Vragen van de leden Lodders en Remco Dijkstra (beiden VVD) aan de
staatssecretaris van Financiën over het bericht dat de Belasting van
Personenauto's en Motorrijwielen (BPM)-opbrengst fors hoger is
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘BPM-opbrengst nieuwe auto’s fors hoger’ van BNR?
1)
Ja
Vraag 2
Herkent u de stijging van 27,4% in BPM-opbrengsten?
In het bericht van BNR wordt aangegeven dat de totale opbrengst van de BPM over
het jaar 2017 is gestegen tot ruim € 1.9 miljard. Duidelijk is dat de BPM-inkomsten
in 2017 zijn gestegen ten opzichte van de totale opbrengst in 2016. Op dit moment
worden de definitieve belastinginkomsten over 2017, waaronder de BPMinkomsten,
nader in kaart gebracht. Daardoor kan ik u helaas hierover nu nog niet
nader informeren, maar in mei 2018 zal ik in het Financieel Jaarverslag nader
ingaan op de definitieve inkomsten van de BPM.
Vraag 3
Wat zijn de oorzaken van deze hogere opbrengst? Welk gedeelte van de hogere
opbrengst is te wijten aan de nieuwe testmethode (zoals beschreven in de
Kamervragen met kenmerk 2018Z00121)?
De hoogte van de BPM is afhankelijk van de CO2-uitstoot van de auto. Hoewel de
nieuwe CO2-testmethode, de WLTP, kan leiden tot verschuivingen in de CO2-
uitstoot van de nieuwverkopen is het onwaarschijnlijk dat de stijging van de BPMinkomsten
over 2017 hiermee verband houdt. In Nederland zijn er in 2017 namelijk
slechts 128 WLTP-geteste auto’s verkocht.
Zonder vooruit te lopen op de definitieve conclusies voor wat betreft de opbrengst
van de BPM kan de stijging in 2017 bijvoorbeeld zijn veroorzaakt door de hogere
economische groei (meer verkochte auto’s) en daarmee samenhangende
veranderende consumentvoorkeuren. Zo kan het zijn dat consumenten vaker dan
voorgaande jaren kiezen voor een grotere en duurdere auto met een hogere CO2-
uitstoot en een hogere BPM op de koop toenemen.
Vraag 4
Wanneer wordt gevolg gegeven aan de eerdere toezegging te komen tot nieuwe
BPM-tabellen? Wat bedoelt u concreet met ‘zo snel mogelijk’?
Vraag 5
Hoe gaat u gevolg geven aan uw opmerking dat de totale opbrengst van de BPM
niet zou moeten stijgen enkel als gevolg van de overstap naar de Worldwide
harmonized Light Vehicles Test Procedure (WLTP)-methode?
Vraag 8
Kunt u toezeggen dat u haast maakt met het ‘budgetneutraal overstappen naar
WLTP’? Kunt u toezeggen dat u zich maximaal zult inzetten teneinde te voorkomen
dat mensen te veel blijven betalen?
Antwoord 4, 5 en 8
Uit mijn gesprekken met branchepartijen en de berichtgeving in de media komen
duidelijke zorgen naar voren over de onzekerheden die deze nieuwe testmethode
met zich mee brengt. Deze onzekerheden worden grotendeels veroorzaakt door
het gebrek aan inzicht in de gevolgen die deze nieuwe testmethode zal hebben
voor de CO2-uitstoot van personenauto’s en de BPM. Om inzicht te krijgen in de
gevolgen van de WLTP en het rekenmodel CO2mpas voor de CO2-uitstoot werk ik
samen met het ministerie van I&W, de RDW, TNO en de autobranche aan een
analyse. Ik zet mij in om de BPM-opbrengst (op macroniveau) niet te laten stijgen
als gevolg van de WLTP. Ik streef naar een zo snel mogelijke omzetting om een
einde te maken aan de onderzekerheid die leeft bij de belastingbetaler en de
autobranche. Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat bij deze omzetting grote
zorgvuldigheid geboden is. Een onzorgvuldige omzetting op basis van onvoldoende
betrouwbare gegevens kan leiden tot verkeerde BPM-tarieven met een fors hogere
of lagere BPM tot gevolg. Een te snelle omzetting maakt dan ook geen einde aan
de zorgen en onzekerheden die leven bij de autobranche en de consument, omdat
dit mogelijk opnieuw een aanpassing van de BPM-tarieven vergt. Ik verwacht na de
zomer 2018 meer duidelijkheid te kunnen geven over het proces van de omzetting
van de BPM naar op WLTP-gebaseerde tarieven. De inschatting is dat na de zomer
pas voldoende WLTP-geteste auto’s in Nederland zullen zijn verkocht. Deze
gegevens zijn noodzakelijk om een analyse te kunnen maken voor de omzetting.
