Antwoord op vragen van de leden Kwint en Westerveld over het bericht dat ouders steeds meer aan de basisschool betalen

1355 Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht dat ouders steeds meer aan de basisschool betalen (ingezonden 15 januari 2018). Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 8 maart 2018). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1045.



Vraag 1 Wat vindt u van het bericht dat ouders steeds meer aan basisscholen betalen voor schoolreisjes en andere extra activiteiten en dat het voor ouders vaak niet duidelijk is dat zij niet verplicht zijn hiervoor te betalen?1
Het van rijkswege bekostigde onderwijs is gratis en voor iedereen toegankelijk. Toegang tot het onderwijs mag niet afhankelijk zijn van een financiële bijdrage van ouders. Scholen kunnen ouders wel een bijdrage vragen voor zaken die geen onderdeel zijn van het reguliere onderwijsprogramma («extraatjes»), of voor activiteiten die openstaan voor alle leerlingen, ongeacht of hun ouders de bijdrage betalen. Deze bijdrage is altijd vrijwillig. Scholen zijn wettelijk verplicht dit duidelijk te communiceren, zodat ouders altijd weten dat er geen enkele verplichting is een ouderbijdrage te betalen. De keus om de vrijwillige bijdrage te betalen is geheel aan de ouders zelf. In mijn brief over de uitvoering van de motie Vermue en Van Dijk geef ik aan dat ik me ook zorgen maak over de ouderbijdrage, op basis van de signalen die ik ontvang. In deze brief geef ik dan ook aan welke stappen ik ga nemen om te komen tot een praktijk waarin alle scholen zich aan de regelgeving houden en scholen en ouders zich prettig voelen bij de praktijk.

Vraag 2 Wat vindt u van de stijging van de hoogte van het bedrag dat ouders aan school betalen voor schoolreisjes en andere extra activiteiten van gemiddeld 38 euro per kind in 2006 naar 61 euro in 2016?
Op grond van de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) moet de oudergeleding van de medezeggenschapsraad (MR) instemmen met besluiten over de vaststelling of wijziging van de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage. De hoogte en de bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage kan dus van school tot school verschillen. Ouders hebben altijd invloed op de hoogte en de bestemming van de ouderbijdrage op hun eigen school. Ik vind het belangrijk dat scholen zich aan de spelregels houden en dat zij, in overleg met ouders, bepalen welk bedrag zij van ouders vragen als vrijwillige bijdrage.

Vraag 3 Vindt u 61 euro een acceptabel bedrag? Wat is volgens u de reden van deze stijging?
De reden van de stijging is mij niet bekend. Zie verder mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4 Vindt u het wenselijk dat kinderen van wie hun ouders de vrijwillige ouderbijdrage niet hebben betaald omdat zij dat niet kunnen, uitgesloten worden van schoolreisjes of andere extra activiteiten? Kunt u uw antwoord toelichten?
Nee. Dit soort verhalen gaan mij aan het hart. Geen enkele leerling mag zich buitengesloten voelen. In de hierboven genoemde brief over de uitvoering van de motie Vermue en Van Dijk kondig ik daarom maatregelen aan die ertoe moeten leiden dat dit soort situaties zich niet meer voor doen.

Vraag 5 Bent u het ermee eens dat scholen die honderden euro’s vrijwillige ouderbijdrage vragen, een drempel opwerpen voor ouders met een smallere beurs om hun kinderen daar aan te melden, ondanks dat ouders niet verplicht zijn om te betalen maar hun kinderen dan mogelijk geweigerd worden bij extra activiteiten? Denkt u dat hierdoor de toegankelijkheid van het onderwijs in het geding komt?
De wetgever heeft de verantwoordelijkheid voor het vaststellen van de hoogte en de bestemming van de vrijwillige ouderbijdrage belegd bij de scholen. Via de medezeggenschap hebben ouders daar een belangrijke stem in. Daar waar ouders een hoge vrijwillige ouderbijdrage als drempel voor aanmelding ervaren, vind ik dat zorgelijk. De toegankelijkheid van het onderwijs mag nooit in het geding zijn. In de hierboven genoemde brief kondig ik daarom maatregelen aan die ertoe moeten leiden dat ouders dergelijke drempels niet meer ervaren.

