Hierbij beantwoord ik, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport, de vragen van 20 december 2017 van de leden Bergkamp en Paternotte
(beiden D66) over het bericht 'Rolstoelgebruikers hekelen gebrekkige assistentie
op vliegvelden'.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht ‘Rolstoelgebruikers hekelen gebrekkige assistentie
op vliegvelden’ en wat is uw reactie hierop?
Ja. Het is te betreuren dat sommige rolstoelgebruikers problemen ervaren bij de
assistentie op vliegvelden. De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
concludeert uit eigen controles dat op Schiphol een probleem kan ontstaan als
veel mobiliteitsbeperkte passagiers tegelijkertijd arriveren. Ook kan de
communicatie tussen de assistent en de passagier moeilijk verlopen bij
taalproblemen of vanwege de specifieke beperking. Verder melden passagiers niet
altijd tijdig (48 uur van tevoren) aan dat zij assistentie nodig hebben en blijkt dat
ook het reisbureau niet altijd goed en tijdig de assistentie aanvraagt voor de
passagier. Naar aanleiding van de bevindingen van de ILT heeft Schiphol een
verbeterplan opgesteld. Uit inspecties blijkt dat op de luchthavens Rotterdam en
Eindhoven de dienstverlening voor mobiliteitsbeperkte passagiers goed is.
Vraag 2
Deelt u de ambitie dat alle vormen van transport in Nederland toegankelijk moeten
zijn voor mensen met een beperking? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo nee, waarom
niet?
Ja. Het VN Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (het VN
Verdrag) benoemt een duidelijke stip aan de horizon, een inclusieve samenleving
waarin iedereen kan meedoen. Het werken aan een inclusieve samenleving zou er
toe moeten leiden dat relatief gezien steeds meer mensen met een beperking ook
op luchthavens minder aangewezen zijn op assistentie. In het VN Verdrag is een
artikel dat Staten oproept passende maatregelen te nemen op het terrein van
toegankelijkheid, onder andere op het gebied van vervoer. Wij delen de ambitie
dat alle vormen van transport voor mensen met een beperking toegankelijk
moeten zijn. Sinds 2004 zijn hiervoor plannen van aanpak en regelgeving
ontwikkeld, waarmee dit fasegewijs wordt gerealiseerd.
Het Rijk heeft dit vastgelegd in de Wet gelijke behandeling en middels het
Koninklijk Besluit van 31 maart 2011, houdende regels betreffende de
toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Voor de luchtvaart is dit vastgelegd in
EG Verordening nr. 1107/2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen
met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat het aantal mensen dat assistentie nodig heeft enorm is
toegenomen, zoals Schiphol aangeeft? Zo niet, zijn zij bereid hier verder onderzoek
naar te verrichten?
Ik heb van Schiphol vernomen dat het aantal passagiers dat assistentie gevraagd
heeft in 2017 ten opzichte van 2016 gestegen is met 15%.
Tevens geeft Schiphol aan dat de verwachting is dat, mede door de vergrijzing van
de bevolking, toename van obesitas, complexe verre vluchten en bekendheid van
de mogelijkheid van assistentie, het aantal mensen dat assistentie vraagt door
beperkte mobiliteit verder toeneemt. Schiphol geeft aan deze trend, de
onderzoeken en de technische ontwikkelingen op dit gebied te volgen en te
bespreken met andere luchthavens en experts.
Vraag 4
Bij welke instantie ligt de verantwoordelijkheid om de juiste bijstand te verlenen
aan mensen met een beperking? Hoe houdt de Inspectie Leefomgeving en
Transport hier toezicht op?
De verantwoordelijkheid om bijstand te verlenen aan reizigers met een beperking
ligt in eerste instantie bij de luchthaven op grond van Europese Verordening
1107/2006. Bij de luchtvaartmaatschappij of het reisbureau waarmee gereisd
wordt, kan een reiziger aangeven welke assistentie nodig is. Het reisbureau geeft
dit door aan de luchtvaartmaatschappij, en deze aan de betreffende luchthavens.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft in 2017 controles ter plekke op
luchthavens gehouden. In sommige gevallen neemt zij naar aanleiding van een
klacht contact op met de luchthaven. Ook houdt de ILT toezicht op de wijze waarop
luchthavens en vliegmaatschappijen hun opleidingen regelen.
Vraag 5
Vindt u ook dat de informatievoorziening richting mensen met een beperking
gebrekkig is en simpeler en eenduidiger zou moeten zijn? Zo ja, bent u bereid de
betrokken partijen hierbij te assisteren? Zo nee, waarom niet?
