Antwoorden Kamervragen over het bericht Groeiende groep
vluchtelingen uit Syrië wil terug naar huis
2018Z01303
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de staatssecretaris van Justitie en
Veiligheid en de minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking over het bericht ‘Groeiende groep vluchtelingen uit
Syrië wil terug naar huis’(ingezonden 29 januari 2018)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Groeiende groep vluchtelingen uit Syrië wil terug
naar huis’? 1)
Ja
Vraag 2
Wat vindt u van het feit dat vluchtelingen die vrijwillig willen terugkeren niet
worden geholpen door de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM)? Waarom
wordt vreemdelingen ondersteuning onthouden wanneer zij welbewust willen
terugkeren naar hun land van herkomst?
De afgelopen maand heb ik gesprekken gevoerd met het hoofd van de
Nederlandse missie van IOM en de Directeur-Generaal van IOM en daarin
aangegeven dat het gelet op het vrijwillige karakter van deze terugkeer wenselijk
zou zijn als IOM hierbij zou kunnen ondersteunen. Door IOM is aangegeven dat
IOM het verzoek van Nederland begrijpt en dat IOM het recht op terugkeer ook
uiteraard erkent. Ondersteuning hierbij door IOM beschouwt IOM op dit moment
niet opportuun. Er is een aantal redenen waarom IOM geen ondersteuning kan
bieden bij de vrijwillige terugkeer van (individuele) terugkeerders naar Syrië.
Voor IOM is het belangrijk dat wanneer mensen willen terugkeren IOM hen na
terugkeer ook ondersteuning kan bieden in Syrië zelf. Dat is op dit moment niet
mogelijk omdat IOM slechts beperkt in Syrië aanwezig is. IOM vindt de situatie in
Syrië, die ook van dag tot dag verandert op dit moment nog te gevaarlijk. Ook is
er sprake van een wisselende politieke context. Daar waar er wel aanwezigheid is,
met name in het zuiden en noorden/noordoosten van Syrië, is IOM voornamelijk
bezig met het bieden van humanitaire hulp aan de grote groepen binnenlands
ontheemden.
Een andere reden is dat IOM opereert onder het mandaat van de VN. Voor het
bieden van ondersteuning bij terugkeer is in het algemeen de medewerking van
de autoriteiten in de landen van herkomst nodig. Indien IOM in dit geval zonder
medewerking van het Assad-regime ondersteuning aan terugkeer zou verlenen,
zou dit gevolgen kunnen hebben voor de bredere VN-relatie met het Assad-regime
en daarmee voor de algehele toegang van VN-organisaties tot Syrië. De
overweging om vooralsnog geen ondersteuning te bieden bij terugkeer moet dan
ook worden gezien in het licht van het bredere afwegingskader van de VN.
Dit betekent niet dat personen die willen terugkeren naar Syrië geen
ondersteuning wordt geboden. Als Syriërs willen terugkeren naar hun land van
herkomst dan kunnen zij zich wenden tot de Dienst Terugkeer en Vertrek. De DT&V
kan hen helpen bij het verkrijgen van een ticket (via Teheran naar Damascus) en
kan eventueel ook een financiële bijdrage meegeven. Hierbij is het van belang dat
de betrokkenen in bezit zijn van een geldig paspoort of deze aanvragen.
Vraag 3
Ziet u in het feit dat vluchtelingen vrijwillig willen terugkeren naar Syrië, reden om
te komen tot herijking van het landgebonden asielbeleid voor Syrië?
Ik baseer mijn beleid op de ambtsberichten van het ministerie van Buitenlandse
Zaken. Het nieuwe ambtsbericht voor Syrië wordt in de zomer van dit jaar
verwacht. Op basis van dat ambtsbericht zal ik bepalen of aanpassing van beleid
aan de orde is. Dat in sommige gevallen individuele vluchtelingen willen
terugkeren naar Syrië is voor mij vooralsnog geen reden om het landgebonden
asielbeleid voor Syrië te herijken.
Vraag 4
Op welke wijze is gewaarborgd dat regelmatig getoetst wordt of de grond voor
verlening van een verblijfsvergunning is vervallen doordat mogelijkheden voor
terugkeer zijn ontstaan? Wordt hierbij bijzondere aandacht gegeven aan Syriërs,
gezien de omvang van deze groep?
Wanneer een persoon een asielverzoek doet, wordt door de IND beoordeeld of er
bescherming dient te worden geboden. Als een persoon voor bescherming in
aanmerking komt, wordt een vergunning asiel verstrekt. Dat er in sommige
gevallen individuele personen terugkeren naar hun land van herkomst betekent
niet automatisch dat daarmee de veiligheidssituatie – en daarmee de grond voor
de vergunning – is veranderd.
Om na te gaan of er sprake is van een gewijzigde veiligheidssituatie worden voor
de belangrijke herkomstlanden regelmatig nieuwe ambtsberichten van
Buitenlandse Zaken gevraagd. Op basis van deze ambtsberichten kan worden
beoordeeld of aanpassing van landenbeleid nodig is. Indien dat aan de orde is kan
dit aanleiding geven voor de IND om een herbeoordeling te doen van de
verleende asielvergunningen. Wanneer de grond vervalt op grond waarvan de
vergunning is verkregen kan deze worden ingetrokken en dient de betreffende
persoon Nederland te verlaten.
Vraag 5
Bent u bereid om te verkennen met welke extra ondersteuning en nieuwe
initiatieven in Syrië de veilige terugkeer van Syriërs kan worden bevorderd? Welke
lessen kunnen hierbij worden geleerd van eerdere ervaringen, zoals de terugkeer
van Kosovaren?
Wanneer Syriërs willen terugkeren dan kunnen zij zich wenden tot de Nederlandse
overheid. De DT&V kan ondersteuning bieden bij de zelfstandig terugkeer door –
zoals aangegeven in het antwoord op vraag twee – bijvoorbeeld het vergoeden
van een ticket of vervangende documenten of door het bieden van een financiële
bijdrage. Aan de andere kant geldt in het Nederlandse beleid voor Syrië dat
personen uit dit land over het algemeen in aanmerking komen voor bescherming
omdat op basis van het laatste ambtsbericht en overige landeninformatie
geconcludeerd wordt dat de veiligheidssituatie zeer te wensen overlaat. Dit
betekent dus ook dat zij in Nederland mogen blijven. Het feit dat er enkele
personen nu willen terugkeren betekent voor mij niet dat daarmee het
beschermingsbeleid dient te worden gewijzigd. Hiervoor wacht ik het nieuwe
ambtsbericht af dat in de zomer van dit jaar wordt verwacht. Initiatieven om de
zelfstandige terugkeer naar Syrië te bevorderen vind ik gelet op de situatie in
Syrië nog niet aan de orde. Mocht de situatie dusdanig zijn veranderd dat geen
bescherming meer hoeft te worden gegeven dan zal ook worden gekeken hoe
Syriërs het best kunnen worden geholpen bij hun terugkeer. Bij het opzetten van
dergelijke programma’s wordt ook rekening gehouden met de lessen die zijn
geleerd van eerdere terugkeerinitiatieven, zoals destijds ten aanzien van Kosovo