1420
Vragen van de leden Omtzigt, Pieter Heerma en Slootweg (allen CDA) aan
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van
Financiën over het niet-opgevolgde advies van het Bureau ICT Toetsing (BIT)
om het ICT project Wet tegemoetkomingen loondomein gedeeltelijk uit te
stellen (ingezonden 22 januari 2018).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (ontvangen 13 maart 2018). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1178
Vraag 1
Bent u bekend met het definitief BIT-advies project Wet tegemoetkomingen
loondomein van 16 november 2017 dat de aanbeveling bevat om het
Loonkostenvoordeel (LKV) niet op 1 januari 2018 in te laten gaan maar een
jaar uit te stellen? 1
Ja.
Vraag 2
Ben u op de hoogte van het «Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing»,
waarvan artikel 4, lid 4 stelt dat een definitief advies van het BIT, desgewenst
met reactie, binnen vier weken dient te worden verzonden aan de Tweede
Kamer der Staten-Generaal?
Ja.
Vraag 3
Waarom heeft u het advies niet voor 14 december 2017 aan de Kamer
gestuurd en dus voor de ingang van de LKV op 1 januari 2018 definitief
werd?
Ik betreur het dat ik uw Kamer niet binnen de reactietermijn van vier weken
heb kunnen informeren. Juist omdat ik afwijk van het advies, vind ik
zorgvuldigheid van groter belang dan snelheid. Om een zorgvuldige afweging
te kunnen maken en tot een gefundeerd oordeel te komen, heb ik de uitkomst
van de ketentesten daarbij willen betrekken. De ketentesten zijn op 5 januari
jl. met succes afgerond. Vervolgens zijn de stukken, conform artikel 4, vijfde
lid van het «Instellingsbesluit tijdelijk Bureau ICT-toetsing» aangeboden aan
de eerstvolgende ministerraad na het Kerstreces op 12 januari jl.
Vraag 4, 5 en 6
Realiseert u zich dat het hier om een groot project gaat, waarbij de overheid
jaarlijks meer dan 900 miljoen euro subsidie gaat betalen voor het in dienst
nemen/houden van werknemers?
Kunt u voor de jaren 2015–2010 per jaar en per deelnemer (UWV, Belastingdienst
en gemeentes) aangeven hoeveel het project in de raming zou gaan
kosten?
Kunt u voor die jaren aangeven hoeveel er is uitgeven en hoeveel er geraamd
is?
Het gaat hier inderdaad om een groot project. Er wordt circa 900 miljoen euro
besteed aan drie arbeidsmarktinstrumenten, namelijk het lageinkomensvoordeel
(LIV), jeugd-LIV en de loonkostenvoordelen (LKV). Het LIV
is bedoeld om de werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt te
stimuleren. Het jeugd-LIV betreft een werkgeverscompensatie voor de
toegenomen loonkosten vanwege het verhogen van het minimumjeugdloon.
De loonkostenvoordelen zijn bedoeld om het arbeidsmarktperspectief van
mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt, zoals oudere
werknemers en arbeidsgehandicapten, te verbeteren. Bovendien wordt met
de nieuwe systematiek de handhaving verbeterd en de verzilveringsproblematiek
opgelost, zodat ook kleine werkgevers optimaal kunnen profiteren van
de tegemoetkomingen.
Aangezien de Wtl een groot project is, worden de uitvoeringskosten
stapsgewijs door UWV geraamd. Het is namelijk niet realistisch bij grote
ICT-projecten op voorhand een precieze kostenraming te maken. Zeker niet
gezien de stapeling van wetgeving die bij de Wtl heeft plaatsgevonden. De
jeugd-LIV is bijvoorbeeld tijdens het traject toegevoegd. Op dit moment
wordt gewerkt aan het consolideren van de gezamenlijke projectkosten. Deze
zullen binnenkort worden gepubliceerd via het daarvoor bestemde Rijks
ICT-dashboard (www.rijksictdashboard.nl). De kosten die de 380 gemeenten
maken om de Wtl te implementeren zijn niet bekend.
