Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over het door «EU vs Disinfo» bestempelen van
journalistieke verslaggeving tot nepnieuws (ingezonden 23 januari 2018).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)
(ontvangen 15 februari 2018).
Vraag 1
Waarom kan de Europese Unie journalisten die berichten over «EU vs
Disinfo» in Nederland veroordelen? Steunt u de veroordeling van een
journalist van ThePostOnline (TPO)? Zo ja, kunt u dat ook nader toelichten?
Zo nee, wilt u dat dan aan deze Europese organisatie laten weten?1
EU vs. Disinfo valt onder de EU «East StratCom Taskforce» binnen de
Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Deze taakgroep is opgericht
om bewustzijn binnen de EU te vergroten van de aanhoudende desinformatie-campagnes
vanuit Rusland. Deze taakgroep richt zich onder meer op
het identificeren, benoemen en feitelijk weerleggen van desinformatie door
pro-Kremlin media. Zoals ik eerder heb aangegeven, acht ik het tegengaan
van deze desinformatie campagnes van belang en daarom zet Nederland in
op het versterken van de taakgroep.2 Het is hierbij wel zaak dat deze acties
zich richten op het identificeren, benoemen en feitelijk weerleggen van
desinformerende (elementen van) berichtgeving en niet op het identificeren
en benoemen van journalisten en hun journalistieke verslaglegging als zijnde
desinformatie. De term desinformatie impliceert de intentie tot misleiding en
dient daarom niet onachtzaam te worden gehanteerd. Ik wijs er in dat
verband op dat EU vs. Disinfo naar aanleiding van klachten haar database
heeft aangepast.
Vraag 2
Deelt u de opvatting dat journalisten die verslag doen van politieke bijeenkomsten
niet verantwoordelijk zijn voor hetgeen op deze bijeenkomsten
wordt gezegd? Zo nee, waarom niet?
Ja, die opvatting deel ik. Journalisten zijn verantwoordelijk voor de wijze
waarop ze verslag doen van gebeurtenissen, niet voor de gebeurtenissen zelf
of de daarin naar voren gebrachte opvattingen.
Vraag 3
Deelt u de opvatting dat u als Minister mede verantwoordelijk bent voor het
beschermen van de journalistieke vrijheid in ons land? Zo nee, waarom niet?
De Grondwet regelt dat niemand in Nederland voorafgaand verlof nodig heeft
om door de drukpers of andere middelen gedachten of gevoelens te
openbaren wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid
volgens de wet. Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
sta ik voor fundamentele rechten van onze democratische rechtsorde en
open samenleving, zoals vrije pers en de vrijheid van meningsuiting.
Vraag 4
Deelt u de opvatting dat als Europese organisaties verslaggevers gaan
beoordelen de vrijheid van journalistiek in gevaar is?
Bij het identificeren van desinformatie zoals door de taakgroep past een
zorgvuldig optreden zoals aangegeven in het antwoord op uw eerste vraag.
Het gaat daarbij om het vergroten van meer inzicht in en bewustwording van
(de omvang van) desinformatie door statelijke actoren. Een dergelijke inzet
doet niet af aan de journalistieke vrijheid.
Vraag 5
Bent u bereid om u in Europees verband hard te maken voor het stopzetten
van de financiering van «EU vs Disinfo»?
Nee.
1 http://politiek.tpo.nl/2018/01/18/welkom-in-1984-europese-unie-bestempelt-feitelijke-tporeportage-van-chris-aalberts-als-nepnieuws/
2 Kamerstuk 26 643, nr. 508