Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het bericht dat aardbevingsdemonstranten politiebezoek kregen voorafgaand aan een geplande protestactie

Antwoorden Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat aardbevingsdemonstranten politiebezoek kregen voorafgaand aan een geplande protestactie (ingezonden 12 januari 2018, 2018Z00241).



Vraag 1: Bent u op de hoogte van het politiebezoek dat enkele demonstranten mochten ontvangen, voorafgaand aan een protestactie tegen de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM)? 1)
Ja.

Vraag 2: Klopt het dat de agenten in kwestie aan de hand van een Facebook-eventlijst deze bezoeken hebben afgelegd? Zijn er meer mensen die naar aanleiding van het betreffende Facebook-bericht de politie op de stoep hebben gehad?

Vraag 3: Wie heeft opdracht gegeven tot deze politieactie?

Vraag 4: Waar worden deze mensen van verdacht? Als er geen sprake is van een verdenking, met welk doel kan de politie mensen die hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in een demonstratie thuis lastig vallen?

Vraag 5: Kunt u reageren op de uitspraak van één van de agenten, namelijk dat “Big Brother is watching you”, aan het adres van een demonstrant? 2) Kunt u toelichten in hoeverre met deze vorm van intimidatie het recht op demonstratie wordt geschonden?

Vraag 6: Deelt u de mening dat het buiten alle proportie is dat deze mensen die zich aan geen enkel strafbaar feit schuldig hebben gemaakt en ook nergens van worden verdacht, thuis worden bezocht door de politie? Hoe gaat u deze praktijken in de toekomst voorkomen en wordt er opgetreden tegen de betreffende agenten?

Antwoord op de vragen 2 tot en met 6:
In algemene zin geldt dat de politie tot taak heeft het handhaven van de openbare orde. Wanneer de politie signalen en/of informatie krijgt die kunnen duiden op mogelijke openbare orde verstoringen, heeft de politie de verantwoordelijkheid deze te verifiëren c.q. te duiden. Het actief contact opnemen door de politie met betrokkene(n) naar aanleiding van dergelijke signalen is daartoe een van de mogelijkheden en maakt deel uit van het normale politiewerk. Dergelijk contact kan onder meer plaatsvinden in de vorm van een huisbezoek en gebeurt onder verantwoordelijkheid van de burgemeester. Daarnaast behoort het aangaan van het gesprek van een agent met burgers tot het normale politiewerk. De agent moet in zijn of haar capaciteit zelfstandig deze afweging kunnen maken, zij het dat dit altijd gebeurt onder verantwoordelijkheid van het lokaal gezag. Ik zie dan ook geen reden om de werkwijze van de politie op dit punt te veranderen.

De minister van Justitie en Veiligheid is politiek-bestuurlijk verantwoordelijk voor de organisatie en het beheer van de politie. De burgemeester is voor de aansturing van de politie verantwoordelijk voor wat betreft de bestuursrechtelijke handhaving van de openbare orde in zijn of haar gemeente en de officier van justitie voor de aansturing van de strafrechtelijke handhaving. Specifieke vragen over het genoemde voorval in Groningen kunnen dan ook worden gesteld aan het lokale gezag, i.c. de burgemeester. De burgemeester van Groningen heeft mij bericht dat hij de gemeenteraad nader heeft geïnformeerd over het genoemde voorval.

De burgemeester heeft de gemeenteraad laten weten dat de bezoeken zijn afgelegd om de eventuele risico’s voor de openbare orde in kaart brengen. Hij heeft daarbij aangegeven dat het een standaard werkwijze is dat de politie informatie verzamelt over een demonstratie, maar tegelijkertijd benadrukt dat de manier waarop dat in dit geval is gebeurd ook op een andere manier gedaan had kunnen worden – bijvoorbeeld door te bellen. Tevens heeft de burgemeester mij laten weten dat naar aanleiding van de ontstane commotie over de bezoeken de politiechef een gesprek heeft gehad met de betrokken burgers.
1 Kamerstukken II, 2015 – 2016, aanhangselnummer 3253.
2 Kamerstukken II, 2015 – 2016, aanhangselnummer 2317.

Indiener(s)