Antwoorden Kamervragen over het bericht dat een groeiende groep
Syriërs terug wil naar huis lid Azmani
2018Z01125
Vragen van het lid Azmani (VVD) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
over het bericht dat een groeiende groep Syriërs terug wil naar huis. (ingezonden
25 januari 2018)
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ‘Groeiende groep vluchtelingen uit Syrië wil terug
naar huis’? 1)
Ja.
Vraag 2
Aangezien diverse openbare bronnen vermelden dat regio’s in Syrië als Homs,
Idlib, Hama, Damascus en Aleppo relatief veilig zijn, kunt u aangeven wat de
Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) belet vluchtelingen te begeleiden
bij vrijwillige terugkeer naar Syrië wanneer zij bij de IOM aangeven dit te willen?
Vraag 4
Bent u bereid de IOM aan te sporen Syriërs die aangeven terug te willen keren
naar hun land van herkomst hierbij te begeleiden, al dan niet naar een land in de
regio?
Antwoord 2 en 4
De afgelopen maand heb ik gesprekken gevoerd met het hoofd van de
Nederlandse missie van IOM en de Directeur-Generaal van IOM en daarin
aangegeven dat het gelet op het vrijwillige karakter van deze terugkeer wenselijk
zou zijn als IOM hierbij zou kunnen ondersteunen. Door IOM is aangegeven dat
IOM het verzoek van Nederland begrijpt en dat IOM het recht op terugkeer ook
uiteraard erkent. Ondersteuning hierbij door IOM beschouwt IOM op dit moment
niet opportuun. Er is een aantal redenen waarom IOM geen ondersteuning kan
bieden bij de vrijwillige terugkeer van (individuele) terugkeerders naar Syrië.
Voor IOM is het belangrijk dat wanneer mensen willen terugkeren IOM hen na
terugkeer ook ondersteuning kan bieden in Syrië zelf. Dat is op dit moment niet
mogelijk omdat IOM slechts beperkt in Syrië aanwezig is. IOM vindt de situatie in
Syrië, die ook van dag tot dag verandert op dit moment nog te gevaarlijk. Ook is
er sprake van een wisselende politieke context. Daar waar er wel aanwezigheid is,
met name in het zuiden en noorden/noordoosten van Syrië, is IOM voornamelijk
bezig met het bieden van humanitaire hulp aan de grote groepen binnenlands
ontheemden.
Een andere reden is dat IOM opereert onder het mandaat van de VN. Voor het
bieden van ondersteuning bij terugkeer is in het algemeen de medewerking van
de autoriteiten in de landen van herkomst nodig. Indien IOM in dit geval zonder
medewerking van het Assad-regime ondersteuning aan terugkeer zou verlenen,
zou dit gevolgen kunnen hebben voor de bredere VN-relatie met het Assad-regime
en daarmee voor de algehele toegang van VN-organisaties tot Syrië. De
overweging om vooralsnog geen ondersteuning te bieden bij terugkeer moet dan
ook worden gezien in het licht van het bredere afwegingskader van de VN.
Vraag 3
Is het aan de IOM om te oordelen dat een land niet veilig genoeg is en daarom
hulp bij vrijwillige terugkeer te onthouden, of is dat oordeel voorbehouden aan de
overheid?
Vraag 5
Zijn er obstakels vanuit de Nederlandse overheid die vrijwillige terugkeer van
Syriërs verhinderen? Zo ja, bent u bereid deze weg te nemen?
Vraag 6
Mocht de IOM niet bereid zijn Syrische asielzoekers die aangeven vrijwillig terug te
willen keren te ondersteunen, zou dan de Dienst Terugkeer en Vertrek die rol op
zich kunnen nemen om vrijwillige terugkeer mogelijk te maken?
Antwoord 3, 5 en 6
Het is aan de Nederlandse overheid om te bepalen of een land met het oog op het
door Nederland te voeren beschermingsbeleid veilig is. Daarnaast is het ook aan
de Nederlandse overheid om te bepalen of individuen die vrijwillig terug willen
keren daarbij ondersteund kunnen worden. Het is echter niet aan de Nederlandse
overheid om te bepalen of IOM of een willekeurige andere organisatie de vrijwillige
terugkeer moet ondersteunen. Er kunnen – zoals aangegeven in het antwoord op
vraag 2 en 4 –redenen zijn waarom IOM hier niet aan kan meewerken en het is
dan ook aan IOM om hier zelfstandig een afweging in te maken.
Van de zijde van de Nederlandse overheid zijn er geen obstakels die de vrijwillige
terugkeer van Syriërs verhinderen. Als Syriërs willen terugkeren naar hun land van
herkomst dan kunnen zij zich wenden tot de Dienst Terugkeer en Vertrek. De DT&V
kan hen helpen bij het verkrijgen van een ticket (via Teheran naar Damascus) en
kan eventueel ook een financiële bijdrage meegeven. Hierbij is het van belang dat
de Syrische terugkeerders ten tijde van hun reis in het bezit zijn van een geldig
paspoort. Hiervoor kunnen zij zich wenden tot de Syrische ambassade in Brussel.
De DT&V kan indien nodig de kosten voor een nieuw document te vergoeden.
Vraag 7
Kunt u aangeven op welke termijn het nieuwe ambtsbericht - en de
daaropvolgende aanpassing van het landenbeleid voor Syrië - naar de Kamer
komt, zoals toegezegd tijdens afgelopen begrotingsbehandeling Justitie en
Veiligheid?
Het nieuwe ambtsbericht verwacht ik in de zomer van dit jaar. Op basis van dit
ambtsbericht zal ik bepalen of er aanleiding is om het landenbeleid ten aanzien
van Syrië aan te passen.
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe de Nederlandse overheid Syriërs in de asielprocedure of met
een tijdelijke verblijfsvergunning informeert over en voorbereidt op (vrijwillige)
terugkeer wanneer Syrië (of een deel daarvan) veilig genoeg is?
Vooralsnog geldt voor Syrië een algemeen beschermingsbeleid. Dit betekent dat
Syrische asielzoekers over het algemeen in aanmerking komen voor bescherming
en een tijdelijke verblijfsvergunning. Bij het afgeven van de verblijfsvergunning
wordt door de IND een folder meegestuurd waarin de rechten en plichten voor de
vergunninghouder staan vermeld. Daarnaast betreft het zoals aangegeven een
tijdelijke verblijfsvergunning. Voor de betrokken vreemdeling is daarmee duidelijk
dat het in beginsel om een tijdelijke status gaat. Bij herbeoordeling na 5 jaar, of
tussentijds als de situatie in het land van herkomst daar aanleiding toe geeft,
wordt aan de hand van het dan geldende landenbeleid bepaald of nog wordt
voldaan aan de gronden voor vergunningverlening. Er wordt niet specifiek
geïnformeerd over wat de consequenties kunnen zijn wanneer (een deel van)
Syrië weer veilig is. Zoals uw Kamer bekend is, wil het kabinet het tijdelijke
karakter van de verblijfsvergunning asiel benadrukken door deze niet voor vijf
jaar, maar voor drie jaar te verlenen. Bij de uitwerking van die maatregel uit het
regeerakkoord zal ik tevens kijken naar de informatieverstrekking hierover aan de
vergunninghouder.