1450
Vragen van het lid Kröger (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en
Waterstaat over luchthaven Lelystad (ingezonden 12 februari 2018).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en
Waterstaat) (ontvangen 15 maart 2018).
Vraag 1
Kunt u garanderen dat er op basis van het huidige besluit niet meer dan
45.000 vliegbewegingen vanaf Lelystad Airport gaan plaatsvinden?
Vraag 2
Zal er op Lelystad Airport gehandhaafd worden op aantallen vliegbewegingen?
Vraag 3
Hoe wordt de in uw brief van 8 februari jl. genoemde gebruiksruimte,
gebaseerd op 45.000 vliegbewegingen, vastgesteld?1 Hoe wordt deze
gemaximaliseerd? Hoe en door wie wordt deze gehandhaafd?
Antwoord 1–3
Zoals ik uw Kamer heb geïnformeerd bij brief van 8 februari jl.2 is in het
huidige Luchthavenbesluit Lelystad uit april 2015 het gebruik van de
luchthaven begrensd door middel van het vastleggen van een maximale
gebruiksruimte en grenswaarden in handhavingspunten.
De bepalingen over grenswaarden worden gehandhaafd door de Inspectie
Leefomgeving en Transport. In het gewijzigde Luchthavenbesluit dat na het
advies van de Commissie voor de m.e.r. over de MER-actualisatie in
procedure zal worden gebracht zal een maximumaantal van 45.000 vliegbewegingen
worden opgenomen. Hierop kan dan ook door de ILT worden
gehandhaafd.
Vraag 4
Hoe en door wie wordt het plafond van 10.000 vluchten waar in de Kamerbrief
aan wordt gerefereerd gehandhaafd?
Dit plafond van 10.000 vliegbewegingen met groot commercieel verkeer is
primair ingegeven vanuit de technisch operationele en veiligheidseisen van
de luchtverkeersleiding in het bestaande luchtruim zoals dat nu is ingedeeld.
Uw Kamer is hierover bij brief van 12 september jl.3 geïnformeerd. Om de
omgeving expliciet te verzekeren dat voor de tijdelijke situatie tot herziening
van het luchtruim, dit plafond niet zal worden overschreden, wordt dit
maximum ook vastgelegd in afspraken met de luchthaven, LVNL en CLSK. De
Kamer zal hierover te zijner tijd nader worden geïnformeerd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat voor de beleving van geluidshinder het aantal
vliegbewegingen van grote invloed is, en dat de optelsom van enkele
lawaaiige vliegtuigen dus niet hetzelfde is als de optelsom van vele iets
minder lawaaiige vliegtuigen?
Vraag 6
Deelt u de mening van organisaties van omwonenden dat de geluidseenheid
van decibellen, die de geluidsenergie aangeeft, te weinig uitdrukking geeft
aan de geluids- en hinderbeleving van mensen?
Antwoord 5–6
Hinderbeleving betreft een breed en complex gebied. Voor het in beeld
brengen van de geluidsbelasting en geluidhinder rond luchthavens worden
naar internationaal voorbeeld de Lden en Lnight gehanteerd.
Bij de Lden bepaling gaat het om meer dan alleen aantallen vliegtuigbewegingen,
vliegtuigtypes of geluidsenergie. De geluidsbelasting hangt daarnaast
ook af van aantal, duur en tijdstip van de vliegtuigpassages. Het tijdstip wordt
meegewogen middels «etmaalweegfactoren». Vliegtuigbewegingen in de
avond en voor 7 uur ’s ochtends wegen zwaarder mee, waardoor wordt
meegenomen dat een vliegtuigpassage in de nacht of avond als hinderlijker
wordt ervaren dan eenzelfde vliegtuigpassage overdag. Genoemde factoren
worden in de Lden en Lnight berekeningen zodanig gecombineerd dat een
relatie kan worden gelegd met de door de geluidsbelasting veroorzaakte
hindereffecten.
In hinderbelevingsonderzoeken bij Schiphol is door RIVM, ook vorig jaar nog,
de relatie gelegd tussen de berekende geluidsbelasting enerzijds en de
ondervonden hinder anderzijds. Het is in theorie mogelijk dat deze situatie
rond Schiphol anders is dan rond Lelystad, maar zonder dat de luchthaven
operationeel is kan dit niet getoetst worden. Omdat beleving van belang is
komt er ook uitgebreide monitoring bij Lelystad, doen we belevingsonderzoek
en gaan we evalueren. Tevens wordt dit meegenomen in de luchtvaartnota
conform de motie van het lid Van Raan c.s.4
.
