2018Z02766
Vragen van het lid Snels (GroenLinks) aan de minister en staatssecretaris van
Financiën over het verslag van de Ecofinraad van 23 januari 2018 (ingezonden 16
februari 2018)
1
Klopt het dat de Kamer niet van te voren door u was geïnformeerd over het
agendapunt van de
Ecofinraad van 23 januari 2018 waarbij besloten zou worden of er acht landen van
de zwarte lijst
van belastingparadijzen afgehaald konden worden?
2
Klopt het dat er tijdens het algemeen overleg Ecofin van 18 januari 2018 alleen
over dit
agendapunt is gesproken omdat zij via andere kanalen uit Brussel aan deze
informatie was
gekomen?
3
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat de Kamer via externe bronnen meer
informatie
verneemt dan van u?
4
Hoe gaat u voorkomen dat de Kamer in de toekomst informatie gaat missen
doordat agendapunten
zeer recent als hamerstuk aan de lijst worden toegevoegd?
5
Kunt u toezeggen dat de Kamer op het onderwerp zwarte en grijze lijst van
belastingparadijzen
vanaf nu altijd tijdig wordt geïnformeerd en dat u niet zult instemmen met
veranderingen aan de
zwarte/grijze lijst, zonder expliciete toestemming vooraf van de Kamer?
Antwoord op vraag 1 tot en met 5
Het klopt dat uw Kamer niet van te voren was geïnformeerd over de mutaties van
de EU-lijst met niet-coöperatieve jurisdicties voorafgaand aan de Ecofin-raad van
23 januari jl. Normaliter wordt uw Kamer op de hoogte gebracht van alle
agendapunten van de Ecofin-raad door middel van de geannoteerde agenda. Ten
tijde van het verzenden van de geannoteerde agenda aan uw Kamer ten behoeve
van het AO Ecofin stonden de mutaties van de EU-lijst echter nog niet op de
agenda van de Ecofin-raad. Kort voordat de Ecofin-raad plaatsvond is dit
agendapunt als hamerstuk toegevoegd aan de agenda van deze raad. Het was
beter geweest als uw Kamer door middel van een aanvulling op de geannoteerde
agenda op de hoogte was gebracht van deze wijziging van de agenda, zodat u
deze wijziging van de agenda ook via de gebruikelijke kanalen tot u kon nemen.
Om deze reden heb ik voor de Ecofin-raad van 13 maart a.s. in de geannoteerde
agenda expliciet vermeld dat de verwachting is dat mutaties van de EU-lijst met
niet-coöperatieve jurisdicties opnieuw als hamerstuk zal worden toegevoegd.
Mede naar aanleiding van uw verzoek, heeft Nederland ervoor gepleit om voor de
Ecofin-raad van 13 maart de EU-lijst niet opnieuw als A-punt (hamerstuk) te
agenderen, maar als B-punt (discussiepunt). Dit pleidooi vond echter geen
weerklank. Naar aanleiding van dit pleidooi is echter wél besloten om vóór de
Ecofin-raad meer informatie openbaar te maken over het proces omtrent de lijst
over niet-coöperatieve jurisdicties. Zo zijn nu de brieven, die de EU lidstaten naar
de jurisdicties hebben gestuurd, openbaar gemaakt (241 pagina’s). Uiteraard zal ik
u op de hoogte blijven houden van de besluitvorming op de Ecofin-Raad over
mutaties van de EU-lijst, al dan niet als hamerstuk.
6
De toezegging van Panama en andere landen is dat “schadelijke belastingregimes
worden
afgeschaft voor 31 december 2018”, deelt u de mening dat dit een nogal vage
toezegging is? Om
welke regimes gaat het hier?
7
Hoe kan de Kamer toetsen of er daadwerkelijk is voldaan aan de toezeggingen van
deze acht
landen? Kunt u nader ingaan op de manier waarop assessments worden gedaan?
Zo nee, hoe kan
de kamer dan beoordelen of de criteria juist zijn toegepast?
8
Hoe realistisch c.q. haalbaar zijn de toezeggingen van Panama en van de andere
zeven landen?
9
Klopt het dat u zonder commentaar heeft ingestemd met het voorstel om Panama
en de zeven
andere landen van de zwarte lijst van belastingparadijzen te halen? Zo ja, kunt u
uitgebreid
onderbouwen waarom u hiermee heeft ingestemd?
