Beantwoording Kamervragen van het lid Amhaouch (CDA)
over supersnelle treinen naar de landsdelen
Vraag 1
Kent u de berichten “Toekomstvisie: non-stop trein Maastricht-Randstad”1
en
“ProRail wil supersnelle trein tussen Leeuwarden en Randstad, zonder stops?2
Ja, die berichten ken ik.
Vraag 2
Wat is uw reactie op beide berichten?
Samen met de spoorsector en de decentrale overheden heb ik het Toekomstbeeld
OV 2040 opgesteld (www.overstappennaar2040.nl). Een van de ambities is om de
reistijd op het spoor tussen economische kerngebieden in Nederland te verkorten.
Maar bijvoorbeeld ook om de stedelijke bereikbaarheid te verbeteren. Gezamenlijk
werken wij de ambities op dit moment verder uit. Ik verwijs daarvoor naar mijn
brief aan uw Kamer over het vervolg van het Toekomstbeeld OV en de uitkomsten
van de Landelijke OV en Spoortafel (d.d. 5 december 2017, Kamerstuk 23 645, nr.
651). Ik informeer u naar aanleiding van de OV en Spoortafels in april en
aankomend najaar over de voortgang.
In het AO Spoor van 14 februari heb ik aangegeven dat in de gezamenlijke
uitwerking van het Toekomstbeeld OV elke partij reële suggesties en plannen naar
voren kan brengen. Voor elk kabinet geldt dat met de beschikbare middelen een zo
groot mogelijk effect moet worden bereikt. Daarom is het voor mij van belang om
uitgewerkte plannen en reële keuzemogelijkheden in samenhang te toetsen op
maatschappelijke effecten, kosten, haalbaarheid en maakbaarheid. Daarin zal ook
naar voren komen hoeveel reizigers voordeel of nadeel hebben, bijvoorbeeld bij
het op minder stations laten stoppen van Intercity treinen.
Ik zal met de betrokken regio’s, vervoerders en ProRail bij de uitwerking van het
Toekomstbeeld OV op zoek gaan naar slimme en creatieve oplossingen om waar
mogelijk te reistijd te verkorten. Welke effectieve oplossingen en maatregelen
hieruit naar voren komen is nu nog niet te zeggen. Gezien de Nederlandse situatie
met relatief korte reisafstanden en stedelijke gebieden die dicht bij elkaar liggen
zijn wensen voor een geheel nieuwe snelle verbinding naar de landsdelen niet snel
rendabel. Dat geldt ook voor het geschikt maken van bestaande infrastructuur
voor zeer hoge snelheden. Bij onderzoek naar de Zuiderzeelijn (snelle
verbindingen van Groningen en Leeuwarden naar de Randstad) is in 2006
bijvoorbeeld al geconcludeerd dat de positieve effecten te beperkt waren in relatie
tot de hoge investeringen.
Vraag 3
Kunt u aangeven in welk kader de opmerkingen zijn gemaakt, hoe de dekking
geregeld is en waarom de Kamer hier niet eerder over geïnformeerd is?
ProRail geeft aan dat de heer Eringa dit zijn plannen geuit heeft in een artikel over
zijn wensen voor het spoor in de Telegraaf. De uitspraken over de non-stop treinen
moeten in dat licht bezien worden. Andere media hebben vervolgens delen van de
berichtgeving overgenomen. Zie verder antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Is de businesscase reeds beschikbaar? Zo ja, wilt u die met de Kamer delen?
Vraag 5
Wat moet worden verstaan onder “Deze moeten nog worden afgestemd met het
ministerie van Infrastructuur en Waterstaat”?
Antwoord 4 en 5
In de uitwerking van het Toekomstbeeld OV kan elke partij zijn of haar inzichten en
ambities inbrengen. Dus ook ProRail. Zie verder antwoord op vraag 2. Een concrete
businesscase voor een non-stop trein tussen de Randstad en Maastricht of
Leeuwarden is niet bij ProRail ontwikkeld.
Vraag 6
Kunt u toelichten wat de tijdsplanning is van de realisatie van de supersnelle trein
tussen Leeuwarden en de Randstad en Maastricht en de Randstad? Klopt het dat
dit nog enkele jaren gaat duren en waarom zou dat niet sneller gerealiseerd
kunnen worden?
Nee, ik ken op dit moment geen concreet plan en dus ook geen concrete
tijdsplanning. Zie verder het antwoord op vraag 2.
1 https://m.limburger.nl/cnt/dmf20180209_00055758/toekomstvisie-non-stop-treinmaastricht-randstad
2 http://www.lc.nl/friesland/ProRail-wil-supersnelle--tussen-Leeuwarden-en-Randstad-zonderstops-22903568.html