Vraag 7
Wanneer is een integrale ketentest gepland of uitgevoerd voor het Lage
inkomensvoordeel (LIV), de jeugd-LIV en de LKV? Wat zijn de resultaten van
die testen?
De Wet tegemoetkomingen loondomein (Wtl) wordt door UWV en Belastingdienst
gefaseerd ingevoerd. Er is sprake van drie verschillende onderdelen,
het lage-inkomensvoordeel (LIV), het lage-inkomensvoordeel voor jongeren
(jeugd-LIV) en de loonkostenvoordelen (LKV’s). De implementatie van deze
onderdelen is opgeknipt in verschillende werkprocessen. Ten behoeve van het
proces voorlopige berekening LIV is de ketentest van 17 november 2017 tot
en met 5 januari 2018 uitgevoerd en afgerond. De testen zijn volgens UWV en
Belastingdienst positief verlopen en zijn aanleiding geweest voor definitieve
vrijgave van dit proces voor productie.
De processen beschikken, herzien en bezwaar die aan het eind van het totale
LIV-proces in de loop van dit jaar benodigd zijn, volgen in de komende
maanden. Verder wordt de WTL-applicatie in de loop van 2018 door UWV
aangepast voor de jeugd-LIV en LKV. De testen voor deze twee onderdelen
staan gepland voor de tweede helft van 2018. Bij iedere procesrelease wordt
een integrale ketentest uitgevoerd om een gefundeerd vrijgavebesluit te
kunnen nemen. De voortbrenging vindt op deze wijze zorgvuldig en
planmatig plaats.
Vraag 8
Constaterende dat u op 15 januari 2018 schreef dat een aantal knelpunten is
opgelost tijdens het BIT-advies, welke knelpunten zijn opgelost en welke
knelpunten zijn niet opgelost?
Alle relevante systemen voor de uitvoering van het proces «voorlopige
berekening LIV» zijn gereed. De Wtl-applicatie («de rekenmachine»), de
koppelingen voor het berichtenverkeer tussen UWV en de Belastingdienst en
de gezamenlijke database zijn afgerond en werken. Op 26 januari jl. zijn deze
procesonderdelen door de gezamenlijke stuurgroep vrijgegeven voor
productie. Alle door het BIT benoemde bevindingen zijn geadresseerd in de
bijlage van de brief van 15 januari jl.2
Onderstaand een opsomming van de belangrijkste bevindingen:
Selectie uit de polisadministratie:
Het BIT adviseert de selectie op de polis af te ronden en te bekrachtigen. Dit
knelpunt is inmiddels door UWV opgelost. Het bestand is veelvuldig getest en
vrijgegeven voor productie.
Ketentest:
Het BIT adviseert om zo snel mogelijk een integrale ketentest te plannen. De
ketentest is inmiddels met succes afgerond. Er zijn geen bevindingen meer en
UWV en de Belastingdienst zijn klaar om in productie te gaan voor het
verzenden van de voorlopige berekening van het LIV naar de werkgevers
(vóór 15 maart a.s.).
Voorlopige berekeningen digitaal aanbieden:
Het BIT beveelt aan om na te gaan of de voorlopige berekeningen in 2018 op
enigerlei wijze digitaal aangeboden kunnen worden. Dit advies is overgenomen.
De grote werkgevers met meer dan 100 LIV-gerechtigden worden zowel
per post als digitaal geïnformeerd.
Ketenmonitoring:
Het BIT adviseert om zo snel mogelijk de ketenmonitoring te ontwerpen en te
realiseren. Dit advies is overgenomen en de realisatie van ketenmonitoring is
in volle gang. Op 2 februari jl. is de productie gestart en worden de betreffende
productieprocessen gemonitord op juistheid, tijdigheid en volledigheid.
Gedurende 2018 wordt ketenmonitoring doorontwikkeld en uitgebreid naar de
productieprocessen van de jeugd-LIV en de LKV.
Herziening en bezwaar en beroep:
Het BIT adviseert om de processen rond herziening en bezwaar en beroep te
definiëren en daarbij aandacht te besteden aan de taakverdeling tussen UWV
en de Belastingdienst. Dit advies is overgenomen, maar nog niet ingeregeld,
omdat deze processen achteraan in de keten plaatsvinden. UWV en Belastingdienst
zetten zich in om deze processen voor 1 juli 2018 geregeld hebben.