Antwoord op vraag 6, 7, 8 en 9
In de brief die landen hebben ontvangen van de Gedragscodegroep naar
aanleiding van de beoordeling door expert groepen, is aangegeven op welke
onderdelen tekortkomingen zijn geconstateerd. In het geval het gaat om
schadelijke regimes, wordt aangegeven welke regimes als schadelijk zijn
beoordeeld en om welke reden deze regimes als schadelijk zijn beoordeeld. Ook
wordt gevraagd of deze landen zich willen committeren om de geconstateerde
tekortkomingen op te lossen. In reactie op deze brief, moeten landen uiteraard
specifiek aangeven dat zij de geconstateerde tekortkomingen willen oplossen, hoe
zij dat gaan doen en wanneer zij dat gaan doen. Waar het gaat om schadelijke
regimes, moeten landen specifiek aangeven welke regimes zij gaan afschaffen en
wanneer zij dat gaan doen. Bovendien moet deze toezegging ook van een
voldoende hoog niveau afkomstig zijn. Dit betekent dat bijvoorbeeld de Minister
van Financiën deze toezegging moet doen. Pas als aan al deze eisen is voldaan,
wordt een toezegging als voldoende beoordeeld. Dit luistert nauw. Het is
bijvoorbeeld geregeld voorgekomen dat van bepaalde landen de toezegging in
eerste instantie niet als voldoende werd beoordeeld, omdat deze bijvoorbeeld niet
specifiek genoeg was, of niet duidelijk een toezegging was binnen de termijn, of
dat een toezegging niet van de Minister van Financiën maar bijvoorbeeld van
ambtelijk niveau afkomstig was. Vervolgens stuurden landen dan, naar aanleiding
van een reactie van de Gedragscodegroep, later alsnog een duidelijke en
voldoende toezegging. Door de toezeggingen zorgvuldig te beoordelen aan de
hiervoor genoemde eisen, wordt ook gewaarborgd dat landen op een gelijke
manier worden beoordeeld. Dat de toezeggingen “vaag” zouden zijn, herken ik
derhalve niet. Omdat de toezegging van zowel Panama als de andere landen
voldeed aan de criteria en daarmee voldoende duidelijk en concreet was, heb ik
ingestemd met deze mutatie van de EU-lijst.
De informatie over welke regimes van landen om welke reden als schadelijk zijn
beoordeeld, is vertrouwelijke informatie die de EU-Gedragscodegroep niet kan
delen. De achtergrond hiervan is dat derde landen erop moeten kunnen
vertrouwen dat correspondentie met hen vertrouwelijk is. Het staat derdelanden
uiteraard wel vrij om zelf deze informatie openbaar te maken, net zoals het de EU
lidstaten vrij staat om hun brieven vrij te geven. Zoals hiervoor aangegeven, dit is
mede naar aanleiding van vragen van Nederland ook gedaan.
Voor alle landen die zijn toegevoegd aan de lijst met gecommitteerde landen geldt
dat zij uiterlijk tot 31 december 2018 de tijd hebben om gevolg te geven aan hun
gedane toezegging. Er is nu geen reden om aan te nemen dat landen deze
toezeggingen niet nakomen. Uiteraard zal zorgvuldig worden gekeken of de
toezeggingen die landen, waaronder Panama, hebben gedaan worden nageleefd.
Indien dit niet het geval is, zullen deze landen opnieuw of alsnog aan de lijst met
niet-coöperatieve jurisdicties worden toegevoegd.
10
Waarom geldt er zo’n hoge mate van vertrouwelijkheid bij dergelijke informatie van
landen? Zou
het niet beter zijn als deze informatie gewoon open en eerlijk gedeeld kan worden?
11
Kunt u toezeggen dat u zich namens Nederland gaat inzetten voor meer
transparantie in de
Ecofinraad? Zo ja, zou u aan de Kamer kunnen terugkoppelen hoe u zich hiervoor
heeft ingezet en
wat de behaalde resultaten zijn?
12
Deelt u de kritiek over gebrekkige transparantie die de Europese Ombudsman
recentelijk heeft
geuit?1
Zo ja, hoe gaat u hier iets aan doen?
Antwoord op vraag 10, 11 en 12
Ik deel uw zorgen over het gebrek aan transparantie van de Gedragscodegroep en
meer specifiek van het proces van de EU-lijst met niet-coöperatieve jurisdicties. De
afgelopen jaren heeft Nederland zich daarom als een van de weinige lidstaten
ingespannen voor meer transparantie van de Gedragscodegroep als geheel. Zoals
ik hiervoor heb aangegeven, hebben mijn ambtenaren, mede naar aanleiding van
vragen van uw Kamer hierover, zich in Brussel hardgemaakt voor meer
transparantie over het proces van de EU-lijst, zodat voor de buitenwereld kenbaar
wordt welke veranderingen er zijn op de EU-lijst. Het pleidooi van Nederland heeft
ertoe geleid dat de brieven, die de EU lidstaten naar de jurisdicties hebben
gestuurd, openbaar zijn gemaakt. Verder is er een duidelijke omschrijving
openbaar gemaakt over de lopende discussies over acht Caribische eilanden die,
als gevolg van orkaan Irma, uitstel hebben gekregen. Op deze manier krijgt uw
Kamer zoveel mogelijk inzicht in de mutaties van de EU-lijst die voorliggen in de
Ecofin-raad. Ik zal er in Brussel voor blijven pleiten dat dit ook voor eventuele
toekomstige mutaties gebeurt. Naast informatie ten behoeve van de agenda van
de Ecofin-raad, hebben mijn ambtenaren ook gepleit voor bijvoorbeeld een online
portal specifiek voor de EU-lijst op de website van de EU Gedragscodegroep, zodat
voor de buitenwereld op een meer overzichtelijke manier inzichtelijk wordt welke
landen op de EU-lijst met niet-coöperatieve jurisdicties staan; aan welke criteria
landen zijn getoetst etcetera. Ook voor deze oproep was niet voldoende steun. Ik
zal blijven aandringen op de totstandkoming van een dergelijk online portal.