Vraag 7
Klopt het dat de gebruiksruimte wordt vastgesteld aan de hand van geluidsprofielen,
op basis van een laboratoriumsituatie? Worden deze geluidsprofielen
aangepast op basis van daadwerkelijke geluidsmetingen? Wordt hierbij
rekening gehouden met wisselende atmosferische omstandigheden,
weerkaatsing van geluid en andere factoren die van invloed zijn?
Bij het bepalen van geluidsprofielen ten behoeve van het vaststellen van de
gebruiksruimte wordt gebruik gemaakt van geluidcertificatie-gegevens
verkregen uit metingen onder internationaal voorgeschreven (ICAO) regels.
Daarbij gelden onder andere regels met betrekking tot weersomstandigheden
waaronder mag worden gemeten (t.a.v. wind, neerslag, temperatuur en
luchtvochtigheid), de locatie van meetpunten, het aantal keer dat moet
worden gemeten etc. Bij het vaststellen van geluidprofielen voor luchthavens
wordt daarnaast gebruik gemaakt van gegevens over bijvoorbeeld stuwkracht
en vlieghoogte die passend is voor het verkeer bij de luchthaven. In de
wettelijk voorgeschreven geluidberekeningsvoorschriften wordt geen
rekening gehouden met wisselende atmosferische omstandigheden of
weerkaatsing van geluid. Voor de toepassing wordt ten aanzien van dit punt
uitgegaan van een gemiddelde situatie.
Vraag 8
Wordt geluidsoverlast van al het vliegverkeer van Lelystad Airport gemeten
of alleen berekend? Zo ja, hoe, waar en door wie?
Ten behoeve van Luchthavenbesluiten en de daartoe op te stellen milieueffectrapportages,
worden door de initiatiefnemer geluidberekeningen gemaakt
op basis van vervoersprognoses voor een toekomstige situatie. Dit wordt
gedaan conform de wettelijke berekeningsvoorschriften.
In het Luchthavenbesluit worden vervolgens grenswaarden in handhavingspunten
vastgesteld. De ILT is de handhavende instantie. Handhaving in de
grenswaarden vindt plaats op basis van het daadwerkelijke aantal bewegingen,
die worden gekoppeld aan de geluidseigenschappen van de daadwerkelijk
gevlogen vliegtuigtypen. Daarnaast kunnen er aanvullend metingen
plaatsvinden, die dan een rol hebben in de informatieverschaffing en
daarnaast ook een signalerende functie hebben. Bij onverwachte en
afwijkende waarden kan er vervolgens nader onderzoek gedaan worden. Op
dit moment wordt er rond Lelystad Airport nog niet gemeten. De luchthaven
werkt aan een voorstel om tot meetposten rond de luchthaven te komen.
Vraag 9
Is de berekening van de geluidsruimte gebaseerd op 45.000 vliegtuigbewegingen
in totaal, of in delen voor beide richtingen van de baan? En in dat geval,
hoeveel voor welke richting?
De berekeningen zijn gebaseerd op 45.000 vliegtuigbewegingen voor
groothandelsverkeer in totaal; de verdeling over de banen is afhankelijk van
de windrichting: zo wordt er altijd tegen de windrichting in gestart en geland.
Op Lelystad Airport is sprake van slechts één baan die naar en van twee
kanten kan worden bevlogen. In Nederland komt westelijke wind vaker voor.
Daar is rekening mee gehouden bij de geluidberekeningen.
Vraag 10
Op welk moment en onder welke voorwaarden wordt er toestemming
verleend voor de doorgroei naar 25.000 vliegtuigbewegingen?
Voor het accommoderen van meer dan 10.000 vliegtuigbewegingen groot
commercieel verkeer op Lelystad Airport is het noodzakelijk dat er ruimte is
gecreëerd via de herinrichting van het luchtruim. Hierdoor kunnen routedelen
hoger worden ontworpen en vastgelegd in regelgeving en is volumegroei
naar 25.000 en 45.000 vliegtuigbewegingen mogelijk. Over de aanpak en
tijdpad van de herziening luchtruim heb ik u al separaat geïnformeerd. Zie
ook antwoord 4.
Zoals uw Kamer recent gemeld bij brief van 21 februari jl.5 zal bij 7.000
vliegtuigbewegingen een evaluatie plaatsvinden. Hierbij zal worden getoetst
of onderliggende aannames uit de MER-actualisatie (nog steeds) gelden.
