Antwoord op vragen van het lid Van Raak over het bericht dat politievrijwilligers zich ondergewaardeerd voelen
Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de Minister van Justitie en
Veiligheid over het bericht dat politievrijwilligers zich ondergewaardeerd
voelen (ingezonden 6 december 2017).
Vraag 1
Deelt u de mening dat mensen die zich vrijwillig inzetten bij de politie
daarvoor voldoende waardering moeten krijgen?
Vraag 2
Deelt u de mening dat waardering zich ook uit in goede omstandigheden
waarbinnen deze vrijwilligers hun werk moeten doen?1
Uiteraard ben ik van mening dat politievrijwilligers waardering verdienen. En ik
ben ervan overtuigd dat daar sprake van is. Ook dienen de juiste
werkomstandigheden aanwezig te zijn, zodat optimaal gebruik kan worden
gemaakt van de kennis en expertise van politievrijwilligers. Sterker nog: een en
ander is van elkaar afhankelijk.
Juist door goede werkomstandigheden te creëren, geeft de politie optimaal
uitdrukking aan de waardering van politievrijwilligers. Op dit moment wordt er
hard aan gewerkt om deze omstandigheden te verbeteren; JenV en de politie zijn
op koers om een adequaat vrijwilligersbeleid uit te werken en te implementeren,
in nauwe samenwerking met de Landelijke Organisatie van Politievrijwilligers
(LOPV) en de politiebonden. Deze belanghebbende partijen hebben de afgelopen
anderhalf jaar gewerkt aan een landelijk, uniform beleid voor vrijwilligers waarvan
implementatie en inwerkingtreding is voorzien begin 2018. Dit beleid heeft
betrekking op de rechtspositie, werkzaamheden, aansturing, en werving en
opleiding van politievrijwilligers. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de
politievrijwilliger volledig deel uitmaakt van de politieorganisatie;
beroepspersoneel en vrijwilligers voeren samen het politiewerk uit, waarbij stevige
lokale verankering cruciaal is.
Vraag 3
Vindt u het getuigen van zorgen voor goede omstandigheden als
politievrijwilligers niet de juiste opleiding krijgen?
Er is geen sprake van dat politievrijwilligers niet de juiste opleiding krijgen.
Waar nodig en mogelijk worden vrijwilligersopleidingen gegeven. In dat kader
verwijs ik naar het Regeerakkoord, waarin gelden zijn vrijgemaakt voor een
Meerjarenprogramma Werven en Opleiden van Politievrijwilligers (en ook
brandweervrijwilligers), om te bevorderen dat politievrijwilligers bij de politie
blijven. Een en ander sluit goed aan op de afspraken die de korpsleiding eind
oktober met de LOPV heeft gemaakt met betrekking tot opleidingen voor
vrijwilligers. Zo heeft de korpsleiding met de LOPV afspraken kunnen maken over
doorstroomopleidingen voor executieve politievrijwilligers die al bij de politie in
dienst zijn. Zodoende kunnen doorstroom- en inzetbaarheidsmogelijkheden van
deze groep politievrijwilligers aanzienlijk toenemen. En vanaf 2020 zal gestart
worden met het opleiden van nieuwe instroom van vrijwilligers.
Vraag 4
Wat is uw reactie op de kritiek dat er straks door de uitstroom een groot
tekort is aan agenten en daardoor de druk op vrijwilligers nog verder zal
toenemen?
Ik ben bekend met het feit dat de politie de komende jaren voor een uitdaging
komt te staan bij de vervanging van personeel, als gevolg van grote
uitstroombewegingen. Het betreft hier een vraagstuk op strategisch HRM-niveau
waaraan door de korpsleiding hoge prioriteit is toegekend. In dit kader zullen de
politie, de Politieacademie en ikzelf, in het hiertoe in de Politiewet vastgelegde
‘tripartite overleg’, bezien welke mogelijkheden er zijn om de komende periode
zoveel mogelijk agenten op te leiden en klaar te stomen voor het politievak,
zonder in te boeten op de kwaliteitsstandaarden. Te denken valt in dit kader aan
het beter benutten van beschikbare opleidingscapaciteit en ook – zij het op
verantwoorde wijze – uitbreiden daarvan, betere samenwerking met het reguliere
onderwijs, het verkorten van politieopleidingen, et cetera.
