Antwoorden KamerVragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de
staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de veranderde situatie in
Turkije en vluchtelingen in Turkije. (ingezonden 8 februari 2018, nr.
2018Z02189)
Vraag 1
Welke invloed heeft het bevriezen van de relatie met Turkije op het
voortduren van de Turkijedeal? Op welke manier kan Nederland nog
eisen stellen aan de uitvoering daarvan teneinde deze in Turkije in
overeenstemming met de mensenrechten is?
De pauze in de bilaterale gesprekken met Turkije is specifiek gericht op het
onderwerp normalisatie van de bilaterale betrekkingen en is niet van invloed op
de uitvoering van de Verklaring van de EU-Lidstaten en Turkije over migratie. De
Europese Commissie ziet toe op de uitvoering van de Verklaring en rapporteert
daar ook met regelmaat over.1
Op basis van de uitvoering van de Verklaring in de
afgelopen twee jaar is er geen reden om aan te nemen dat de verslechterde
relatie tussen Turkije en een individuele EU-lidstaat consequenties zal hebben voor
de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring.
Vraag 2
Wat heeft de recente inval van Turkije in Afrin voor vluchtelingen
betekend? Hoeveel vluchtelingen en intern ontheemden heeft deze
aanval tot dusverre opgeleverd?
Naar schatting zijn tenminste 5.000 personen sinds het begin van Operatie Olijftak
gevlucht naar regeringsgebied in Syrië. Daarnaast is een onbekend aantal mensen
ontheemd geraakt, maar in het district Afrin gebleven. De inval heeft geen
consequenties gehad voor de situatie van vluchtelingen in Turkije.
Vraag 3
Wat is uw reactie op het bericht dat de Turkse grenswacht op Syrische
vluchtelingen schiet?
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, vindt het kabinet berichten over dit soort
incidenten zorgelijk. Hoewel het kabinet vaststelt dat Turkije een zeer lange grens
bewaakt die grenst aan een gebied in oorlogssituatie, is het neerschieten van een
vluchteling evident onacceptabel. Uit eerdere vergelijkbare berichtgeving en de
wijze waarop deze is uitgezocht, o.a. door de Europese Commissie, blijkt dat er
geen sprake is van instructies dat Turkse grenswachten gericht moeten schieten
op mensen die illegaal de grens proberen over te steken.
Vraag 4
Deelt u de mening dat, aangezien er sinds het sluiten van de Turkijedeal
stelselmatig berichten verschijnen over mensenrechtenschendingen door
de Turken richting Syrische vluchtelingen, dit goed onderzocht en
veroordeeld moet worden?
Dergelijke berichten dienen serieus te worden genomen en goed onderzocht. Het
is primair aan de Europese Commissie, samen met UNHCR om hierop toe te zien.
De regering heeft hierover het nodige met uw Kamer uitgewisseld.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het een verantwoordelijkheid is van de Europese
Unie (EU) om zoveel mogelijk te garanderen dat er geen
mensenrechtenschendingen richting vluchtelingen in Turkije
plaatsvinden? Zo ja, deelt u de mening dat de EU zélf onderzoek moet
doen naar de situatie daar en niet enkel mag vertrouwen op berichten
vanuit de Turkse overheid? Zo nee, hoe strookt deze opvatting met de
stelling uit het Regeerakkoord dat migratiedeals in overeenstemming
met het internationaal recht moeten zijn?
Vraag 6
Welke mogelijkheden ziet u om deze praktijken te onderzoeken en
veroordelen? Bent u bereid dit in Europees verband te doen? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord vraag 5 en 6
In de eerste plaats is een land verantwoordelijk voor de wijze waarop het omgaat
met mensen op zijn grondgebied. Dit geldt in het bijzonder voor kwetsbare
personen zoals vluchtelingen. Op grond van het VN Vluchtelingenverdrag en de
eigen nationale wetgeving, geldt dit ook voor Turkije. Het is dan ook niet aan de
Europese Unie om hier garanties op te bieden. Wel ziet de Europese Commissie
toe op de uitvoering van de EU-Turkije Verklaring. Zij baseert zich daarbij niet
alleen op verklaringen van de Turkse overheid. Net als de Nederlandse overheid,
laat ook de Europese Commissie zich breed informeren: naast de autoriteiten door
politieke partijen, IOM en UNCHR, lokale NGO’s, academici, denktanks en diverse
(andere) waarnemers. Uiteraard dient de samenwerking met derde landen op het
gebied van migratie in lijn te zijn met internationaal recht. Dat geldt ook voor de
EU-Turkije Verklaring.
Vraag 7
Hoe ziet u de werkwijze van de EU in de toekomst voor zich indien
nieuwe migratiedeals gesloten worden? Wie zou verantwoordelijk
moeten zijn voor de uitvoering en monitoring op
mensenrechtenschendingen om ons ervan te vergewissen dat landen
waarmee de deals gesloten worden zich niet schuldig maken aan
mensenrechtenschendingen?
Zoals uw Kamer bekend, werkt de EU al langer aan migratie partnerschappen met
derde landen. Deze omvatten onder andere afspraken over de aanpak van
grondoorzaken en mensensmokkel en het verbeteren van opvang in de regio en
terugkeersamenwerking. In het geval dat afspraken, vergelijkbaar met de EUTurkije
Verklaring, in Europees verband zouden worden gemaakt, moeten deze in
overeenstemming zijn met het internationaal recht. Het zou wat het kabinet
betreft in de rede liggen dat de Europese Commissie toeziet op de wijze waarop
de afspraken worden toegepast en dat UNHCR, zoals deel is van zijn mandaat,
toeziet op de behandeling van vluchtelingen. Het staande kabinetsbeleid om
mensenrechtenschendingen te voorkomen zou uiteraard van toepassing blijven.
Vraag 8
Is het ambtsbericht uit 2013 nog altijd toereikend, gezien de veranderde
omstandigheden in Turkije? Zo nee, wanneer komt u met een vernieuwd
ambtsbericht?
Op dit moment wordt het vanwege de steeds veranderende situatie in Turkije niet
behulpzaam geacht om een nieuw algemeen ambtsbericht op te stellen. Het
kabinet volgt de ontwikkelingen op de voet. Om een beslissing te kunnen nemen
op asielaanvragen, maakt de IND naast ambtsberichten ook gebruik van andere
bronnen, bijvoorbeeld van openbare rapporten van andere landen en van
internationale organisaties als de EU, de Raad van Europa en VN-organisaties. Ook
maakt de IND gebruik van rapporten van mensenrechtenorganisaties als Human
Rights Watch en Amnesty International, en informatie afkomstig van de
Nederlandse ambassade in Turkije.
1 Sinds de totstandkoming van de EU-Turkije Verklaring heeft de EU Commissie zeven
rapporten gepubliceerd over de uitvoering van de Verklaring. Daarbij gaat de Commissie ook
in op de situatie van vluchtelingen in Turkije. Na publicatie van deze rapporten, ontvangt de
Tweede Kamer, doorgaans via de geannoteerde agenda’s of de verslagen van de JBZ-raden,
een kabinetsappreciatie. Zie o.a. vergaderjaar 2017-2018, Kamerstukken 32 317, nr. 490 22
112, nr. 2422 en voor vergaderjaar 2016-2017, Kamerstukken 32 317, nr. 453, nr. 461 en nr.
475.