Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van de
leden Leijten en Van Nispen (beiden SP) aan de ministers van
Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over het bericht 'EU rift
over rule of law deepens'. (ingezonden 30 januari 2018)
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de Europese Commissie Roemenië op 24
januari 2018 tot de orde geroepen heeft, omdat het land voornemens is om
hervormingen door te voeren die de rechtsstaat zouden ondermijnen en ervoor
kunnen zorgen dat van corruptie verdachte politici niet vervolgd worden? 1) 2)
Ja
Vraag 2
Welke stappen heeft de Europese Commissie precies ondernomen, en bent u
bereid de Kamer op de hoogte te houden van dit proces?
Vraag 3
Deelt u de zorgen over de staat van de rechtsstaat in diverse lidstaten, waaronder
Polen, Hongarije en Roemenië? Wat zegt de terugval van deze landen volgens u
over hun toetreding tot de Europese Unie (EU), en de effectiviteit van de Europese
Commissie om rechtstaten in derde landen te versterken in aanloop naar EUlidmaatschap,
maar ook erna, bijvoorbeeld via het Coöperatie-en
Verificatiemechanisme?
Antwoord op vragen 2 en 3
Het proces van verankering en internalisering van Europese kernwaarden is geen
lineair proces, maar gaat met vooruitgang en soms ook met achteruitgang.
Daarom heeft de rechtsstaat in alle lidstaten doorlopend aandacht en onderhoud
nodig. Aan kandidaatlidstaten worden strenge eisen gesteld op het gebied van de
rechtsstaat en de EU heeft een instrumentarium ter beschikking om achteruitgang
te adresseren wanneer die zich voordoet in lidstaten. De stand van de rechtsstaat
is altijd een momentopname en ook het kabinet maakt zich zorgen over de huidige
ontwikkelingen in enkele lidstaten. Bijvoorbeeld als het gaat om Polen en
Hongarije (zie ook Kamerstukken: 20162017-1360, 20162017-2053 en 21501-02-
1745). Het is zaak om dit onderwerp actief op de agenda te houden en
bespreekbaar te maken tussen lidstaten, zoals nu in het geval van Polen.
Het Coöperatie- en Verificatiemechanisme mechanisme (CVM) werd ontworpen na
de toetreding van Bulgarije en Roemenië om voortgang te monitoren bij de
hervorming van het rechtsstelsel, de bestrijding van corruptie en in het geval van
Bulgarije, de strijd tegen georganiseerde misdaad. Dit mechanisme levert jaarlijks
een analyse op van de ontwikkelingen en heeft dus vooral een signaleringsfunctie,
zonder dat de EU daar een doorzettingsmacht heeft. Het kabinet is, alles
afwegende, van mening dat het bestaan van het mechanisme, de systematiek van
de aanbevelingen en de politieke discussie die daaraan is verbonden de afgelopen
jaren een positief effect hebben gehad op de ontwikkelingen op rechtsstatelijk
terrein in bovengenoemde landen, en het bespreekbaar maken van deze complexe
problematiek in bredere zin in het kader van de EU.
In het meest recente voortgangsrapport van het Coöperatie- en
Verificatiemechanisme (CVM), gepubliceerd op 15 november 2017, waarmee de
Europese Commissie justitiehervormingen en de strijd tegen corruptie in Roemenië
monitort, stelde de Commissie vast dat Roemenië de afgelopen tien jaar
vooruitgang heeft geboekt bij het hervormen van het rechtsstelsel. Tegelijkertijd
constateerde de Commissie dat de voortgang in 2017 minder voorspoedig is
gelopen dan verwacht en dat het hervormingsproces aan kracht heeft ingeboet in
Roemenië. Ook waarschuwde de Commissie dat het risico bestaat dat zaken die in
het eerdere CVM-rapport van januari 2017 als afgerond zijn beschouwd, door
stagnatie en nieuwe wetsvoorstellen opnieuw moeten worden bekeken. Het
betreffende CVM-rapport en de appreciatie van het kabinet zijn uw Kamer op 4
december 2017 toegegaan (Kamerstuk 23987-205).
Op 24 januari jl. heeft de Europese Commissie opnieuw haar zorgen geuit over
voorstellen voor aanpassing van de justitiewetgeving die de onafhankelijkheid van
de rechterlijke macht en corruptiebestrijding kan ondermijnen. Ook de Roemeense
bevolking manifesteert zich. Zo protesteerden afgelopen januari enkele
tienduizenden mensen in het land tegen de wetsvoorstellen. Het maatschappelijk
middenveld en vertegenwoordigers van de rechterlijke macht roepen de regering
al sinds langere tijd op tot transparantie, medezeggenschap in het
hervormingsproces en het inwinnen van het advies van de Venetië-commissie. De
Commissie heeft binnen de kaders van het CVM concrete ijkpunten en
aanbevelingen aangedragen met de oproep aan Roemenië deze op te volgen.