De ILT constateert geen gebrekkige informatievoorziening op de luchthavens of bij
de luchtvaartmaatschappijen, deze is conform de internationale regelgeving.
Luchtvaartmaatschappijen geven de mogelijkheid op hun websites om tijdens of
na het boeken van een ticket speciale assistentie aan te vragen. Aanvullend op de
informatie van de luchthavens en luchtvaartmaatschappijen zal de ILT via haar
website in 2018 ook informatie voor mobiliteitsbeperkte passagiers opnemen
waaronder de informatie over de klachtenprocedure.
Vraag 6
Hebben gedupeerden die wegens gebrekkige bijstandverlening hun vluchten
missen of op andere wijze hinder ondervinden recht op een schadevergoeding?
Personen met een beperking of beperkte mobiliteit die van oordeel zijn dat hun
rechten op basis van onderhavige EU verordening 1107/2006 zijn geschonden,
dienen deze kwestie aan de luchthaven dan wel aan de desbetreffende
luchtvaartmaatschappij voor te leggen. Indien de persoon met een beperking of
beperkte mobiliteit langs deze weg geen genoegdoening krijgt, kan deze een
klacht indienen bij de ILT.
Vraag 7
Wat zijn de regels omtrent het meenemen van (aangepaste) hulpmiddelen aan
boord van vliegtuigen?
Passagiers mogen twee mobiliteitshulpmiddelen inclusief elektrische rolstoelen
meenemen, mits dit minstens 48 uur van tevoren wordt meegedeeld, het
luchtvaartuig hiervoor voldoende ruimte biedt en deze in overeenstemming met
de veiligheidsregelgeving en de wetgeving Vervoer Gevaarlijke Stoffen door de
lucht veilig vervoerd kunnen worden.
Vraag 8
Is het correct dat (aangepaste) hulpmiddelen bij sommige vliegvelden in
Nederland wel tot aan het boarden gebruikt mogen worden terwijl andere
vliegvelden in Nederland al eisen dat deze bij inchecken ingeleverd worden?
Mogen vliegvelden hierin onderscheid maken? Zo ja, is dit wenselijk? Zo nee,
welke acties gaat u nemen?
Ja. Dit houdt verband met het soort hulpmiddel, het soort vliegtuig en de laad- en
losprocedures van de luchthaven. Sommige rolstoelen of hulpmiddelen zijn heel
zwaar [tot 200kg] en/of bevatten gevaarlijke stoffen zoals accu’s of
zuurstofflessen. Soms is er tijd nodig om deze hulpmiddelen zo te behandelen dat
ze ook veilig vervoerd kunnen worden, waardoor zij soms al bij het inchecken
ingeleverd moeten worden. De onderlinge verschillen in soorten hulpmiddelen,
vliegtuigen en de bijbehorende laadprocedures maken dat hierop niet een
eenduidige actie op te nemen is. De ILT ziet in zijn algemeenheid dat
luchtvaartmaatschappijen en luchthavens dit zo goed mogelijk voor de passagiers
proberen op te lossen.
Vraag 9
Kunt u uitleggen waarom de solidariteit van passagiers, in de vorm van een
bijdrage per vliegticket van 60 eurocent, enkel gevraagd wordt bij een
vertrekkende passagier? Hoe wordt het verlenen van bijstand aan mensen met een
beperking op andere vliegvelden gefinancierd?
In lijn met de EU Verordening 1107/2006 rekent Schiphol een kosten gerelateerde
en transparante heffing door aan elke luchtvaartmaatschappij die opereert op de
luchthaven. Schiphol stelt deze zogenaamde PRM-heffing in samenwerking met de
luchtvaartmaatschappijen jaarlijks vast. Luchtvaartmaatschappijen worden belast
in verhouding tot het totale aantal passagiers dat door elke
luchtvaartmaatschappij vanaf Schiphol wordt vervoerd. De heffing moet worden
betaald voor alle vertrekkende passagiers, zowel lokaal opstappende passagiers
als transfer en transit passagiers. Deze systematiek sluit aan bij de
passagiersgelden die Schiphol bij luchtvaartmaatschappijen in rekening brengt.
Die gelden ook alleen voor vertrekkende passagiers, zowel lokaal opstappende
passagiers als transfer en transit passagiers. Door de PMR-heffing aan te laten
sluiten bij het bestaande inningsproces van passagiersgelden scheelt dat naar
verwachting inningskosten. Nagenoeg alle luchthavens, waaronder Londen
Heathrow, Madrid, München en Brussel heffen de PRM op basis van vertrekkende
passagiers.