Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het
lid Omtzigt (CDA) over het aanvullend pensioenfonds van
Europarlementariërs (ingezonden 20 februari 2018)
Vraag 1
Kent u het artikel over het aanvullend pensioenfonds van Europarlementariërs,
waarin Europarlementariërs tot 2009 extra konden bijdragen voor een royale
vrijwillige pensioenregeling, die bovenop de standaard regeling kwam? 1)
Ja.
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat dit pensioenfonds een dekkingsgraad heeft van
ongeveer 37%?
Ja
Vraag 3
Wat zou er gebeuren indien een willekeurig pensioenfonds in Nederland een
dekkingsgraad zou hebben van 37%? Hoe hoog zou de korting zijn die
gepensioneerden op hun pensioen zouden hebben?
In Nederland moet een pensioenfonds een herstelplan indienen als de
beleidsdekkingsgraad van het fonds onder de vereiste dekkingsgraad van het
fonds zakt. Het vereist eigen vermogen hangt af van de risico’s die het fonds loopt
en bedraagt gemiddeld circa 127%.
Beneden een bepaalde dekkingsgraad, ook wel de kritische dekkingsgraad of
kortingsgrens genoemd, zijn kortingen in het herstelplan onvermijdelijk. Deze
kritische dekkingsgraad is afhankelijk van de herstelkracht van het fonds. De
herstelkracht hangt onder meer af van het beleggingsbeleid van het fonds en de
hoogte van de premiebijdrage. Voor de meeste fondsen ligt de kritische
dekkingsgraad of kortingsgrens tussen de 80 en 90 procent. Eventueel benodigde
kortingen mogen worden uitgesmeerd over maximaal tien jaar. Een fonds met een
dekkingsgraad onder de kritische dekkingsgraad of kortingsgrens moet dus een
korting doorvoeren van minimaal een tiende van het verschil tussen de kritische
dekkingsgraad en de huidige dekkingsgraad. Indien de dekkingsgraad een jaar
later zich nog steeds onder de kritische dekkingsgraad bevindt, zal opnieuw een
korting doorgevoerd moeten worden.
Indien een fonds vijf jaar aaneengesloten een beleidsdekkingsgraad heeft onder
het minimaal vereist eigen vermogen (circa 104%), dient er een onvoorwaardelijke
korting te worden doorgevoerd. Ook deze korting mag over maximaal tien jaar
worden gespreid.
Het is onder de Nederlandse herstelsystematiek erg onwaarschijnlijk dat een fonds
uitkomt op zo’n lage dekkingsgraad, omdat de herstelsystematiek al eerder
maatregelen afdwingt. De kans lijkt zeer reëel dat een willekeurig pensioenfonds
in Nederlands met een dekkingsgraad van 37% een substantiële korting moet
doorvoeren. De omvang daarvan hangt onder meer af van de herstelkracht van
het betreffende fonds en het aantal jaren dat het fonds in onderdekking is.
Vraag 4
Bent u bereid om een brief te schrijven aan de Europees toezichthouder voor
pensioenen, EIOPA, met het verzoek een impact assessment te laten maken van
dit fonds?
Het is aan het EP een oplossing voor deze problematiek te vinden. Het EP is zelf
verantwoordelijk voor de houdbaarheid van zijn eigen vrijwillige aanvullende
pensioenregeling. Het kabinet verwacht van de leiding van het EP een serieuze
aanpak van dit probleem. In het algemeen maakt het kabinet zich ten aanzien van
de EU-instellingen en internationale organisaties sterk voor versobering en
modernisering van arbeidsvoorwaarden in lijn met het publieke karakter van de
instelling en de sector waarin de instelling opereert. Dat geldt ook ten aanzien van
pensioenen.
Vraag 5
Klopt het dat er een poging wordt ondernomen om honderden miljoenen bij te
storten?
Vraag 6
Kunt u aangeven welke procedures gebruikt worden om extra bij te storten en hoe
Nederland dat zou kunnen voorkomen?
Antwoord vraag 5 en 6
Wat het kabinet betreft is het aan het Europees Parlement en haar leden om een
oplossing te vinden voor het pensioenfonds. Het Europees Parlement bespreekt op
dit moment de begroting voor 2019. In het ontwerprapport wordt onder punt 26
verwezen naar een oproep aan het bureau van het Europees Parlement om
voldoende financiële middelen beschikbaar te maken voor het nakomen van de
pensioenrechten van EP-leden en geaccrediteerde assistenten van EP-leden1
.
Leden van het Europees Parlement hebben tot 14 maart 2018 de tijd
amendementen op dit ontwerprapport in te dienen. Wat het kabinet betreft, blijft
het dus aan het EP om binnen de eigen begroting oplossingen te vinden voor de
gerezen problemen.
Vraag 7
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat over de Europese top?
De beantwoording van de vragen vergt dat het kabinet hier zorgvuldig naar kijkt.
Het kabinet zal binnen de gestelde termijnen antwoord geven.
1
http://www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-%2f%2fEP%2f%2fNONSGML%2bCOMPARL%2bPE618.305%2b01%2bDOC%2bPDF%2bV0%2f%2fEN