Wtl-applicatie:
Het BIT adviseert om UWV de opdracht te geven om een terugvalplan uit te
werken. De Wtl-applicatie is inmiddels getest en werkt. Een terugvalplan zoals
het BIT aanbeveelt is daarom niet nodig.
Betaalproces van de Belastingdienst
Het BIT merkt op dat niet duidelijk is op welke wijze de Belastingdienst het
proces van uitbetalen van tegemoetkomingen (waaronder verrekening van
vorderingen en boete-inningen) ondersteunt.
De geautomatiseerde innings- en betaalvoorziening van de Belastingdienst is
verouderd. De nieuwe voorzieningen voor de Wtl inbouwen in deze oude
programmatuur is op zichzelf risicovol. Daarom is er vanuit een meerjarenperspectief
voor gekozen om hiervoor nieuwe functionaliteit te gaan
ontwikkelen. De Wtl is de eerste wet die gebruik gaat maken van deze nieuwe
functionaliteit. De ontwikkeling hiervan valt binnen de scope van dit
programma en ligt volgens de Belastingdienst qua ontwikkeling op schema.
Medio januari 2018 zijn de betaalservice en administratie hierop aangepast en
zal dit uitgebreid worden getest. De oplevering van deze nieuwe functionaliteit
is medio april 2018 voorzien. De uitbetaling van het LIV is uiterlijk medio
september 2018. De nieuwe betaalvoorziening is daarom volgens de
Belastingdienst ruim op tijd beschikbaar. Daarnaast is een terugvalscenario
uitgewerkt. Dit betekent dat de Belastingdienst met behulp van een reeds
bestaand back-up systeem de in totaal circa 92.000 betalingen kan uitbetalen.
Het go / no go moment voor het terugvalscenario is 1 augustus 2018. De
Belastingdienst heeft aangegeven dat mocht de nieuwe ICT voor het
betaalproces niet tijdig gereed zijn, dan is de uitbetaling aan de betrokken
werkgevers met het back-up systeem gegarandeerd.
De beleids- en verantwoordingsinformatie
In het advies geeft het BIT aan dat de beleids- en verantwoordingsinformatie
nog niet gerealiseerd is en adviseert deze snel te realiseren. De gevraagde
informatie kan door UWV geleverd worden; eind van dit jaar zal de eerste
beleidsinformatie (van het LIV) worden opgeleverd.
Belangrijke systemen zijn nog niet af
Ten tijde van het onderzoek constateert het BIT dat belangrijke systemen nog
niet klaar waren. UWV heeft daarom vanaf begin oktober 2017 de bouw- en
testcapaciteit moeten vergroten om op tijd klaar te kunnen zijn. Dat is gelukt.
Verder zijn de belangrijkste processen die nodig zijn voor aanvraag en afgifte
van LKV-doelgroepverklaringen bij UWV afgerond. De overige processen,
waaronder een geautomatiseerd systeem voor doelgroepverklaringen LKV,
worden conform planning dit jaar opgeleverd (zie ook vraag 13).
Vraag 9
Constaterende dat gemeentes nu al een doelgroepenverklaringen moeten
opstellen, wanneer is het standaard aanvraagproces en de model doelgroepverklaring
beschikbaar voor gemeentes? En kunnen UWV en SVB in de
tussentijd alle niet gestandaardiseerde verklaringen aan?
Het standaard aanvraagproces, het aanvraagformulier en de model doelgroepverklaringen
zijn inmiddels gereed en beschikbaar gesteld aan
gemeenten via de site van de VNG (https://vng.nl/onderwerpenindex/werk-eninkomen/nieuws/ondersteuning-doelgroepverklaring-en-lkv-ouderewerknemers).
UWV is bij het registreren van doelgroepverklaringen afhankelijk
van hoe gemeenten aanleveren en hoe zij hun processen inrichten.
