Antwoord op vragen van de leden Amhaouch, Geurts en Omtzigt over de economische consequenties van de Brexit voor Nederland
1206
Vragen van de leden Amhaouch, Geurts en Omtzigt (allen CDA) aan de
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Ministers van
Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de
Staatssecretaris van Financiën over de economische consequenties van de
Brexit voor Nederland. (ingezonden 13 februari 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Snel (Financiën) mede namens de
Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, de Ministers van
Economische Zaken en Klimaat, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 19 februari 2018).
Vraag 1
Sinds wanneer bent u bekend met de op 15 juni 2017 gepubliceerde nota
«Impact Brexit voor douaneverplichtingen in Nederland» van het Landelijke
Bureau Douane?1
Ik ben op de hoogte van het feit dat de Douane vanaf de zgn. artikel
50-notificatie door het VK bezig is met het analyseren van de gevolgen van
een Brexit voor het goederenverkeer met het VK vanuit de invalshoek van
douaneformaliteiten en douanewerkzaamheden. De genoemde nota is in het
reguliere overleg van de Douane met het bedrijfsleven ook gedeeld, om toe
te werken naar een gedeeld beeld van de huidige handelsstromen tussen NL
en het VK.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze nota en welke actie heeft u ondernomen op deze nota,
die meer dan een half jaar oud is?
De nota geeft inzicht in het goederenverkeer met het Verenigd Koninkrijk om
zodoende inzicht te krijgen in de mogelijke groei van de douaneverplichtingen
door de Brexit. Het is een van de stappen die de organisatie heeft gezet
in de voorbereidingen op Brexit. Hierna zijn nadere analyses uitgevoerd,
waarbij de mogelijke consequenties van Brexit ook doorvertaald zijn naar
personele en materiële consequenties voor de Douane. Op basis daarvan is
reeds besloten om binnen de bestaande kaders 50 fte te werven met het oog
op Brexit. Het kabinet heeft inmiddels besloten dat Douane en NVWA nu per
direct kunnen doorgaan met het werven en opleiden van meer nieuwe
medewerkers, het starten van aanbestedingstrajecten en het organiseren van
huisvesting. De budgettaire gevolgen van deze beslissing worden dit voorjaar
verwerkt.
Vraag 3
Is deze nota geraadpleegd door KPMG in hun onderzoek aangaande de
gevolgen van de Brexit voor Nederland welke ze hebben uitgevoerd in
opdracht van het Ministerie van Economsiche Zaken en Klimaat en het
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit?
Ja.
Vraag 4
Deelt u de kwalificatie «de douane beschouwt alle uitkomsten waarbij het VK
uittreedt uit de interne markt, en dus de EU Douane Unie verlaat, als «harde»
Brexit» uit de nota?
Als het VK de EU verlaat en daarmee een zgn. derde land wordt, betekent dat
invoering van douaneformaliteiten op het handelsverkeer tussen de EU en
het VK. Dit vergt dus in alle gevallen een forse investering. Dat maakt de
kwalificatie «harde Brexit» vanuit douaneperspectief begrijpelijk.
Vraag 5
Op basis van dit impactassessment maakt de douane een schatting dat er
tussen de 500 en 800 extra douanepersoneel nodig is bij de Brexit hoe
interpreteert u deze aanbeveling van de douane?
Wat betreft de methodiek zijn in het voorjaar van 2017 de Douane en de
NVWA gestart met het in kaart brengen van de impact van Brexit op basis
van gegevens over de huidige handelsstromen. Vervolgens is de vertaalslag
gemaakt naar hoeveel extra benodigde capaciteit en middelen nodig zijn bij
een terugval op een WTO-scenario. De NVWA komt met de huidige inzichten
uit op een benodigd aantal van 143 fte. Op basis van de huidige inzichten
heeft de Douane twee scenario’s uitgewerkt. Het scenario «no deal» en het
scenario «CETA» met als basis het handelsakkoord van de EU met Canada.
De uitkomsten hiervan zijn dat, uitgaand van gelijkblijvende handelsvolumes
en ongewijzigde handhavingsaanpak, respectievelijk ca. 930 fte en ca. 750 fte
aan extra capaciteit is geraamd. Het kabinet volgt vanzelfsprekend de
onderhandelingen nauwgezet teneinde hier adequaat op te kunnen blijven
inspelen.
Vraag 6 en 7
Hoeveel formatieplaatsen (fte-equivalenten) telde de douane ulitmo 2013,
2014, 2015, 2016 en 2017?
Hoeveel medewerkers (fte-equivalenten) had de douane ultimo 2013, 2014,
2015, 2016 en 2017?
