Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van
Van der Staaij (SGP), Voordewind (ChristenUnie)
en Van Helvert (CDA) over de Open Doors ranglijst christenvervolging
2018.
Vraag 1
Kent u het bericht ‘Geweld tegen christenen in Pakistan en India neemt
schrikbarende vormen aan’? 1)
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de conclusie van Open Doors die in haar ranglijst
christenvervolging de toename van religieus nationalisme in veel Aziatische
landen noemt als belangrijke trend in 2017? Klopt het dat met name de trend van
religieus nationalisme in Azië doorzet richting 2018?
Ja. De toename van religieus nationalisme is een belangrijke trend in veel
Aziatische landen. Het is nog te vroeg om uitspraken te doen over het verloop van
deze trend in 2018.
Vraag 3
Wat doet Nederland om de godsdienstvrijheid te promoten in Pakistan, een land
met de maximale score voor geweld tegen christenen?
In het antwoord op vragen van de leden Van der Staaij, De Roon en Voordewind
d.d. 19 december 2017, over een zelfmoordaanslag op een kerk in Pakistan heeft
het kabinet aangegeven dat vrijheid van religie en levensovertuiging een van de
centrale thema’s in het Nederlandse mensenrechtenbeleid is. Tijdens het meest
recente bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan Pakistan, in april 2017, is
vrijheid van religie en levensovertuiging onderwerp van gesprek geweest bij zijn
ontmoetingen met Pakistaanse autoriteiten en religieuze leiders en heeft de
ambassadeur de situatie van christenen ter sprake gebracht. Ook tijdens het
jaarlijkse bilaterale overleg op hoogambtelijk niveau tussen Nederland en Pakistan
en in andere contacten met vertegenwoordigers van de Pakistaanse overheid
wordt dit onderwerp aan de orde gesteld.
Vanuit het Mensenrechtenfonds worden verscheidene programma’s in Pakistan
gefinancierd die gericht zijn op vrijheid van religie en levensovertuiging, en het
verhogen van onderling begrip en tolerantie. De programma’s richten zich op het
creëren en versterken van netwerken van activisten, waaronder van minderheden
en lokale NGO’s, het stimuleren van dialoog tussen verschillende religieuze en
sociale groepen, en het direct beschermen van bedreigde (christelijke)
minderheden door het verlenen van juridische ondersteuning en noodopvang.
Ook in EU-verband is vrijheid van religie en levensovertuiging een centraal thema.
De EU ondersteunt diverse projecten op dit gebied. Van 10 tot 16 december 2017
bezocht Ján Figel, de EU Speciaal Vertegenwoordiger voor vrijheid van religie en
levensovertuiging, Pakistan. Hij heeft met leden van de overheid, politici,
academici, scholen en vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld
gesproken. Tijdens zijn bezoek, maar ook tijdens de regelmatige contacten tussen
EU-vertegenwoordigers en de Pakistaanse regering, wordt consequent aandacht
besteed aan dit belangrijke onderwerp.
Vraag 4
Welke directe of indirecte mogelijkheden heeft Nederland om zich in te zetten voor
godsdienstvrijheid in Noord-Korea als land dat voor de zeventiende keer bovenaan
de ranglijst staat en onder meer 50.000 christengevangenen in strafkampen gezet
heeft?
Het kabinet kan het exacte aantal Noord-Koreaanse christenen in strafkampen niet
eigenstandig bevestigen, maar onderschrijft wel de bevindingen van de VNonderzoekscommissie
naar mensenrechten in Noord-Korea, die in haar rapport de
vervolging van christenen als een van de mensenrechtenschendingen in NoordKorea
benoemt.
Nederland komt op voor de mensenrechten van alle Noord-Koreanen, waaronder
het recht op vrijheid van religie en levensovertuiging. Bijzondere aandacht gaat
daarbij uit naar kwetsbare groepen die een verhoogd risico lopen op vervolging,
zoals Noord-Koreaanse christenen. Gezien de zeer beperkte mogelijkheden om in
Noord-Korea projecten te ontplooien, ligt daarbij de nadruk op het documenteren
van misstanden met als doel de schuldigen te zijner tijd verantwoordelijk te
kunnen houden voor hun misdaden. Hiertoe worden onder andere projecten
gefinancierd vanuit het Mensenrechtenfonds in Zuid-Korea.
Vraag 5
Deelt u de zorgen van de indieners over de gestaag afnemende godsdienstvrijheid
en het recordaantal geweldsincidenten tegen christenen in India; een land dat in
vijf jaar tijd steeg van plaats 28 naar plaats 11 op de Open Doors Ranglijst
christenvervolging?
Vraag 6
Klopt de bewering dat de Indiase overheid wil dat alle niet-hindoes voor 30
december 2021 bekeerd zijn tot het hindoeïsme? Zo ja, bent u bereid dit
onderwerp concreet aan te kaarten in gesprekken met de Indiase regering?
Het kabinet deelt de zorgen over gestaag afnemende godsdienstvrijheid in India.
