Beantwoording Kamervragen van het lid Amhaouch (CDA)
over het winterweer op het spoor
Vraag 1
Heeft u het bericht gelezen dat er ongeveer 60 (wissel)storingen door winterweer
waren? 1
Ja.
Vraag 2
Kent u ook de wintermaatregelen die ProRail door kan voeren als er slecht weer op
komst is? 2
Ja. ProRail en NS zetten zich met de seizoensaanpak in om de treindienst bij elk
weertype veilig en betrouwbaar te houden. Ter voorbereiding op de winter treffen
ProRail en NS elk jaar maatregelen die zich met name richten op het voorkomen
van verstoringen aan de infrastructuur (zoals wissels) en het materieel als gevolg
van sneeuw, vorst en storm. Bij deze werkwijze hoort ook dat NS en ProRail aan
het einde van de winter de gang van zaken tijdens het afgelopen winterseizoen
evalueren en daaruit lessen trekken voor het volgende jaar. Uit de evaluatie van
het Winterweerprogramma3
blijkt ook dat NS en ProRail deze plan-do-check-act
cyclus volledig binnen de organisaties hebben verankerd.
Naast bovengenoemde maatregelen kan er bij winterse omstandigheden besloten
worden tot de inzet van een aangepaste dienstregeling. Het besluitvormingsproces
wordt gestart als de met uw Kamer afgestemde ‘alerteringscriteria’ worden
overschreden. NS en ProRail bekijken elk jaar of deze criteria aangescherpt kunnen
worden. Het landelijk aanpassen van de dienstregeling is niet iets waar NS en
ProRail eenvoudig toe overgaan. Dat mag alleen wanneer het echt noodzakelijk is
voor de veiligheid van de reiziger of de betrouwbaarheid van het hele
spoornetwerk. Na weging van de verwachte impact op de treindiensten bepalen
NS en ProRail vervolgens of en op welke wijze de dienstregeling voor de volgende
dag wordt aangepast. Aangezien er op 10 en 11 december door het KNMI wegens
sneeuwval code oranje en rood werd afgegeven was dit evident het geval.
Vraag 3
Kunt u aangeven welke maatregelen ProRail heeft doorgevoerd, wat de reden
daarvan was en of de ingevoerde maatregelen effectief waren?
Vraag 4
Kunt u ook aangeven welke maatregelen niet zijn doorgevoerd en waarom dat niet
gedaan is?
Antwoord 3 en 4
ProRail en NS zijn door het hele jaar heen bezig met de voorbereiding van diverse
weerscenario’s. Om het personeel goed voor te bereiden op diverse
weersomstandigheden en om discipline en operationele scherpte vast te houden in
de voorbereiding op en gedurende de winter, worden onder andere instructies,
wintertoetsen en ketenoefeningen georganiseerd.
Op maandag 11 december is met een landelijk uitgedunde dienstregeling (LUD)
gereden. Ook op zondag 10 december is met een LUD gereden, maar zijn de
aanpassingen in de dienstregeling niet op alle trajecten volledig doorgevoerd. Zo
zijn niet alle treinendiensten op die dag ‘opgeknipt’ en is met meer treinen
gereden op de A2-corridor. Dit besluit is genomen om rekening te houden met
geplande werkzaamheden en de start van de nieuwe dienstregeling die op 10
december is in gegaan. Te zeer opnieuw bijstellen van de – reeds door
werkzaamheden en nieuwe dienstregeling bijgestelde – dienstverlening zou naar
verwachting een negatief effect hebben gehad op de robuustheid. De inzet van
een LUD en de specifieke keuzes op zondag 10 december worden zoals altijd
achteraf geëvalueerd. De verbeter- en/of aandachtspunten die daaruit voortkomen
worden door NS en ProRail opgepakt.
Daarnaast zijn er tijdens de winterse dagen van 10 en 11 december tientallen
sneeuwploegen ingezet die het spoor en de wissels sneeuwvrij maakten. Ook
stonden extra monteurs paraat die ervoor zorgden dat storingen zo snel mogelijk
werden opgelost. Zo waren leden van ProRail incidentenbestrijding en de
calamiteitenorganisatie aanwezig op cruciale locaties en stonden er
wegsleeplocomotieven stand-by. Veel treinen zijn aan de onderkant voorzien van
‘anti-icing’, om ijsvorming te voorkomen. Hiermee is zo veel mogelijk voorkomen
dat ijsblokken die van de treinstellen vallen de wissels blokkeren. Veel
medewerkers van ProRail en de aannemers hebben in de nacht van maandag 11
naar dinsdag 12 december doorgewerkt om op dinsdagochtend te starten met de
nieuwe reguliere dienstregeling. Al deze mensen hebben een bijzondere prestatie
neergezet gezien de winterse omstandigheden waarin ze moesten werken.
Vraag 5
Hoe ver is de implementatie van de invoering van het nieuwe robuuster
wisselverwarmingsysteem?
Vraag 6
Kunt u aangeven in hoeveel gevallen de wisselverwarming niet gewerkt heeft en
waarom niet?
Antwoord 5 en 6
Op dit moment zijn 5500 van 7000 wissels op het hele spoornet voorzien van
wisselverwarming. De overige wissels liggen niet op cruciale plekken en zijn
daarom niet verwarmd. Op deze plekken gaat ProRail daarom ook geen
wisselverwarming introduceren. Ongeveer twee derde van deze 5500 wissels
worden verwarmd door middel van gas, de rest wordt elektrisch verwarmd. ProRail
is bezig om grotendeels over te stappen van gas verwarmde wissels op elektrisch
verwarmde wissels. Deze zijn minder onderhoudsgevoelig en in de praktijk
betrouwbaarder gebleken. De ombouw van wissels gebeurt – met het oog op
beperken van hinder voor de reiziger en efficiënte inzet van middelen – als de
levensduur van de gasverwarming van een wissel ten einde is. Dit betekent dat
ook de komende jaren nog vervangingsprojecten uitgevoerd gaan worden. Deze
vervangingen zijn gepland buiten het winterseizoen.