Vraag 6
Hoe wordt voorkomen dat, voordat deze correctie is doorgevoerd, mensen te veel
BPM betalen?
Vraag 7
Kunt u onderzoeken hoeveel mensen een te hoge BPM betalen? Kan onderzocht
worden hoe mensen die nu te veel betaald hebben gecompenseerd kunnen
worden?
Antwoord 6 en 7
Bij OFM 2017 is geregeld dat voor de berekening van de BPM op WLTP-geteste
auto’s gebruik gemaakt kan worden van de NEDC CO2-uitstoot zoals berekend door
het rekenmodel CO2mpas.1
Dit Europese rekenmodel is – in samenwerking met
autofabrikanten – zo opgesteld dat het in beginsel leidt tot dezelfde CO2-emissies
als dit voertuig zou zijn getest overeenkomstig de NEDC. Het gebruik van de met
CO2mpas berekende NEDC-waarden is daarmee in beginsel op macroniveau
budgettair neutraal. Recent hebben mij echter signalen bereikt dat de via het
rekenmodel CO2mpas berekende CO2-uitstoot gemiddeld hoger is dan verwacht.
Het betreft hier echter een steekproef van een beperkt aantal voertuigen. Op dit
moment zijn er onvoldoende uitstootcijfers beschikbaar om te beoordelen of er
teveel BPM wordt betaald enkel als gevolg van de werking van CO2mpas. De
werking van het rekenmodel CO2mpas maakt dan ook onderdeel uit van het
hierboven genoemde onderzoek. In mijn vorige beantwoording heb ik geschreven
dat het onmogelijk is om op het niveau van individuele voertuigen een budgettair
neutrale omzetting te garanderen.2
Hiervoor zijn de verschillen tussen de NEDC en
de WLTP te groot en lopen de testresultaten onder de WLTP te ver uiteen.
Daarnaast zijn vergelijkingen tussen individuele voertuigen discutabel omdat het
vaak gaat om voertuigen van verschillende ‘generaties’, die uiterlijk vergelijkbaar
zijn, maar technisch gezien behoorlijk kunnen verschillen. CO2mpas rekent ten
principale dan ook niet terug naar dezelfde CO2-uitstoot van een voorgaand model,
maar naar de CO2-uitstoot die de nieuwe auto onder een NEDC-test zou hebben.
Alle modellen auto’s worden immers regelmatig vernieuwd en aangepast waardoor
geen sprake meer is van ‘dezelfde auto’. Vaststellen of individuele autokopers
‘teveel betalen’ voor een auto als gevolg van veranderende CO2-uitstoot leidt
daarom al snel tot het vergelijken van appels met peren. Om die reden doe ik geen
onderzoek naar individuele voertuigen maar richt ik mij op de ontwikkelingen in de
gemiddelde CO2-uitstoot van nieuwe auto’s onder de WLTP.
1 Kamerstukken II, 2016/17, 34 553, nr. 9.
2 Kamerstukken II 2017/18, Aanhangsel van de handelingen, 1111