De bewering dat de Indiase overheid wil dat alle niet-hindoes bekeerd zijn voor 30
december 2021 klopt niet. Dit is een uitspraak van een radicale politicus en geen
overheidsbeleid. De Nederlandse overheid zoekt blijvend de dialoog met India over
mensenrechten. Nederland benadrukt daarbij het belang van respect voor
mensenrechten voor een ieder, waaronder religieuze en andere minderheden, voor
een goed functionerende democratische rechtsstaat. De
mensenrechtenambassadeur heeft tijdens zijn bezoek aan New Delhi op 22 en 23
november 2017 aandacht besteed aan het onderwerp godsdienstvrijheid en de
wetten die in een aantal Indiase staten zijn aangenomen die veranderen van
geloof bemoeilijken.
Vraag 7
Kunt u aangeven op welke manieren Nederland in het afgelopen jaar, via de
beschikbare bilaterale en multilaterale kanalen en vanuit het Mensenrechtenfonds
bijzondere aandacht heeft besteed aan de zorgwekkende situatie van christelijke
minderheidsgroepen in Azië, het Midden-Oosten, en delen van Afrika?
Vrijheid van godsdienst en levensovertuiging is een prioriteit van het Nederlandse
mensenrechtenbeleid. Nederland komt op voor het recht op vrijheid van religie en
levensovertuiging wereldwijd. Het kabinet maakt van verschillende mogelijkheden
gebruik om deze mensenrechten aan de orde te stellen. Via bilaterale kanalen
onderhouden diverse ambassades nauw contact met religieuze leiders en wordt in
externe contacten aandacht gevraagd voor de situatie van minderheidsgroepen,
waaronder christenen. Ook de mensenrechtenambassadeur brengt de situatie van
christenen onder de aandacht. Dit heeft hij o.a. gedaan tijdens zijn recente reizen
naar China, Pakistan, Indonesië en Irak.
Via het Mensenrechtenfonds wordt een aantal projecten gesteund met ook
aandacht voor kwetsbare christelijke minderheidsgroepen. Zo steunt de
Nederlandse ambassade in Caïro bijvoorbeeld de interreligieuze dialoog door
middel van projecten over godsdienstvrijheid en uitwisselingen tussen imams en
priesters die zijn gericht op het kweken van tolerantie en begrip. In Libanon wordt
een project gesteund dat zich richt op vredesopbouw en sociale cohesie onder
gemengde gemeenschappen, waaronder christelijke, in de Bekaa vallei. In India
steunt Nederland een project met als doel capaciteitsopbouw bij religieuze
minderheden, m.n. christenen, mede ter adressering van sektarisch geweld.
Voorts wordt een meerjarig project ondersteund in Pakistan, Indonesië en Kenia
dat zich richt op religieuze tolerantie, mede ter verbetering van de situatie van
christenen in deze landen.
Ook binnen de EU en VN staat het thema hoog op de agenda. Langs multilaterale
weg wordt waar mogelijk opgetreden met de EU om demarches uit te voeren en
gezamenlijke verklaringen af te geven.
Vraag 8
Is het kabinet bereid om zich ook in 2018, via bilaterale en multilaterale kanalen,
in te zetten voor godsdienstvrijheid voor christelijke minderheden wereldwijd en
daarbij bijzondere aandacht te hebben voor christenen in India en in de landen in
de top 10 van de Open Doors ranglijst christenvervolging 2018 zoals Noord-Korea,
Pakistan, Afghanistan en Jemen?
Ja. Het kabinet zal zich ook in 2018 via bilaterale en multilaterale kanalen blijven
inzetten voor vrijheid van religie en levensovertuiging voor christelijke en andere
religieuze en niet religieuze minderheden daar waar mogelijk.
Vraag 9
Is dit kabinet bereid om godsdienstvrijheid niet alleen een speerpunt te maken
binnen het buitenlandbeleid maar ook binnen het vluchtelingen- en asielbeleid
met het oog op de asielmogelijkheden voor christen-asielzoekers?
Het bieden van asielbescherming aan personen die vanwege hun
geloofsovertuiging vrezen voor vervolging is reeds lange tijd een belangrijk
uitgangspunt van het Nederlands asielbeleid. Dit uitgangspunt is ook verankerd in
het Vluchtelingenverdrag en in het toepasselijke EU-acquis. Bij die
asielbeoordeling, zo is in het Nederlandse beleid vastgelegd, zal nimmer van een
vreemdeling worden verlangd dat deze bij terugkeer uitingen van zijn godsdienst
verborgen zou moeten houden. Ook zal niet van de vreemdeling worden verwacht
dat hij afziet van godsdienstige handelingen, die voor hem persoonlijk bijzonder
belangrijk zijn om zijn godsdienstige identiteit te bewaren. Bij de behandeling van
de begroting van het ministerie van Justitie en Veiligheid heeft de staatssecretaris
voorts aangegeven een onderzoek te starten over de vraag of de
geloofwaardigheidsbeoordeling van gestelde bekering in asielzaken verder kan
worden verbeterd.
Gezien deze bestaande uitgangs- en aandachtspunten binnen het Nederlandse
asielbeleid ziet het kabinet geen reden om de asielmogelijkheden van christenasielzoekers
nog verder als speerpunt te benoemen.
1) www.opendoors.nl