Antwoorden op Kamervragen van de Kamerleden Raemakers (D66) en Peters
(CDA) over het bericht ‘Jeugdhulp is online bedreiging beu’ .
(2017Z18493)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Jeugdhulp is online bedreiging beu’? 1)
Ja.
2
Kunt u aangeven hoe breed het probleem van verbale intimidatie en
valse beschuldigingen op sociale media over medewerkers in de
jeugdzorg speelt?
Elke keer dat een medewerker in de zorg of in de jeugdhulp te maken krijgen met
intimidatie, bedreiging of een valse beschuldiging, is er een te veel. Het is
buitengewoon zorgelijk dat deze problematiek op sociale media toegenomen is in
de afgelopen jaren. Daarover zijn geen harde cijfers beschikbaar, maar dit blijkt
bijvoorbeeld wel uit de toename van het aantal meldingen hierover bij het
Landelijk Expertise Team Jeugdbescherming. Ook uit cijfers (afkomstig van en
gepubliceerd door het FCB, het arbeidsmarktfonds voor de branches sociaal werk,
jeugdzorg en kinderopvang) over door werknemers ervaren agressie in de
jeugdzorg blijkt een toename van de agressie en bedreigingen in de jeugdhulp.
3
Kunt u toelichten in hoeverre medewerkers in de jeugdzorg bij de
verwerking van de impact van verbale intimidatie en valse
beschuldigingen worden ondersteund?
Het kabinet heeft - samen met veldpartijen - de afgelopen jaren verschillende
initiatieven genomen om agressie en geweld in de zorg, jeugdhulp en
jeugdbescherming, terug te dringen. Op 22 maart 2012 is het Actieplan Veilig
Werken in de Zorg (2012-2016) naar uw Kamer gestuurd. Dit actieplan liep tot eind
2016. De website www.duidelijkoveragressie.nl is een onderdeel van een
bewustwordingscampagne over agressie tegen medewerkers in de zorg en
jeugdzorg. De website biedt werkgevers en werknemers in de zorg en jeugdzorg
praktische informatie over het thema agressie en geweld, zoals hulpmiddelen bij
de aanpak van agressie en geweld, praktijkvoorbeelden, juridische informatie over
opvolging van incidenten en scholingsmogelijkheden. De site blijft – ook nu het
actieplan is afgelopen – tot eind 2019 beschikbaar.
Verder heeft het ministerie van BZK van 2007 tot en met 2016 het programma
Veilige Publieke Taak (VPT) gecoördineerd. Doel van het programma was om
instrumenten te ontwikkelen om werkgevers te ondersteunen om medewerkers
een veilige werkomgeving te bieden. De werkgever is immers primair
verantwoordelijk voor het creëren van een veilige werkplek voor de werknemers.
Een voorbeeld is de handreiking Agressie en Geweld, waarin onderstaande acht
maatregelen worden opgesomd die werkgevers kunnen treffen om hun antiagressiebeleid
vorm te geven:
- 1. Laat externen weten wat uw organisatienorm van acceptabel gedrag is.
- 2. Stimuleer dat uw werknemers elk voorval van agressie en geweld melden.
- 3. Registreer alle voorvallen van agressie en geweld tegen werknemers.
- 4. Train uw werknemers in het omgaan met agressie en geweld.
- 5. Reageer binnen 48 uur naar de dader die agressie en geweld heeft
gebruikt naar uw werknemer.
- 6. Bevorder het (laten) doen van aangifte van strafbare feiten.
- 7. Verhaal de schade op de dader.
- 8. Verleen nazorg aan werknemers die slachtoffer zijn van agressie en
geweld.
De minister van BZK heeft op 19 december 2017 uw Kamer geïnformeerd over de
uitkomst van de evaluatie van dit programma en hierbij aangegeven met welke
activiteiten de werkgevers in het openbaar bestuur ondersteund zullen blijven1
Het gaat achtereenvolgens om het in stand houden en onderhouden van het
netwerk van regionale VPT-coordinatoren, het (digitaal) beschikbaar houden van
kennis en instrumentarium dat is ontwikkeld door het VPT-programma en het
faciliteren van verdere kennisontwikkeling en –uitwisseling en tot slot het
verbreden van het onderwerp van uitsluitend ‘agressie en geweld’ naar ‘Integer en
Veilig werken’.