De formatie en bezetting is als volgt:
2013 2014 2015 2016 2017 2017 excl DCP
Formatie 4.723 4.655 4.576 4.561 4.656 4.541
Bezetting 4.617 4.580 4.458 4.290 4.591 4.478
Per 2017 voert Douane een taak («DCP, Belastingdienst Douane Processen
Douane») uit die voorheen elders binnen de Belastingdienst werd uitgevoerd.
Dit verklaart de stijging in de formatie en bezetting van 2016 en naar 2017.
Om een correcte vergelijking te kunnen maken tussen 2017 en de jaren
daarvoor is een kolom 2017 exclusief BCP toegevoegd.
Vraag 8
Zijn de 50 nieuwe mensen bij de douane en de 20 bij de Nederlandse
Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geworven binnen de bestaande kaders
of zijn ze echt extra?
De genoemde mensen bij de Douane worden met het oog op Brexit
geworven binnen de bestaande kaders. Vooruitlopend op Brexit werft de
NVWA extra mensen ten behoeve van de benodigde capaciteit additioneel op
de bestaande formatie.
Vraag 9
Heeft de douane alle douaniers die – onbedoeld – vertrokken zijn met de
vertrekregeling al kunnen vervangen?
Ten behoeve van de continuïteit heeft Douane vanaf 2016 drie grote
wervingsrondes uitgevoerd. Inmiddels is de beschikbare Douaneformatie
voor bijna 99% bezet.
Vraag 10
Kunt u de analyses die gemaakt van de benodigde capaciteit in het geval van
terugval op WTO handelsregels bij de handhavingsdiensten (zoals voor de
douane, marechaussee, NVWA) aan de Kamer doen toen komen?2
Ik ben altijd bereid specifieke inlichtingen te verschaffen, spontaan, maar ook
wanneer uw Kamer daarom verzoekt. Bij het antwoord op vraag 5 ga ik in op
de aanpak van de berekeningen voor Douane en NVWA. De door uw Kamer
gevraagde analyses zijn echter opgesteld voor intern beraad en het is
onwenselijk dat zij onderwerp zijn van politiek debat. De uitkomsten van het
interne beraad krijgen hun weerslag in de uiteindelijke besluitvorming,
waarover verantwoording afgelegd wordt aan de Kamer.
Vraag 11
Wat is er volgens u veranderd in de verhoudingen in de Brexitonderhandelingen
sinds juni 2017 (publicatie van deze nota van douane) en
januari 2018 (de regering informeert de Kamer over 50 fte extra douanepersoneel)?
In juni 2017 waren de onderhandelingen tussen het VK en de EU net
begonnen, op basis van de richtsnoeren van de Europese Raad d.d. 29 april
2017 en de onderhandelingsrichtsnoeren die de Raad van de Europese Unie
d.d. 22 mei 2017 heeft aangenomen. De eerste fase van de onderhandelingen
is moeizaam verlopen. In december 2017 heeft de Europese Raad kunnen
vaststellen dat er voldoende voortgang was om de onderhandelingen over de
tweede fase te kunnen starten. De afspraken over de eerste fase onderwerpen
(rechten van burgers, financiële afwikkeling en de Iers/Noord Ierse grenskwestie)
in het gezamenlijk verslag van de Commissie en het VK van
8 december 2017 hebben nu vooral politieke waarde en moeten nog in een
juridische vorm worden gegoten. Pas als het terugtrekkingsakkoord gesloten
is, zijn de afspraken juridisch bindend. De verdeeldheid binnen de Britse
Conservatieve Partij en het uitblijven van duidelijkheid over de Britse inzet
blijven een soepel verloop van de onderhandelingen in de weg staan. Het is
dan ook duidelijk dat het scenario dat het VK op 29 maart 2019 zonder
terugtrekkingsakkoord en zonder overgangsperiode de EU verlaat nog altijd
denkbaar is. De rode lijnen van het VK voor de toekomstige relatie met de EU
(verlaten interne markt en douane-unie) leiden er toe dat de handelsrelatie
niet veel verder zal kunnen gaan dan een handelsverdrag zoals de EU met
Canada gesloten heeft.
Vraag 12
Zou u kunnen nagaan of de douane nog steeds van mening dat er tussen de
500 en 800 extra douanepersoneel nodig is, of is de douane eveneens van
mening dat er sinds juni 2017 en ander speelveld is ontstaan?
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 13
Hoe verklaart u het verschil tussen deze analyse van de douane en uw
analyse aangaande de benodigde fte’s als gevolg van de Brexit?
