Kamervragen dat «... het in beeld hebben van de risico’s van het werk en het
inzetten van doeltreffende beschermende maatregelen de verantwoordelijkheid
van de werkgever...» betreft?3
Het in beeld hebben van de risico’s van het werk, het informeren van
werknemers en het inzetten van doeltreffende beschermende maatregelen is
de verantwoordelijkheid van de werkgever. Indien een werknemer van
mening is dat deze gezondheidsschade heeft opgelopen (mogelijk mede
gebaseerd op het diagnoseprotocol) kan de werknemer kan zich in eerste
instantie richten tot de werkgever zelf en proberen om tot een schikking te
komen. De werknemer kan zich daarbij laten ondersteunen door een
belangenbehartiger, bijvoorbeeld via rechtsbijstand, een verzekeraar of het
Bureau Beroepsziekten van de FNV. In het geval de werkgever (en diens
verzekeraar) niet bereid is tot een schadevergoeding dan kan de werknemer
overwegen een civiele claim in te dienen in een gerechtelijk proces.
Vraag 3
Wie is op dit moment verantwoordelijk voor het opruimen van chemische
stoffen in een woning als deze zijn aangebracht? Zijn de regels het zelfde als
het gaat over gespoten pur? Kunt u uw antwoord toelichten?
De eigenaar van een woning is zelf verantwoordelijk voor een veilige woning
en het laten opruimen van eventuele chemische stoffen die de gezondheid
schaden. Als chemische stoffen in de woning terecht zijn gekomen, door
handelingen van een bedrijf, dan kan de woningeigenaar privaatrechtelijk het
bedrijf aansprakelijk stellen. Dit geldt ook voor gespoten PUR.
Vraag 4
Welke oplossing(en) heeft u voor oude gevallen, aangezien u erkent dat er
schade is, fysiek en materieel?
In mijn vorige antwoorden (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–
2018, nr. 1160) heb ik geen uitspraak gedaan over de erkenning van schade.
Het is niet aan mij om schade te erkennen. De afhandeling van klachten is
een privaatrechtelijke aangelegenheid, waarin de rijksoverheid geen partij is.
Als werknemers of bewoners schade hebben, dan kunnen zij hiervoor
privaatrechtelijk hun werkgever respectievelijk aannemer verantwoordelijk
stellen.
Om bewoners te ondersteunen in de vraag of hun klachten zouden kunnen
zijn veroorzaakt door isocyanaten of PUR-schuim, is er sinds 2016 een
diagnoseprotocol beschikbaar op basis waarvan mensen die klachten ervaren
zich kunnen laten onderzoeken. Het is echter niet aan mij om te beoordelen
of te erkennen of en zo ja welke gezondheidsklachten of schades er eventueel
zijn ontstaan. De eigenaren van de woningen hebben een dienst of product
afgenomen bij een bedrijf. De primaire verantwoordelijkheid voor het correct
aanbrengen van PUR-schuim ligt bij de betreffende verwerker. Eventuele
schadeloosstelling dus ook.
Indien een werknemer of een ex-werknemer van mening is dat deze
gezondheidsschade heeft opgelopen (mogelijk mede gebaseerd op het
diagnoseprotocol) kan de werknemer kan zich in eerste instantie richten tot
de (voormalige) werkgever zelf en proberen om tot een schikking te komen.
Ook een ex-werknemer kan zich daarbij laten ondersteunen door een
belangenbehartiger, bijvoorbeeld via rechtsbijstand, een verzekeraar of het
Bureau Beroepsziekten van de FNV. In het geval de voormalige werkgever (en
diens verzekeraar) niet bereid is tot een schadevergoeding dan kan de
werknemer overwegen een civiele claim in te dienen in een gerechtelijk
proces.
Werknemers kunnen met werkgerelateerde gezondheidsklachten terecht bij
de bedrijfsarts. Indien ex-werknemers gezondheidsklachten hebben kunnen zij
terecht bij hun huisarts.
Vraag 5
Klopt het dat het diagnoseprotocol, waarnaar u verwijst in antwoorden op
schriftelijke vragen, deels is betaald door de isolatiesector zelf? Hoeveel is
door het ministerie betaald en hoeveel door de sector?
Zoals in de beantwoording van de eerdere Kamervragen (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1160) is gemeld, heeft mijn
ambtsvoorganger om meer zicht en duidelijkheid te krijgen over de door
bewoners gemelde gezondheidsklachten, de sector gevraagd om aan dat
onderwerp ook aandacht te besteden in hun actieplan. Daartoe is het
diagnoseprotocol opgesteld. Het protocol is opgesteld door artsen van het
Vumc, AMC en GGD Groningen en met betrokkenheid van diverse andere
medisch deskundigen. De helft van de kosten hiervoor zijn betaald door de
sector. Voor de andere helft van de kosten heeft het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties subsidie verleend aan Vumc.
Vraag 6
Welke invloed heeft de isolatiesector gehad op de inhoud van het diagnoseprotocol
en staat u er nog steeds achter dat dit protocol deels is bekostigd
door de sector zelf?
Het protocol is opgesteld door artsen van het Vumc, AMC en GGD Groningen
en met betrokkenheid van diverse andere medisch deskundigen. Alle
belangenorganisaties mochten input leveren die vervolgens werd beoordeeld
door medisch inhoudelijke experts. Ook de branche mocht dus input leveren
over bijvoorbeeldhet productieproces van gespoten PUR-schuim, maar ook
die inbreng is beoordeeld door medisch inhoudelijke experts. Ik heb daarom
geen redenen om te twijfelen aan de medische inhoud van het protocol.
Vraag 7
Bent u bereid deze vervolgvragen te beantwoorden voor het algemeen
overleg Bouwregelgeving en energiebesparing op n 22 februari 2018?
Het is niet haalbaar gebleken om de vragen in minder dan 48 uur te
beantwoorden.
1 https://www.cobouw.nl/bouwbreed/nieuws/2018/02/oud-medewerkers-pluimers-onthullenwerden-ziek-van-pur-101258086
2 https://www.tubantia.nl/almelo-e-o/gezin-uit-aadorp-ziek-van-pur-wil-dat-pluimers-opdraaitvoor-schoonmaak-huis~ab7d66be/
3 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1160