Antwoorden Kamervragen van het lid Fritsma (PVV) aan de
staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Kerncijfers
Asiel en Migratie' (ingezonden 22 februari 2018, nr. 2018Z03239)
Vraag 1
Hoe kan het dat veel Syriërs niet naar Turkije worden teruggestuurd
ingevolge de methodiek van de Turkije-deal, maar nog steeds rustig naar
Nederland kunnen reizen om hier vervolgens ook nog een
verblijfsvergunning in ontvangst te nemen? 1)
De methodiek van de EU-Turkije Verklaring van 18 maart 2016 heeft direct
bijgedragen aan een significante daling van het aantal mensen dat de
levensgevaarlijke oversteek vanuit Turkije naar de Griekse eilanden maakt. Voor
wat betreft de Syrische asielzoekers die nog wel op de Griekse eilanden aankomen
geldt dat zij de asielprocedure dienen te doorlopen, in plaats van door te reizen
naar andere lidstaten. Over de uitvoering en toepassing van de EU-Turkije
Verklaring wordt uw kamer geïnformeerd middels de voortgangsrapportages van
de Europese Commissie en de kabinetsappreciaties daarvan die zijn opgenomen in
de geannoteerde agenda’s en verslagen van de JBZ-raad. Daarin worden ook
uitgebreid de uitdagingen beschreven die te maken hebben met de bezwaar- en
beroepsprocedures in Griekenland, o.a. van Syrische asielzoekers wier
asielaanvragen niet ontvankelijk zijn verklaard en waarvoor terugkeer naar Turkije
aan de orde zou moeten zijn. Het is aan de Griekse autoriteiten om hier stappen in
te zetten. Gelijktijdig verwacht het kabinet dat Griekenland zich inspant om te
voorkomen dat Syrische asielzoekers alsnog doorreizen naar andere Europese
lidstaten.
Vraag 2
Kunt u, gelet op het feit dat honderdduizenden Syriërs terugkeren naar
huis omdat het er weer veilig is, stoppen met het afgeven van
verblijfsvergunningen aan Syriërs en alle tijdelijke asielvergunningen
van hier te lande verblijvende Syriërs intrekken? Zo nee, waarom niet?
Zoals eerder aangegeven in antwoord op vergelijkbare vragen van het lid Fritsma
wil ik de beoordeling of de veiligheidssituatie in Syrië zodanig is verbeterd dat het
asielbeleid kan worden aangepast baseren op de feiten over die situatie. Daarom
heeft mijn ministerie aan het ministerie van Buitenlandse Zaken gevraagd
daarover een ambtsbericht op te stellen. Dit zal naar verwachting worden
opgeleverd in de zomer van 2018.
Vraag 3
Vindt u dat het asielbeleid opschiet door enerzijds asielzoekers op grond
van een gebrekkige deal terug te (willen) sturen naar Turkije, om
vervolgens 73% van de uit datzelfde land afkomstige asielzoekers op een
Nederlandse verblijfsvergunning te trakteren? Zo ja, kunt u dit
uitleggen?
Vraag 4
Waarom geeft u aan vrijwel iedere Turkse Gülen-aanhanger die in
Nederland asiel aanvraagt een verblijfsvergunning? Bent u ervan op de
hoogte dat de Gülenbeweging een anti-westerse organisatie is die
heimelijk streeft naar de islamisering van de samenleving?
Antwoord 3 en 4
Ik herken mij niet in de wijze waarop in de vragen de actuele situatie wordt
gekwalificeerd. Evenmin is voor mij helder wat bedoeld wordt met de vraag of het
‘asielbeleid opschiet’. Wel kan ik aangeven dat asielbescherming enkel wordt
geboden wanneer in een zorgvuldige procedure is vastgesteld dat deze
bescherming vereist is. De IND betrekt relevante informatie over de
Gülenbeweging bij haar asielbeoordelingen.
Vraag 5
Is het inwilligingspercentage van Turkse asielverzoeken in andere
Europese landen ook zo hoog of is Nederland wederom de gekke-Henkie
van Europa door met zoveel verblijfsvergunningen te strooien?
Het inwilligingspercentage van aanvragen van Turkse asielzoekers waarop in 2017
is beslist, was in Nederland hoger dan gemiddeld in de EU. Voor zover kan worden
nagegaan zijn er geen belangrijke verschillen in wijze van beoordeling ten
opzichte van de ons omringende landen. Mogelijk kan het verschil in
inwilligingspercentage worden verklaard door een andere samenstelling van de
instroom.
Vraag 6
Hoeveel immigranten uit de door het Centraal Bureau voor de Statistiek
(CBS) gehanteerde lijst van ‘islamitische landen’ zijn in 2016 en 2017 tot
Nederland toegelaten, uitgesplitst in inwilligingen van aanvragen asiel
en regulier, zoals ook door u is becijferd over de jaren 2010 t/m 2015?
Desgevraagd laat het CBS weten dat zij geen lijst van ‘islamitische landen’
hanteert. Ook in de migratieketen bestaat geen lijst gebaseerd op een dergelijke
definitie. Deze vraag kan derhalve als zodanig niet worden beantwoord.
Vraag 7
Hoeveel partner- en gezinsmigranten zijn in 2016 en 2017 tot Nederland
toegelaten, waarbij de door het CBS gebruikte methodiek wordt
toegepast waarmee ook de betreffende cijfers tot 2015 zijn berekend? 2)
Ik kan uw vraag op dit moment niet beantwoorden. Het CBS geeft aan dat de
nieuwe cijfers tot en met 2016 in het tweede kwartaal van 2018 beschikbaar
komen.
Vraag 8
Bent u gelet op alle voortdurende problemen bereid om eindelijk over te
gaan op een totale asielstop en om geen immigranten uit islamitische
landen meer toe te laten? Zo nee, waarom niet?
Nee, ik ben hiertoe niet bereid en verwijs naar de vele antwoorden waarmee
dezelfde of vergelijkbare vragen van het lid Fritsma of andere leden van de PVVfractie
zijn beantwoord.