ProRail heeft laten weten dat voorafgaand aan het winterseizoen bleek dat bij een
aantal wissels de werkzaamheden aan de wisselverwarming nog niet waren
afgerond of dat deze bij de test niet goed functioneerde. ProRail heeft hierop direct
actie ondernomen om dit zo spoedig mogelijk te herstellen. Op 10 december
waren deze werkzaamheden nog niet op alle locaties gereed. Tijdens het
winterweer van 10 en 11 december zijn daarom extra storingsploegen paraat
gehouden die de wissels sneeuwvrij moesten houden. Deze ploegen hebben dag
en nacht doorgewerkt. Ook zijn bij sommige wissels waar de energieaansluiting
niet op tijd was aangelegd al voor het winterseizoen noodstroomaggregaten
geplaatst. Desondanks was reizigershinder als gevolg van wisselstoringen die zich
voordeden aan wissels waar de werkzaamheden niet tijdig waren afgerond, bij
Zaandam, Amsterdam Sloterdijk en Amersfoort, helaas niet te voorkomen.
Het beeld is op dit moment dat zich op zondag in totaal bij ongeveer 50 van de
5500 verwarmde wissels storingen hebben voorgedaan. Op de maandag lag dit
aantal rond de 70. In de evaluatie zal het definitieve aantal en oorzaak van de
storingen worden bezien. Wel is bekend dat deze storingen deels komen door niet
of niet volledig functionerende wisselverwarming en deels doordat wel
functionerende wisselverwarmingen de grote hoeveelheden sneeuwval niet
aankonden. Ook wanneer alle werkzaamheden zouden zijn afgerond hadden zich
dus storingen kunnen voordoen tijdens de hevige sneeuwval. De precieze oorzaken
van de wisselstoringen worden nog door ProRail onderzocht om de kans op
storingen een volgende keer te verkleinen.
Op basis van bovengenoemde informatie constateer ik dat ProRail niet tijdig
gereed was met de werkzaamheden voor het winterseizoen. Deze omissie zal
onderdeel moeten uitmaken van de jaarlijkse evaluatie die NS en ProRail
gezamenlijk uitvoeren aan het eind van het winterseizoen. Daarbij staat voor mij
voorop dat ProRail tijdig klaar dient te zijn als het winterseizoen aanbreekt. Deze
evaluatie zal ik ook met uw Kamer delen.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe het komt dat de storingen zondag rond Gouda en Amersfoort
zo omvangrijk waren?
De storingen rond Gouda en Amersfoort op 11 december zorgden voor veel
oponthoud voor reizigers. Dit is uiteraard erg vervelend voor de reizigers die het
trof. ProRail en NS onderzoeken daarom wat zich precies heeft voorgedaan. Voor
zover op dit moment bekend was de hinder vooral het gevolg van wisselstoringen
die in die gebieden zijn opgetreden. In Gouda waren bijvoorbeeld twee cruciale
wissels gestoord door de sneeuwval. Dit betrof overigens niet de wissels waaraan
de werkzaamheden nog niet waren afgerond. In Amersfoort traden door de
combinatie van hoge sneeuwintensiteit en niet functionerende wisselverwarming
diverse wisselstoringen op vanaf 19:30 uur in de avond tot middennacht.
Vraag 8
Deelt u de conclusie dat het preventief opheffen van treindiensten niet heeft
geleid tot het blijven rijden van de resterende treinen? Zo nee, waarom niet? Zo ja,
moet deze preventieve maatregel dan wel in stand blijven?
Ik deel uw conclusie niet. Een aangepaste dienstregeling zorgt ervoor dat de
resterende treinen zo goed mogelijk blijven rijden om de reizigers op hun plaats
van bestemming te laten aankomen. Door het uitdunnen van de dienstregeling
ontstaat er ruimte voor bijsturing en wordt bij verstoringen olievlekwerking zoveel
mogelijk beperkt. Ook betekent het dat er meer tijd is om tussen de treinenloop
verstoringen te verhelpen en bijvoorbeeld wissels sneeuwvrij te maken. Een
aangepaste dienstregeling heeft in het verleden ook zijn waarde bewezen. Dat
neemt echter niet weg dat het winterweer tot verstoringen kan leiden die uiteraard
zo spoedig mogelijk opgelost moeten worden. Met het weertype op 10 en 11
december, waarbij door het KNMI zelfs code rood werd afgekondigd en
Rijkswaterstaat adviseerde om niet de weg op te gaan, was dit op sommige
plaatsen een flinke uitdaging.
Vraag 9
Kunt u aangeven waarom treinen die wel bleven rijden in de uitgedunde
dienstregeling niet verlengd zijn?
Wanneer de dienstregeling wegens dit soort extreme weersomstandigheden wordt
uitgedund, verlengt NS waar mogelijk haar treinen om meer reizigerscapaciteit
aan te bieden. Op werkdagen wordt de planning van treinmaterieel aangepast
zodat treinen maximaal worden verlengd. Dit was ook het geval op maandag 11
december. Op zondag 10 december is de lengte van treinen niet aangepast. Door
het lagere aantal reizigers in de weekenden was dit niet nodig.
1 http://www.treinreiziger.nl/hinder-op-spoor-sneeuw/
2 http://www.prorail.nl/reizigers/weersinvloeden/winter
3 Kamerstuk 29984-729