Het memo van juni 2017 betrof een eerste analyse van de impact van Brexit
op douaneverplichtingen. De afgelopen maanden heeft de Douane in
samenwerking met andere onderdelen van het Ministerie van Financiën de
analyse van de gevolgen verder uitgewerkt en doorvertaald. Daarbij is zowel
gekeken naar een «no deal scenario» als het scenario van een transitieperiode
en daarna een handelsakkoord a la CETA. Zoals is aangegeven in het
antwoord op vraag 5 zijn daarvoor uitgaand van gelijkblijvende handelsvolumes
en ongewijzigde handhavingsaanpak, respectievelijk ca. 930 fte en ca.
750 fte aan extra capaciteit geraamd.
Vraag 14
Aangezien uit de nota valt op te maken dat het totale aantal douaneaangiften
voor onze douane met 33% (uitvoeraangiftes) en 18% (invoeraangiftes)
toeneemt, zou u kunnen aangeven hoeveel douanepersoneel in een gewone
situatie (dus wanneer er geen Brexit zou plaatsvinden) nodig is?
Indien er geen sprake is van Brexit is er geen extra douanepersoneel nodig.
Vraag 15
Herinnert u zich antwoorden op eerder gestelde Kamervragen waaruit blijkt
dat de opleiding van een douanier 9 tot 22 maanden duurt, waarmee de tijd
dringt om voldoende douanepersoneel in dienst te hebben op 29 maart 2019?
Hoe lang gaat u nog wachten met het organiseren van voldoende douanepersoneel?
Ja dat herinner ik me en dat is ook aanleiding geweest voor Douane om na te
gaan of door een andere manier van opleiden, verkort en taakgericht, een
deel van de benodigde extra capaciteit eerder kan worden ingezet. Dat proces
loopt. Daarnaast, zoals vermeld bij het antwoord op vraag 2, heeft het kabinet
inmiddels besloten dat Douane en NVWA nu per direct kunnen doorgaan met
het werven en opleiden van meer nieuwe medewerkers, het starten van
aanbestedingstrajecten en het organiseren van huisvesting.
Vraag 16
Aangezien in de nota per (douane)sector wordt geëvalueerd welke gevolgen
de Brexit heeft, kunt u aangeven hoe u de reeds geplande 50 fte over deze
sectoren wilt verdelen en waar u mogelijk meer personeel nodig acht?
De 50 fte met het oog op Brexit zullen primair ingezet worden om een
correcte en tijdige verwerking van de aangiftestroom te bewerkstelligen.
Vraag 17
Kunt u alle memo’s, notities (inclusief concepten die nog niet definitief
gemaakt zijn) over de Brexit en de douane aan de Kamer doen toekomen?
Zie het antwoord op vraag 10.
Vraag 18
Zijn de huidige informatietechnologie(IT)-systemen van de douane voldoende
om de activiteiten en werkzaamheden naar aanleiding van de Brexit te
ondersteunen? Zo ja, wat is uw motivatie en/of waar blijkt dit uit? Zo nee,
welke aanpassingen dienen er nog te gebeuren, tegen welke kosten en
binnen welke doorlooptijd?
De Douane gaat er op dit moment vanuit dat de IT-systemen toereikend zijn.
De geprognostiseerde volumestijgingen als gevolg van de Brexit kunnen
volgens de huidige inzichten opgevangen worden binnen de systemen.
Vraag 19
Is er voldoende tijd om ervoor te zorgen dat de douane goed is voorbereid
op een Brexit indien het Verenigd Koninkrijk in maart 2019 uit de douane-unie
stapt?
De tijd tot maart 2019 wordt door het kabinet benut om zo goed mogelijk
voorbereid te zijn op een uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de
douane-unie in maart 2019. Uiteraard worden het onderhandelingsproces
over de Brexit en de voorbereidingen van de uitvoeringsdiensten nauw
gevolgd om zo nodig bij te sturen en/of om aanvullende maatregelen te
kunnen treffen.
Vraag 20
Herinnert u zich dat u in het algemeen overleg over de Brexit van de
commissie Europese Zaken op 24 januari 2018 zei: «Wij hebben de effecten
op luchtvaart, visserij, transport, inklaring bij de douane en keuring van
veterinaire producten – dat moet ook geregeld worden namelijk – inzichtelijk.»?3
Kunt u deze inzichten met de Kamer delen?
Het kabinet komt hier voor het einde van het krokusreces in een aparte brief
op terug. De huidige inzichten over de effecten van de Brexit op Douane en
NVWA zijn in de antwoorden op de voorgaande vragen gegeven.
Vraag 21
Kunt u deze vragen een voor een en binnen twee weken beantwoorden?
Ja
1 Landelijke Bureau Douane, 15 juni 2017, «impact Brexit voor douaneverplichtingen in
Nederland»
2 Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1068 (antwoord op vraag 2)
3 Kamerstuk 23 987, nr. 215