Wanneer de modelverklaring wordt gebruikt of wanneer alle gegevens die
worden uitgevraagd in de modelverklaring op een ander format worden
doorgegeven, kan UWV ook niet-gestandaardiseerde verklaringen aan. De
SVB speelt overigens geen rol in de uitvoering van de Wtl.
Vraag 10
Kunt u de Privacy Impact Assessment die is uitgevoerd aan de Kamer doen
toekomen?
Ja. De Privacy Impact Assessments (PIA’s) van zowel UWV als Belastingdienst
zijn bijgevoegd3
. De Belastingdienst heeft in eerste instantie een WMK-toets
(Willen, Mogen, Kunnen) uitgevoerd. Op basis van deze toets wordt duidelijk
of er een uitgebreidere PIA toets moet plaatsvinden. Uit de toets kwam naar
voren dat een uitgebreidere PIA niet noodzakelijk is. Echter gezien het belang
en de bevinding van het BIT op dit punt heeft de Belastingdienst besloten om
een volledige gegevensbeschermingseffectbeoordeling (PIA) uit te voeren.
Voor UWV geldt dat vanaf het begin van het project, zoals bij alle projecten
van UWV, de informatiebeheer- en privacyaspecten zijn meegenomen in de
projectarchitectuur. Mede door de aanbeveling van het BIT en het grote
belang van beveiliging en privacy voor burgers, heeft de stuurgroep in de
tweede helft van 2017 besloten een PIA te doen om te zien of UWV aan de
vereisten heeft voldaan. Daarnaast zal UWV in het licht van nieuwe Europese
regels in de eerste helft van 2018 nog een extra gegevensbeschermingseffectbeoordeling
uitvoeren.
Vraag 11
Constaterende dat het BIT op 16 november jl. constateert: «Echter, op dit
moment zijn veel systemen nog niet af en voor sommige systemen is zelfs
het ontwerp nog niet afgerond.», kunt u aangeven om welke systemen het
gaat?
Het klopt dat UWV en Belastingdienst ten tijde van de interviews van het BIT
(19 juni 2017 tot en met 22 augustus 2017) nog volop aan het bouwen waren
aan systemen. In mijn reactie op het BIT-advies heb ik gerefereerd aan de
lange doorlooptijd van het BIT-onderzoek. De constatering van het BIT dat
veel systemen nog niet af zijn, dateert van augustus 2017. Op dat moment
was bijvoorbeeld de Wtl-applicatie nog niet af. UWV en de Belastingdienst
hebben aangegeven dat inmiddels alle systemen voor het proces «voorlopige
berekening LIV» (de Wtl-applicatie, de koppelingen en de gezamenlijke
database) zijn afgerond en gereed voor productie.
Vraag 12
Constaterende dat u volgens de wet u voor 15 maart 2018 de voorlopige
berekeningen van de LIV moet sturen aan 80.000 werkgevers (over 350.000
werknemers), gaat dat lukken?
UWV en Belastingdienst geven aan dat dit gaat lukken. Alle voorbereidingen
zijn getroffen en alle systemen zijn uitgebreid getest. Inmiddels zijn alle
voorlopige berekeningen geprint en deze zullen voor 15 maart a.s. zijn
verzonden. De eerste batch van 25.000 voorlopige berekeningen zijn
afgelopen zaterdag 3 maart bij werkgevers bezorgd.
Vraag 13
Klopt het dat u zeventien FTE geworven heeft om de aanvragen voor de naar
schatting 70.000 LKV verklaringen handmatig in een excel bestand vast te
gaan leggen?
Deze 17 FTE zijn door UWV niet extra geworven, maar deze capaciteit is
beschikbaar binnen UWV wanneer dat nodig is. Naast registratie van deze
verklaringen, gaat het hier met name om het beoordelen van het recht op
LKV, onder andere door het raadplegen van verschillende systemen binnen
UWV en het versturen van doelgroepverklaringen. Deze registratie en een
groot deel van deze personele bezetting is overigens tijdelijk, totdat dit proces
zoveel mogelijk geautomatiseerd is. Het excel bestand wordt nog dit jaar
vervangen door het geautomatiseerde DLA (Doelgroepverklaring Loonkostenvoordeel
Aanvraagafhandeling). Uiteindelijk zijn er naar verwachting 6 FTE
benodigd, wanneer het DLA volledig gereed is met alle modules.