Vraag 6 Bent u vooruitlopend op het onderzoek naar de vrijwillige ouderbijdrage van mening dat het maximeren van de ouderbijdrage een goede zaak zou zijn? Bent u bereid om regels te stellen aan de activiteiten waaraan de vrijwillige ouderbijdrage besteed mag worden? Zo nee, waarom niet?
In de hierboven genoemde brief geef ik aan welke stappen ik ga nemen om te komen tot een praktijk waarin alle scholen zich aan de regelgeving houden en scholen en ouders zich prettig voelen bij de praktijk. Ik licht in de brief ook toe waarom ik niet kies voor maximering van de ouderbijdrage.

Vraag 7 Wat vindt u ervan dat de PO-raad helemaal van de ouderbijdrage af wil? Bent u het eens met de uitspraak van de raad: «Als de bekostiging vanuit de overheid op orde is, zijn we ook af van de oplopende ouderbijdragen»? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Elke school moet op basis van de rijksbekostiging onderwijs kunnen bieden aan alle leerlingen van de school. De ouderbijdrage wordt in de meeste gevallen ingezet voor extra activiteiten. De geschetste relatie herken ik dus niet.

Vraag 8 Vindt u het acceptabel dat bijvoorbeeld op de Cornelis Vrijschool in Amsterdam-Zuid het grootste deel van het geld dat ouders betalen naar het salaris van leraren gaat? Bent u het met de fracties van de SP en GroenLinks eens dat dit de taak van de overheid is en niet van ouders middels de vrijwillige ouderbijdrage? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 7 moet elke school op basis van de rijksbekostiging onderwijs kunnen bieden aan alle leerlingen. Hiervoor zijn geen extra middelen nodig. Het staat ouders vrij om – al dan niet op verzoek van de school − extra middelen ter beschikking te stellen die worden ingezet voor het reguliere lesprogramma. Dit is in alle gevallen een vrijwillige keuze van deze ouders. De bijdrage komt dan ten goede aan alle leerlingen op die school, ongeacht of de ouders meebetalen.

Vraag 9 Vindt u het acceptabel dat scholen een hoge vrijwillige ouderbijdrage vragen aan ouders voor gymles door een vakdocent, waardoor ouders dus extra betalen voor gymles? Deelt u de mening dat scholen en de overheid ervoor moeten zorgen dat alle leerlingen voldoende gymles op de basisschool zouden moeten volgen? Bent u bereid om met scholen afspraken te maken zodat leerlingen drie uur bewegingsonderwijs krijgen, gegeven door een vakdocent en zonder dat ouders hiervoor extra betalen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 7 moet elke school op basis van de rijksbekostiging onderwijs kunnen bieden aan alle leerlingen. Hiervoor zijn geen extra middelen nodig. Dit geldt ook voor de gymles. Ik vind het van belang dat scholen voldoende bewegingsonderwijs geven. Scholen ontvangen hier ook bekostiging voor. In het Bestuursakkoord primair onderwijs hebben we afgesproken dat alle scholen ernaar streven om hun leerlingen ten minste twee lesuren per week bewegingsonderwijs te bieden, dat wordt gegeven door een bevoegde leerkracht. Omdat uit de monitor van het Bestuursakkoord PO blijkt dat er op dit moment te weinig voortgang zichtbaar is, ga ik met de PO-Raad bespreken welke aanvullende acties wij gezamenlijk kunnen ondernemen om de komende jaren meer voortgang te realiseren.

1 https://www.trouw.nl/samenleving/ouders-betalen-steeds-meer-aan-de-basisschool~aaa27fbb/

Indiener(s)