Daarnaast blijft de Commissie middels het CVM de ontwikkelingen op het gebied
van justitiehervormingen in Roemenië volgen en presenteert naar verwachting in
november haar volgende CVM-rapport. Hierover zal de Kamer op gebruikelijke
wijze middels een appreciatie worden geïnformeerd.
Vraag 4
Welke gevolgen zou het aantasten van de rechtsstaat in diverse EU-lidstaten
volgens u moeten hebben voor de justitiële samenwerking tussen de betreffende
landen en Nederland? Kan er een moment komen dat het aantasten van de
rechtsstaat er volgens u toe zou moeten leiden dat de samenwerking (op
onderdelen) teruggeschroefd of opgeschort zou moeten worden, vanwege het
ontbreken van wederzijds vertrouwen?
De justitiële samenwerking tussen de lidstaten van de EU is grotendeels in handen
gelegd van de justitiële autoriteiten. De samenwerking is gebaseerd op
wederzijdse erkenning en houdt in dat samenwerking het uitgangspunt is. De
weigeringsgronden zijn limitatief geformuleerd. Het zijn de justitiële autoriteiten
die toetsen of deze aan de orde zijn. Daarnaast geldt ook bij de justitiële
samenwerking het Handvest van de Grondrechten, hetgeen inhoudt dat de
justitiële autoriteit in voorkomend geval ook beziet of in die zaak samenwerking
niet leidt tot schending van de daarin vastgelegde grondrechten. Is dat het geval
dan wordt een uitzondering gemaakt op het beginsel van wederzijdse erkenning
en zal de samenwerking niet worden verleend.
Het algeheel opschorten van samenwerking op justitieel terrein met een lidstaat
zou dit mechanisme doorkruisen en zou besluitvorming op Unie niveau vergen.
Vraag 5
Welke conclusie trekt u uit het feit dat Roemenië zich weinig heeft aangetrokken
van het laatste rapport van de Europese Commissie over de situatie in het land?
Het wetgevingsproces rondom de justitiehervormingen is nog niet afgerond. In een
recente uitspraak acht het Roemeense Constitutioneel Hof bovendien elementen
in de justitiehervorming strijdig met de grondwet. De wetten zullen nu opnieuw
behandeld moeten worden in het Roemeense parlement.
Vraag 6
Kunt u een overzicht geven van alle EU-subsidies die Roemenië en Bulgarije tijdens
het huidige Meerjarig Financieel Kader (MFK) hebben en nog zullen ontvangen?
De totale vastleggingenenvelop voor het Cohesiebeleid en het Gemeenschappelijk
Landbouwbeleid voor de gehele periode 2014-2020 bedraagt ongeveer 16 mld
euro voor Bulgarije en 44,6 mld euro voor Roemenië. Hoeveel hiervan tijdens het
huidige MFK tot betaling komt is voor een groot deel afhankelijk van wat er
daadwerkelijk aan projecten in deze landen wordt uitgevoerd en wanneer
aangegane vastleggingen tot betaling leiden.
Vraag 7
Op welke wijze wordt gecontroleerd waar het EU-geld aan besteed wordt, en hoe
voorkomt de EU dat het geld in de verkeerde zakken verdwijnt?
Ontvangst van Europese subsidies wordt onderworpen aan zowel nationale als
Europese controles om doelmatige en rechtmatige besteding van middelen te
waarborgen. De Europese Commissie handhaaft de EU-wetgeving voor de
uitvoering van en controles op EU-subsidies. Voor alle lidstaten geldt eenzelfde
beheer- en controlestructuur.
Vraag 8
Deelt u de mening dat het onverstandig zou zijn om op korte termijn een groep
van Westelijke Balkanlanden toe te laten treden tot de EU, zoals de Europese
Commissie van plan is, terwijl zij nog niet klaar zijn voor toetreding? Zo ja, wat
doet u eraan om te voorkomen dat landen die lidmaatschap beloofd is door de EU
te vroeg toetreden, waardoor zij een groter risico lopen op terugval?
Het kabinet houdt vast aan een toetredingsproces dat strikt en fair is, gebaseerd
op conditionaliteit, vastgestelde criteria en het principe van eigen verdienste.
Landen kunnen pas toetreden tot de Europese Unie wanneer zij aan alle in dat
kader vastgelegde voorwaarden hebben voldaan. De Raad besluit hierover met
eenparigheid van stemmen. Het toetredingsverdrag moet vervolgens door alle
lidstaten worden geratificeerd.
1) https://www.ft.com/content/5279ebae-0118-11e8-9650-9c0ad2d7c5b5?segmentId=a7371401-027d-d8bf-8a7f-2a746e767d56
2) https://www.trouw.nl/democratie/brussel-roept-roemenie-op-het-matje-vanwegeonafhankelijkheid-rechters~a8333e34/
3) https://europeanwesternbalkans.com/2017/11/12/hahn-next-two-years-willgood-enlargement-eu/