1187
Vragen van de leden De Jong, Fritsma, De Graaf en Wilders (allen PVV) aan
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van
Justitie en Veiligheid over het bericht «Te weinig geld voor bijstandsuitkering
vluchtelingen» (ingezonden 3 januari 2018).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid)
mede namens de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen
15 februari 2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Te weinig geld voor bijstandsuitkering
vluchtelingen»?1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het absurd is dat gemeenten miljoenen tekort komen
om bijstandsuitkeringen te verstrekken door de groei van het aantal
bijstandsontvangers als gevolg van de grote migranteninstroom van de
afgelopen jaren?
In 2016 is sprake van een tekort op het budget voor bijstandsuitkeringen.
Ongeveer de helft van dit tekort wordt verklaard door de verhoogde instroom
van statushouders, die leidt tot een toenemend beroep op bijstand. Het
budget voor gemeenten voorziet met één jaar vertraging in dit toenemende
beroep. Voor 2016 en 2017 zijn daarom bestuurlijke afspraken gemaakt met
VNG. Afgesproken is dat het Rijk gemeenten op aanvraag tegemoetkomt in
de extra bijstandskosten middels een voorschot. De verstrekte voorschotten
maken geen onderdeel uit van het macrobudget.
Vraag 3
Welk percentage vormen de niet-westerse allochtonen in de bijstand? Wat
kost dit per jaar? Deelt u de mening dat de oververtegenwoordiging van
niet-westerse allochtonen in de bijstand een ongekende druk legt op de
houdbaarheid van onze verzorgingsstaat en dat hardwerkende Nederlanders
daar iedere dag weer de prijs voor moeten betalen? Zo nee, waarom niet?
In september 2017 ontvingen 273.000 mensen met een niet-westerse
migratieachtergrond een bijstandsuitkering. Dit is circa de helft van het
bijstandbestand. Exacte gegevens zijn niet beschikbaar, maar dit betreft bij
benadering een overeenkomstig deel van de uitgaven aan algemene bijstand.
Het kabinet berust er niet in dat deze groep relatief vaak afhankelijk is van de
bijstand. Daarom is er door mijn ministerie een programma gestart om de
positie van Nederlanders met een migratieachtergrond en statushouders op
de arbeidsmarkt te verbeteren met als doel om de participatie te verhogen.
Vraag 4 en 5
Deelt u voorts de mening dat het zijn van een verzorgingsstaat en het zijn van
een immigratieland een onmogelijke combinatie is?
Bent u bereid maatregelen te nemen teneinde onze verzorgingsstaat te
beschermen en houdbaar te houden voor de toekomst en derhalve te
bewerkstelligen dat alle bijstandsuitkeringen van statushouders per direct
worden ingetrokken en tevens niet meer worden verstrekt aan statushouders
en dat alle bijstandsuitkeringen per direct worden ingetrokken van mensen
die niet voldoen aan de taaleis dat voorts immigranten pas nadat zij tien jaar
in Nederland hebben gewoond en gewerkt en geen strafbare feiten hebben
gepleegd eventueel aanspraak kunnen doen op de bijstand en dat de
Nederlandse grenzen worden gesloten voor alle asielzoekers en voor alle
immigranten uit islamitische landen?
Antwoord 4 en 5
In Nederland wordt er bescherming geboden aan vluchtelingen en als het
nodig is kunnen statushouders, net als iedereen, terugvallen op een
bijstandsuitkering. Op basis van internationale verdragen kan hierbij geen
onderscheid worden gemaakt tussen statushouders en andere ingezetenen.
Net als voor Nederlanders in de bijstand geldt voor statushouders een
activerend beleid dat gericht is op een snelle uitstroom naar werk. Door de
goede economische omstandigheden nemen voor mensen in de bijstand de
kansen om uit te stromen naar werk toe. Het is de verantwoordelijkheid van
gemeenten om waar nodig daarbij ondersteuning te bieden. Voorts geldt dat
staand beleid reeds is dat verwijtbaar niet voldoen aan de inburgeringsplicht
consequenties heeft voor de hoogte van de sociale voorziening. Bovendien
geldt dat als ze zich onvoldoende inspannen om de taal te leren, hun
bijstandsuitkering wordt verlaagd. Ik zie geen reden om de regels hieromtrent
aan te passen.
Vraag 6 en 7
Deelt u de mening dat een euro maar één keer kan worden uitgegeven en dat
derhalve iedere euro die wordt uitgegeven aan niet-westerse allochtonen uit
bijvoorbeeld de bijstandspot niet meer kan worden uitgegeven aan onze
eigen mensen en dat dit leidt tot onmiskenbare achterstelling van hardwerkende
Nederlanders, ouderen en gehandicapten?
Kunt u uitsluiten dat de oplopende tekorten, die zijn ontstaan door de hoge
migratiestromen de afgelopen jaren, niet zullen leiden tot extra discriminatie
van Nederlanders en extra (decentrale) bezuinigingen op de zorg, ouderenbeleid,
infrastructuur en zaken die Nederlanders in hun portemonnee raken?
Antwoord 6 en 7
Alle ingezeten van Nederland met een inkomen onder het sociaal minimum
kunnen van rechtswege terugvallen op een bijstandsuitkering. Verstrekking
hiervan doet niets af aan de rechtspositie van andere ingezetenen. Van
discriminatie van welke bevolkingsgroep dan ook is geen sprake. Voorts is
het budget dat gemeenten ontvangen voor de financiering van bijstandsuitkeringen
niet geoormerkt. Gemeenten hebben een stevige financiële prikkel om
het beroep op de bijstand te beheersen. Door de goede economische
omstandigheden nemen ook voor mensen in de bijstand de mogelijkheden
om uit te stromen naar werk toe. Gemeenten hebben beleidsvrijheid in het
besteden van een overschot en het dekken van een tekort. De afweging
tussen verschillende beleidsprioriteiten vindt derhalve decentraal plaats.
https://nos.nl/artikel/2209712-te-weinig-geld-voor-bijstandsuitkering-vluchtelingen.html