Vraag 14
Welke beleid- en verantwoordingsinformatie zal volgend jaar beschikbaar zijn
om te zien of bepaalde risico’s (zoals gebruik van loonkostensubsidies voor
buitenlandse werknemers en verdringingseffecten) zich wel of niet hebben
voorgedaan?
Het gaat bij de gevraagde reguliere (statistische) beleidsinformatie met name
over het gebruik van de verschillende instrumenten, zowel in aantallen
(werkgevers, werknemers en verloonde uren) als in geld. Met deze informatie
kan het gebruik worden vastgesteld en worden bezien of de beleidsdoelen
worden gehaald.
Vraag 15
Is er een ketenregisseur /ketenbureau met doorzettingsmacht?
Vanaf de beginfase van de implementatie van de Wtl wordt er een strakke
ketenregie gevoerd. De governance van de implementatie van de Wtl is
uitgewerkt in een gezamenlijk invoeringsprogramma met UWV en Belastingdienst,
waarbij sprake is van ketensturing. De operationele ketensturing is
geborgd door een gezamenlijke stuurgroep (GSG) van beide uitvoeringsorganisaties,
met een voorzitter van UWV. Naast deze operationele borging is een
tweede factor voor een succesvolle invoering dat beide uitvoeringsorganisaties
op bestuurlijk niveau op elkaar zijn aangesloten via het zogenaamde
Ketenmanagementberaad (KMB). In het KMB, dat wordt voorgezeten door
SZW, zijn alle partijen (SZW, Financiën, Belastingdienst en UWV) vertegenwoordigd.
Nadat de Wtl succesvol is geïmplementeerd, is het voornemen om
de Wtl-keten gefaseerd onder te brengen binnen de structuur van de
bestaande loonaangifteketen (LAK). Besluitvorming daarover is in voorbereiding.
Vraag 16
Op welke wijze gaat u het invoeringsproces monitoren en de Kamer op de
hoogte houden?
Het Ketenmanagementberaad (zie vraag 15) wordt via een bestuurlijke
rapportage van de gezamenlijke stuurgroep (GSG) maandelijks geïnformeerd
over de voortgang. Ik zal uw Kamer voor Prinsjesdag 2018 schriftelijk
informeren over de voortgang van de implementatie van het lageinkomensvoordeel
(LIV) en voor Prinsjesdag 2019 over de voortgang van de
implementatie van het jeugd-LIV en loonkostenvoordelen (LKV). Mocht er
aanleiding voor zijn dan zal ik uw Kamer tussentijds over de stand en
ontwikkelingen informeren.
Vraag 17
Hoe beoordeelt u zelf de gang van zaken rond de invoering?
De totstandkoming van het programma en de resultaten die UWV en
Belastingdienst met forse krachtinspanning hebben bereikt stemmen mij
tevreden; zeker gezien de tijdsdruk waaronder deze implementatie door het
vorige Kabinet is ingezet. Beide uitvoeringsinstanties zijn hard bezig om de
ontwikkelde processen naar de productie omgeving te brengen. Inmiddels
zijn de koppelingen tussen UWV en de Belastingdienst werkend en naar
productie gebracht. De implementatie- en productiedraaiboeken zijn afgerond
en vanaf begin februari 2018 zal er gefaseerd «live» worden gegaan met het
werkproces voor het LIV. Momenteel wordt hard gewerkt door de Belastingdienst
om ook de definitieve beschikkingen en uitbetalingen van het LIV
conform planning te kunnen laten plaatsvinden. De uitvoeringsorganisaties
liggen op koers om de eerste brieven van de voorlopige berekening LIV
conform wettelijke bepaling voor 15 maart a.s. bij de werkgevers op de mat
te kunnen laten landen. Kortom, het fundament voor een succesvolle
invoering is hiermee gelegd.
Vraag 18
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Nee. De beantwoording vergde meer tijd omdat er PIA’s (zie vraag 10) zijn
opgevraagd.