Jeugdzorg Nederland heeft aangegeven met FCB (het arbeidsmarktfonds voor
sociaal werk, jeugdzorg en kinderopvang) bezig te zijn met de aanpak van
bedreigingen op sociale media van medewerkers, zodat zij medewerkers op dat
punt een handreiking kunnen geven. Hiervoor is een richtlijn in ontwikkeling.
Om geweld en agressie tegen professionals met een publieke taak effectief aan te
pakken geven de politie en het OM de daderaanpak vorm door de zogenaamde
'Eenduidige Landelijke Afspraken' (ELA). Dit repressieve deel vormt het sluitstuk
van de aanpak. Deze afspraken hebben als doel om op eenduidige, effectieve en
snelle wijze daders aan te pakken. Dit betreft onder andere: prioritaire afhandeling
van de aangifte, eenduidige registratie, werkgeversaangifte, domiciliekeuze,
schadeverhalen op de dader en een verhoogde strafeis (+200%).
Op basis van deze en eerdere signalen treden het ministerie van VWS en het
ministerie van JenV in overleg met de werkgeversbonden in het jeugddomein,
politie en Openbaar Ministerie over de vraag hoe deze problematiek aangepakt
kan worden. Daarbij is een belangrijke verantwoordelijkheid voor de werkgevers
weggelegd. Doel is om gezamenlijk te komen tot een effectieve aanpak van
agressie en geweld in de jeugdhulp en jeugdbescherming. Hiervoor is het nodig te
inventariseren wat werkgevers al ondernemen om hun werknemers tegen agressie
en geweld te beschermen, met name of de genoemde maatregelen inderdaad
worden toegepast en te bespreken welke acties aanvullend nodig zijn.
Vóór de zomer van 2018 zullen wij u informeren over de resultaten van dit overleg.
4
Herkent u het beeld dat het vaak lang duurt voordat valse
beschuldigingen op sociale media worden verwijderd? Zo ja, wat kunt u
daar binnen de bestaande wetgeving aan doen?
Als het gaat om hulpverleners die via sociale media vals beschuldigd worden, ligt
er een belangrijke verantwoordelijkheid bij internetbedrijven zoals Facebook en
Twitter om laagdrempelig en doeltreffend te faciliteren dat laster en smaad
aangekaart kan worden en dat de betreffende uitingen worden verwijderd. In het
hierboven bedoelde overleg met de werkgeversbonden in het jeugddomein, zal ik
daarom ook spreken over het benaderen van de internetbedrijven Facebook en
Twitter.
5
Kunt u aangeven welke invloed deze verbale intimidatie en valse
beschuldigingen hebben op de werkdruk in deze sector, en in hoeverre
het mensen verhindert om al dan niet actief te worden en te blijven in de
jeugdzorg?
Het moet aantrekkelijk zijn en blijven voor jeugdhulpprofessionals om in de
jeugdhulp te gaan werken. Hierbij past ook het bieden van een veilige
werkomgeving en een adequate aanpak door werkgevers, als zij te maken krijgen
met heftige gebeurtenissen als verbale intimidatie en valse beschuldigingen. De
vraag in hoeverre factoren als agressie en geweld tegen jeugdhulpprofessionals
van invloed zijn op de in- en uitstroom van jeugdhulpprofessionals, wordt
betrokken bij een onderzoek dat mijn ambtsgenoot van JenV en ik laten uitvoeren.
Door middel van een verkennend arbeidsmarktonderzoek zal inzicht worden
verkregen in de knelpunten op de arbeidsmarkt voor jeugdhulpprofessionals en de
oplossingen die mogelijk zijn.
6
Kunt u toelichten op welke wijze u deze problematiek wilt aanpakken?
Bent u hierbij bereid om in overleg te treden met de betrokken partijen,
zoals de sociale media bedrijven, jeugdzorgmedewerkers en
cliëntenorganisaties?
Graag verwijs ik u hiervoor naar de antwoorden op vraag 3 en 4.
1 Kamerstukken II 2017/18, 28 684, nr. 513.