Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Verhoeven (D66) over het bericht 'Kijk die Zweden
nu eens!’
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht 'Kijk die Zweden nu eens!'?
Ja.
Vraag 2
Hoe duidt u het beleid van de Zweedse minister van Europese Zaken Ann Linde,
waarbij zij door middel van “EU Handshakes” overal in Zweden de Europese Unie
aankaart, vraagt wat mensen van de Europese Unie (EU) vinden en wat zij of de
organisatie, waar zij werkzaam zijn, met de EU zouden kunnen en hoe er binnen
deze organisaties concreet opvolging aan gegeven wordt, met het doel de
participatie, kennis en betrokkenheid van mensen bij de EU te vergroten? 2)
Vraag 3
Hoe duidt u in Nederland de participatie, kennis en betrokkenheid van mensen,
maatschappelijke organisaties en bedrijven bij de EU?
Vraag 4
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat mensen in Nederland kennis
hebben van de EU en betrokken zijn bij de EU? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
De wijze waarop participatie, kennis en betrokkenheid van mensen,
maatschappelijke organisaties en bedrijven bij de EU tot uiting komt, verschilt van
lidstaat tot lidstaat in de EU. Het kabinet onderschrijft het belang dat mensen en
maatschappelijke organisaties kennis hebben van en betrokken zijn bij de EU,
zowel EU-breed als in Nederland. In Nederland is sprake van zichtbare
betrokkenheid bij de EU in de politiek en het bestuur, in het maatschappelijk
middenveld en de (sociale) media. Het kabinet onderschrijft het belang hiervan,
ook gezien de besluiten die in EU-kader worden genomen en gezien de
aanstaande Europese verkiezingen in 2019.
Vraag 5
Kunt u uiteenzetten welke stappen u of uw collega’s in het kabinet op dit moment
ondernemen om de participatie, kennis en betrokkenheid van mensen,
organisaties en bedrijven bij de EU te vergroten?
Het kabinet geeft op uiteenlopende wijze vorm aan de participatie, kennis en
betrokkenheid van mensen, organisaties en bedrijven bij de EU. Het gaat hier om
een breed spectrum aan onderwerpen, variërend van gesprekken met bedrijven
over Brexit, tot het EU-back-to-School programma, tot optredens in de media. Het
kabinet benadrukt echter dat noch de regie, noch de verantwoordelijkheid, noch
het eigenaarschap uitsluitend bij het kabinet kan liggen om de participatie, kennis
en betrokkenheid van mensen, organisaties en bedrijven bij de EU te vergroten. Er
ligt in de Nederlandse maatschappelijk-politieke verhoudingen juist een grote
verantwoordelijkheid voor het maatschappelijk middenveld, bij politieke partijen,
bij de (sociale) media om uiting te geven aan de participatie, kennis en
betrokkenheid bij de EU.
Vraag 6
Deelt u de mening dat in het tijdperk van Brexit het een goed idee zou zijn
mensen, maatschappelijke organisaties en bedrijven meer te betrekken bij de EU
en in Nederland eenzelfde soort beleid te hanteren als in Zweden? Zo ja, bent u
bereid de mogelijkheden hiertoe te onderzoeken? Zo nee, waarom niet?
Het kabinet is bereid om nader te bezien op welke wijze vorm kan worden gegeven
aan de nadere betrokkenheid van mensen, maatschappelijke organisaties en
bedrijven bij de EU. Het kabinet is evenwel van mening dat dit alleen kan als
daarbij recht wordt gedaan aan de uiteenlopende maatschappelijk-politieke
context in de verschillende lidstaten.