Vraag 11
Wanneer hebt u deze nieuwe beleidsvoornemens aan de Kamer voorgelegd,
in welke nota, wetsvoorstel of ontwerpbesluit?
Er is geen sprake van nieuwe beleidsvoornemens.
Vraag 12
Bent u van plan om deze uitspraken, jaartallen en maximale aantallen
vliegtuigbewegingen juridisch te verankeren in een artikel van het Luchthavenbesluit
Lelystad bij de aangekondigde wijziging of herziening van dat
besluit?
Zoals ik uw Kamer heb laten weten bij brief van 21 februari jl.6 begrijp ik de
zorgen die leven in de omgeving. Lelystad Airport wordt ontwikkeld voor
45.000 vliegbewegingen. Daar mag geen misverstand over bestaan. Daarom
wordt in aanvulling op de bepaling in het Luchthavenbesluit waarmee de
maximale gebruiksruimte wordt vastgelegd, het maximum van 45.000
vliegbewegingen voor groot commercieel verkeer met de komende wijziging
van het Luchthavenbesluit Lelystad meegenomen. Hiermee geef ik invulling
aan de motie van het lid Laçin7 en de motie van het lid Kröger8
.
Vraag 13
Hoe zult u uw toezegging van 19 december jl. gestand doen dat er beroep
ingesteld kan worden tegen de wijzigingen van het Luchthavenbesluit
Lelystad door belanghebbenden wier bezwaren zijn afgewezen?
De wijziging van het Luchthavenbesluit Lelystad doorstaat de daarvoor
verplichte procedure. Daarbij is onder andere voorzien in een zienswijzeprocedure.
Zowel de wijziging van het Luchthavenbesluit als de actualisatie van
het MER zullen dan ter inzage worden gelegd. Eenieder zal in de gelegenheid
worden gesteld om een zienswijze in te dienen. Bij de burgerlijke rechter kan
een procedure worden gevoerd tegen het Luchthavenbesluit Lelystad en een
wijziging daarvan. Bestuursrechtelijk beroep is in de wet uitgesloten.
Vraag 14
Waarom is ervoor gekozen om uit te rekenen dat er 60.000 vliegbewegingen
mogelijk zouden kunnen zijn op Lelystad Airport? Op wiens initiatief is dit
gedaan?
Voor de geluidberekeningen voor de Actualisatie is uitgegaan van een in
overleg met de luchthaven bepaalde realistische verkeerssamenstelling voor
de eindsituatie bij 45.000 vliegtuigbewegingen voor groot verkeer. In het
kader van de MER-actualisatie is ook de gevoeligheid hiervan in beeld
gebracht. Dit is een gangbare werkwijze bij het uitvoeren van berekeningen
ten behoeve van milieuonderzoek zoals een MER-actualisatie en is ook op
verzoek van en in overleg met het bewonerscomité gedaan. De MERactualisatie
is uw Kamer ook bij brief van 21 februari jl. ter beschikking
gesteld.
Vraag 15
Is de «gebruiksruimte» waarover wordt gesproken in de Kamerbrief hetzelfde
als de geluidscontouren waarnaar in artikel 8 van het Luchthavenbesluit
wordt verwezen?
Nee, dat is niet hetzelfde. De gebruiksruimte wordt vastgelegd door middel
van grenswaarden in handhavingspunten, waar ILT ook op handhaaft. Deze
grenswaarden zijn gericht tot de luchthaven, de luchtvaartmaatschappijen en
de luchtverkeersdienstverleners.
Geluidscontouren geven het gebied aan met ruimtelijke beperkingen
vanwege geluid (70, 56 en 48 dB(A) Lden). Dit wordt doorvertaald via het
instrumentarium van de ruimtelijke ordening naar provincies en gemeenten,
en werkt door in bijvoorbeeld bestemmingsplannen.
Vraag 16
Kunt u deze vragen vóór het komende VAO Luchtvaart beantwoorden?
Dat is helaas niet gelukt.
1 Documentnummer 2018D04558
2 Kamerstuk 31 396, nr. 441
3 Kamerstuk 31 396, nr. 394
4 Kamerstuk 31 396, nr. 445
5 Kamerstuk 31 936, nr. 462
6 Kamerstuk 31 936, nr. 462
7 Kamerstuk 31 936, nr. 442
8 Kamerstuk 31 396, nr. 451