Antwoord op vragen van het lid Lodders over de consequenties van de hogere belastingheffing voor gepensioneerden in België

1348 Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de Staatssecretaris van Financiën over de consequenties van de hogere belastingheffing voor gepensioneerden in België (ingezonden 8 februari 2018). Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) (ontvangen 7 maart 2018).



Vraag 1, 2 en 5 Kloppen de signalen dat Nederlandse gepensioneerden in België meer belasting zullen gaan betalen en dat deze personen hier een brief over ontvangen hebben?
Om hoeveel personen gaat dit in totaal? Om hoeveel euro gaat dit per persoon en in totaal?
Hoe zijn de getroffenen geïnformeerd? Is de brief die naar de getroffenen is verstuurd helder en duidelijk voor de getroffenen? Waarom worden de betrokkenen ongerust gemaakt voordat er een oplossing gevonden is? Wat zijn de precieze consequenties voor de getroffenen nu?


Antwoord 1, 2 en 5
Het klopt dat de Belastingdienst eind 2017 aan een groep van ongeveer 1.300 inwoners van België een brief heeft gestuurd, waarin kenbaar is gemaakt dat de vrijstelling van Nederlandse loonbelasting met ingang van 1 januari 2018 wordt beëindigd. Het ging daarbij om personen die in een kalenderjaar een particulier pensioen van bruto € 25.000 of meer uit Nederland ontvangen. Deze actie is ingezet omdat, als gevolg van uitspraken van Belgische rechters, onduidelijk is geworden of deze pensioenen in België kunnen en zullen worden belast. In 2017 is meerdere malen met België gesproken over de toepassing van het huidige artikel 18 van het belastingverdrag en de reikwijdte van de jurisprudentie. Eind 2017 bestond daar nog steeds onduidelijkheid over. Met het oog op het heffingsbelang en het risico van dubbele niet-heffing wilde de Belastingdienst niet zonder meer de loonbelastingverklaringen afgeven voor 2018. Als deze pensioenen in België niet kunnen worden belast, kan dat namelijk betekenen dat het heffingsrecht naar Nederland als bronstaat verschuift. De eventueel in Nederland verschuldigde belasting is afhankelijk van de hoogte van het inkomen dat in Nederland mag worden belast.

Vraag 3, 4, 6, 7, 8 en 9 Kunt u de garantie geven dat mensen hier niet dubbel belast worden? Waarom wel of waarom niet?
Wat zijn de bepalingen uit het belastingverdrag tussen Nederland en België ten aanzien van Nederlandse gepensioneerden die in België wonen? Wie komt het heffingsrecht toe voor deze gepensioneerden?
Hoe wordt gezocht naar een oplossing voor deze mensen? Hoe wordt voorkomen dat zo’n zaak in de toekomst zich niet meer voordoet?
Vindt u het rechtvaardig dat deze gepensioneerden mogelijk getroffen worden door een feitelijk conflict tussen de belastingdiensten van twee landen? Wat zijn de geleerde lessen uit deze casus?
Wanneer wordt het conflict naar verwachting opgelost? Wat is de oplossing waar de regering op inzet?
Kunt u onderzoeken of voor deze getroffenen een overgangsregeling mogelijk gemaakt kan worden, nu zij op korte termijn mogelijk met een grote heffing geconfronteerd worden?


Antwoord 3, 4, 6, 7, 8 en 9
Eerder heb ik aangegeven dat ik het onwenselijk vind dat belastingplichtigen tussen twee belastingdiensten in komen te zitten. Daarom ben ik direct in overleg getreden met België en dat heeft tot een snelle positieve uitkomst geleid. In een brief die ik op 23 februari 2018 aan de Tweede Kamer heb gezonden over dit onderwerp heb ik aangegeven dat de bevoegde autoriteiten van Nederland en België overeenstemming hebben bereikt over een oplossing voor deze problematiek.1 Daarbij hebben Nederland en België werkafspraken gemaakt over de toepassing van artikel 18 van het Verdrag. Die afspraken komen er, kort gezegd, op neer dat Nederland terugtreedt als België aantoont dat het uit Nederland afkomstige pensioen feitelijk en tegen het reguliere tarief in de heffing wordt betrokken. Daarbij zijn ook afspraken gemaakt over informatie die België aan Nederland zal aanleveren, zodat de Belastingdienst de heffing in België kan controleren. Het resultaat van deze afspraken is dat zowel situaties van dubbele belastingheffing als situaties van dubbele niet-heffing worden voorkomen.
De gemaakte afspraken zijn uitgewerkt in een overeenkomst die door de Belgische Minister van Overtveldt en door mij op 5 maart 2018 is ondertekend. Op basis van deze overeenkomst en na ontvangst van de relevante informatie van België kan de Belastingdienst op korte termijn de ontstane situaties van dubbele heffing ongedaan maken.

1 Kamerstuk 25 087, nr. 189

Indiener(s)