Ik hecht eraan op te merken dat dit vraagstuk los staat van de inzet van
vrijwilligers. Politievrijwilligers vullen geen ontstane vacatures op. Zij tellen ook
niet mee in de operationele sterkte en de niet-operationele sterkte van de politie.
Vrijwilligers bieden extra handen en ogen voor de politie, leveren toegevoegde
waarde en zijn derhalve belangrijk, maar mogen niet essentieel zijn voor de
reguliere bedrijfsvoering van de politie. De inzet van politievrijwilligers is altijd
aanvullend. De politie en de politievrijwilliger gaan een relatie aan op basis van
wederkerigheid. Politievrijwilligers leveren vrijwillig (doch niet vrijblijvend) een
bijdrage aan het politieapparaat.
In verband met mogelijke arbeidsverdringing kunnen vrijgekomen plekken dus
niet zomaar ingevuld worden door politievrijwilligers. Hiervoor bestaat thans een
‘beleidslijn arbeidsverdringing’, en is er een Toetsingscommissie
Arbeidsverdringing (waarin de politievakorganisaties participeren) die bij
vrijgekomen vacatures toetst of er sprake is van verdringing van taken.
Een en ander laat onverlet dat politievrijwilligers – indien zij dat wensen – kunnen
besluiten te solliciteren naar een baan als “beroepspolitieambtenaar”.
Vraag 5
Is het nog steeds het voornemen van dit kabinet om mensen niet
normaal te betalen voor het werk dat ze leveren, maar met behoud van
uitkering aan het werk te zetten?2
Vooropgesteld klopt het niet dat er WW-uitkeringsgerechtigden met behoud van
uitkering aan het werk gezet worden. Het is een eigen, vrijwillige keuze van een
WW-er om als vrijwilliger werk te gaan doen. In een dergelijk geval moet de
betreffende persoon voldoen aan de Regeling Vrijwilligerswerk in de WW om niet
gekort te worden op de uitkering. De regeling ziet er op toe dat er geen
verdringing plaats vindt.
Voorts merk ik op dat de Kamer door mijn ambtgenoot van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid (SZW) is geïnformeerd over een evaluatie van de Regeling
Vrijwilligerswerk in de WW3
. Naar aanleiding daarvan is SZW bezig te bezien hoe
de regeling in dit kader verruimd kan worden. Zodra hier met betrekking tot
politievrijwilligers meer over bekend is, zal ik u hierover informeren.
Vraag 6
Hoe wordt de extra twee miljoen euro voor politievrijwilligers die dit
kabinet heeft vrijgemaakt precies besteed?
De extra twee miljoen die het kabinet voor politievrijwilligers heeft vrijgemaakt,
wordt in 2018 en 2019 ingezet om de doorstroomopleidingen van reeds aan de
politie verbonden politievrijwilligers mogelijk te maken. In 2020 en 2021 zal een
en ander aangewend worden voor het opleiden van nieuwe instroom van
vrijwilligers.
Vraag 7
Deelt u de mening dat hiermee het verwachte tekort aan agenten niet
kan worden opgelost?
Het geld dat vanuit het Regeerakkoord is vrijgemaakt, is bestemd voor een
meerjarenprogramma voor werven en opleiden brandweer- en politievrijwilligers.
De intentie van deze afspraak is niet geweest om een generiek
capaciteitsvraagstuk op strategisch HRM-niveau op te lossen. Zie tevens het
antwoord op vraag 4.
1 https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2205930-overdag-is-hij-it-consultant-s-avonds-vrijwilligpolitieagent.html
2Kamerstuk 29 628, nr. 614
2 Kamerstuk 29 628, nr. 614.
3 Zie Kamerstuk 29544, nr. 771, Vergaderjaar 2016-2017.