Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Ploumen (PvdA), Van Ojik (GroenLinks) en Karabulut
(SP) over ‘De onderkoning van Congo’
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht ‘De onderkoning van Congo’? 1)
Ja. Het kabinet is bezorgd over de activiteiten van Dan Gertler, aangezien hij
telkenmale in verband wordt gebracht met corruptie en omkoping, met name in de
Democratische Republiek Congo (DRC). Het kabinet is van mening dat zijn
praktijken een uiterst negatief effect hebben op de al zeer ernstige politieke en
veiligheidscrisis in de DRC. Tijdens haar bezoek aan de DRC op 12 en 13 maart zal
de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking haar zorgen
uitspreken over de activiteiten van Gertler in DRC en de autoriteiten in de DRC
aansporen om maatregelen te nemen tegen hem.
Vraag 2
Is er na plaatsing van de Fleurette Group (die fiscaal in Nederland is gevestigd) op
de Amerikaanse sanctielijst - die voortvloeit uit de zogeheten Magnitski-act,
gericht tegen personen en bedrijven die betrokken zijn bij corruptie en
mensenrechtenschendingen - door Nederland onderzoek gedaan naar dit bedrijf?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 3
Bent u bekend met het strafrechtelijk onderzoek dat loopt tegen het bedrijf? Zo
nee, bent u bereid contact op te nemen met uw Amerikaanse ambtsgenoot om u
te laten informeren?
Vraag 4
Bent u door de Amerikaanse overheid geïnformeerd over de toelichting op de
sanctionering van Gertler en een handjevol van zijn bedrijven, waaronder de
Nederlandse vennootschap Fleurette Holdings Netherlands in Nieuwkoop? Zo ja,
welke acties heeft u daarop ondernomen? Zo nee, bent u bereid zich alsnog te
laten informeren?
Antwoord vraag 2, 3 en 4
Het kabinet is goed op de hoogte van het Amerikaanse strafrechtelijk onderzoek
en de Amerikaanse sancties tegen Dan Gertler en een aantal van zijn bedrijven,
waaronder Fleurette Holdings Netherlands en heeft hierover veelvuldig contact
met de Amerikaanse overheid. De speciaal gezant voor natuurlijke hulpbronnen
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft in november 2017 contact
gezocht met het Nederlandse directielid van Fleurette Holdings om hem te wijzen
op de zeer stringente Nederlandse positie inzake corruptie en belastingontwijking
in de grondstoffensector. Deze meldde toen dat Fleurette Holdings reeds uit
Nederland was vertrokken. Deze kwestie heeft inmiddels de volledige aandacht
van de Nederlandse handhavingsinstanties.
Vraag 5
Bent u bereid om in navolging van de VS te onderzoeken of er in EU-verband
sancties tegen Gertler en een handjevol van zijn bedrijven mogelijk zijn?
Vraag 6
Welke mogelijkheden zijn er voor het invoeren van sancties tegen Gertler en zijn
bedrijven vanuit Nederland?
Antwoord vraag 5 en 6
De EU kent geen sanctieregime dat zich laat vergelijken met de Amerikaanse
Global Magnitsky act, waarop personen en bedrijven geplaatst kunnen worden die
waar ook ter wereld verdacht worden van ernstige corruptie of
mensenrechtenschendingen. Wel zijn er andere maatregelen die de EU kan
nemen, bijvoorbeeld onder Artikel 97 van het Verdrag van Cotonou, dat ziet op het
instellen van passende maatregelen in de hulprelatie indien er sprake is van
grootschalige corruptie. In geval er sprake is van verdenking van strafbare feiten,
zoals buitenlandse corruptie, zijn het Nederlandse Openbaar Ministerie en de FIOD
belast met de detectie, opsporing en vervolging.
Vraag 7
Welke inspanningen verricht Nederland om betrokkenheid bij (internationale)
corruptie te vermijden?
Nederland kent een integrale aanpak van corruptie, van preventie tot repressie.
Dit beleid is uiteengezet in de Kamerbrief van 10 maart 2015 (Kenmerk: 34 000
VII, nr. 40). Het kabinet wil corruptie zoveel mogelijk voorkomen en waar corruptie
ondanks preventieve maatregelen toch nog heeft plaatsgevonden, zo effectief
mogelijk met alle beschikbare middelen en instrumenten bestrijden. Passieve en
actieve omkoping van ambtenaren in binnen- en buitenland zijn strafbaar gesteld
voor de Nederlandse wet. Het Nederlandse Openbaar Ministerie, de rijksrecherche
en de FIOD zijn belast met de detectie, opsporing en vervolging van omkoping.
In 2016 heeft het kabinet een investering van 20 miljoen euro gedaan
voor de bestrijding van binnenlandse en buitenlandse corruptie en witwassen
(Kamerstuk 29 911, nr. 134). Met deze investering is onder meer het Anti Corruptie
Centrum bij de FIOD opgericht dat zich bezighoudt met het taakgebied van de
FIOD aangaande corruptie.
Naast opsporing en vervolging, is het bevorderen van integriteit en bewustzijn bij
het internationaal opererende bedrijfsleven van groot belang als preventieve
maatregel om buitenlandse corruptie te bestrijden. In de communicatie tussen de
Nederlandse overheid en bedrijven, zoals in de aanloop naar economische missies
en rondetafelgesprekken, wordt het bevorderen van maatschappelijk verantwoord
ondernemen sterk aangemoedigd.
Het kabinet stimuleert het Nederlandse bedrijfsleven op een verantwoorde manier
zaken te doen, met respect voor mens en milieu. De OESO-richtlijnen voor
Multinationale Ondernemingen vormen hiervoor het kader (Kamerstuk 26 485, nr.
164), en omvatten diverse thema’s zoals mensenrechten, arbeidsomstandigheden,
milieu en corruptie. De bestrijding van corruptie is onderdeel van de OESOrichtlijnen.
Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf om risico’s, zoals op
het gebied van corruptie, te identificeren, voorkomen of mitigeren en rekenschap
af te leggen over de wijze waarop zij met de geïdentificeerde risico’s omgaan.
Deze due diligence (gepaste zorgvuldigheid) is een kernelement van de OESOrichtlijnen.