1181
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken
en Klimaat over het bericht dat lage- en middeninkomens in de financiële
problemen komen bij gasloos wonen (ingezonden 1 februari 2018).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
15 februari 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Gasloos huis strop voor de bezitters»,
waarin zorgen worden geuit over de betaalbaarheid van gasloos
wonen?1
Ja, ik heb kennisgenomen van het bericht in het Dagblad van het Noorden en
ook van het achterliggende onderzoek dat door het bureau Ecorys is
uitgevoerd in opdracht van Milieudefensie: Van CV-ketel naar duurzame
warmte. Twee toekomstbeelden voor een warme Nederlandse gebouwde
omgeving in 2030.
Vraag 2
Deelt u de mening dat alle woningen zo snel mogelijk van het gas af zouden
moeten? Zo ja, deelt u ook de mening dat dit ook voor iedereen betaalbaar
moet zijn?
Het regeerakkoord geeft aan dat het kabinet ambities heeft op het gebied van
verduurzaming, overall een 49% vermindering van de CO2-uitstoot in 2030.
Het aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving maakt deel uit van deze
ambitie. Dit is niet alleen een technische opgave, maar vooral ook een
maatschappelijke. De betaalbaarheid van de transitie is daarbinnen uiteraard
een belangrijk aandachtspunt.
Vraag 3 en 6
Hoe oordeelt u over de uitkomsten van het in het artikel genoemde onderzoek,
waaruit blijkt dat lage- en middeninkomens financieel de eindjes niet
meer aan elkaar kunnen knopen wanneer zij hun woning op alternatieve wijze
moeten verwarmen?
Hoe gaat u voorkomen dat het benodigde draagvlak voor de energietransitie
afkalft door te hoge kosten?
Antwoord 3 en 6
Hoe dan ook moet worden vastgesteld dat de energietransitie kosten met zich
mee zal brengen voor burgers en bedrijven. Het is de inzet van het kabinet
om de ambitieuze klimaatdoelstellingen voor 2030 en 2050 tegen zo laag
mogelijke kosten voor burgers en bedrijven te realiseren. Dit is dan ook een
van de centrale uitgangspunten voor het af te sluiten Klimaat- en Energieakkoord.
De inzet is bovendien om de transitie in de gebouwde omgeving loopt
zoveel mogelijk samen te laten vallen met natuurlijke investeringsmomenten.
De effecten van de energietransitie worden meegenomen in de koopkrachtplaatjes
van het Centraal Planbureau.
Vraag 4
Hoe wordt de betaalbaarheid meegenomen in toekomstige warmteplannen?
4
De warmteplannen zullen door gemeenten worden vastgesteld. De exacte
kaders en criteria voor deze plannen zullen we in gezamenlijkheid vaststellen.
Ik kan me goed voorstellen dat de betaalbaarheid van de technische
oplossingen hier deel van uit maakt.
Vraag 5
Op welke wijze gaat u huishoudens die financiële ondersteuning nodig zullen
hebben om hun woning te verduurzamen ondersteuning bieden?
Voor het verduurzamen van huizen zijn investeringen nodig, tegelijk leiden
die investeringen tot lagere of geen energiekosten. Voor financiering is er
bijvoorbeeld het Nationaal Energiebespaarfonds of de Investeringssubsidie
Duurzame Energie (ISDE) voor de aanschaf van zonneboilers, warmtepompen,
biomassaketels en pelletkachels.
De verduurzaming van de gebouwde omgeving en eventuele regelingen ter
bevordering hiervan zijn onderdeel van het Klimaat- en Energieakkoord.
Vraag 7
Hoe gaat u voorkomen dat de verduurzaming van de woningvoorraad
vertraging oploopt door te hoge kosten?
Ik wil de transitie slim en efficiënt aanpakken en daarbij de economische
kansen voor de bouw en installatiesector ten volle benutten. In het Klimaaten
Energieakkoord zal ik met marktpartijen afspraken maken over een
kansrijke aanpak.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het debat inzake de Wijziging van de
Warmtewet?
Ja.