Hierbij zend ik u mijn antwoorden op de vragen van het lid Bisschop (SGP) over het
onderzoek naar de mogelijkheden voor een intercity-stop in Harderwijk
(ingezonden 6 februari 2018).
Vraag 1
Heeft u kennis kunnen nemen van het onderzoek van Royal Haskoning naar de
mogelijkheid om het station Harderwijk een intercity-status te geven1
?
Ik vermoed dat het gaat om het rapport Vervolgstap MIRT-onderzoek UtrechtAmersfoort-Harderwijk
van 8 augustus 2017. Royal HaskoningDHV heeft dit rapport
opgesteld in opdracht van de provincies Gelderland en Utrecht. Ik heb kennis
kunnen nemen van het rapport. Het rapport is (nog) niet openbaar. De provincies
Utrecht en Gelderland zullen gezamenlijk over het rapport communiceren. Ik zal
aan hen melden dat uw Kamer op dat moment graag kennisneemt van het
rapport.
Vraag 2
Is het mogelijk om het genoemde rapport naar de Kamer te sturen?
Ik ben niet de opdrachtgever of eigenaar van het rapport. Het is voor mij daarom
niet mogelijk het rapport naar de Kamer te sturen.
Vraag 3
Hoe waardeert u de conclusie dat een tussenstop van intercity’s tussen UtrechtZwolle
in Harderwijk niet haalbaar is, mede gelet op de wens om forenzen uit de
auto in de trein te krijgen?
Vraag 4
Hoe waardeert u de alternatieve mogelijkheden die Royal Haskoning aandraagt?
Antwoord 3 en 4
Mijn indruk is dat de opstellers van het rapport de verschillende alternatieven
zorgvuldig hebben onderzocht. Ik denk dat het goed is hun bevindingen en
conclusies serieus te nemen. Zie verder antwoord 5.
Vraag 5
Bent u bereid in overleg te gaan met betrokken overheden en te bezien welke
vervolgstappen gezet kunnen worden?
Het maken van de dienstregeling is de verantwoordelijkheid van NS. NS moet zich
daarbij houden aan de voorschriften die in de vervoerconcessie staan. De
concessie bepaalt onder meer hoe vaak een station per uur minimaal bediend
moet worden, maar niet met welk type trein dit moet gebeuren. Het is dus aan NS
om op grond van de vervoervraag te bepalen op welke stations Intercity’s stoppen.
Bij de afweging om op een station wel of niet met Intercity’s te stoppen moet NS
verschillende belangen tegen elkaar afwegen. Een extra Intercity-stop maakt het
openbaar vervoer aantrekkelijker voor de reizigers die van die stop gebruik willen
maken. Maar een extra stop maakt het openbaar vervoer juist minder aantrekkelijk
voor doorgaande reizigers. Die doen dan langer over hun reis, terwijl bekend is dat
reissnelheid juist een belangrijke factor is bij de keuze voor een vervoermodaliteit.
Het toevoegen van een Intercity-stop kan een groter netwerk van verbindingen
raken. Verslechtering van aansluitingen leidt tot langere reistijden. Daarom neemt
NS ook in beschouwing wat het effect is voor het totale OV-netwerk (zoals
aansluitingen op bus, tram, metro en de opgave om de reistijden tussen de
Randstad en de landsdelen te verbeteren). Daarnaast kijkt NS naar het verwachte
groeipotentieel, de beschikbare capaciteit, de inpasbaarheid in de dienstregeling
en het effect op de exploitatiekosten.
NS heeft mij gelet op deze overwegingen laten weten geen plannen te hebben om
station Harderwijk met Intercity’s te gaan bedienen. Ik wil hieraan toevoegen dat
er in het verleden meermaals is gekeken naar de mogelijkheden om Intercity’s te
laten stoppen in Harderwijk. De conclusie was tot nu toe steeds dat de nadelen
voor de dienstregeling (en dus voor de reizigers) groter waren dan de voordelen, of
dat er (te) grote infrastructurele maatregelen nodig waren.2
Niet alleen in Harderwijk, maar ook in plaatsen als Hoogeveen, Bilthoven en
Zoetermeer is wel eens de wens geuit van een Intercity-stop. Daar gelden dezelfde
afwegingen en dilemma’s. Meer Intercity-stops maken het Intercity-product minder
snel.
De vervoerconcessie schrijft voor dat NS over de dienstregeling moet overleggen
met regionale overheden. Deze kunnen zelf voorstellen uitwerken die ze met NS
willen bespreken. Soms is er sprake van verschillende wensen van partijen uit de
regio. Sommige partijen zien bijvoorbeeld meer Sprinters als beste optie voor
betere bereikbaarheid, andere pleiten voor meer Intercity-stops. Het is aan NS om
voorstellen en opties met betrokkenen af te wegen binnen de mogelijkheden die
de infrastructuur biedt. Dat doet NS in de reguliere overleggen over de
dienstregeling.
Sommige voorstellen voor een aanpassing van de bediening van stations vergen
aanpassing of uitbreiding van de infrastructuur. Dan komt ook ProRail als
infrastructuurbeheerder in beeld. En er ontstaat een financieringsvraagstuk dat
door het Rijk en/of de betrokken decentrale overheden moet worden opgelost.
Partijen kunnen dit meenemen in hun gezamenlijke regionale uitwerking van het
Toekomstbeeld OV.
1 https://www.destentor.nl/harderwijk/geen-intercity-s-naar-harderwijk-ongeloof-onderreizigers-op-station-br~a779fd46/
2 Zie bijvoorbeeld de antwoorden van 19 maart 2015 op vragen van het lid Hoogland,
Vergaderjaar 2014-2015, Aanhangselnummer 1623:
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20142015-1623.html