Beantwoording vragen van het lid Van der Graaf
(ChristenUnie) over de detectieproblematiek op de
trajecten tussen Gouda en Alphen aan den Rijn en
Oldenzaal en de Duitse grens
Vraag 1
Bent u bekend met de uitkomst van de gesprekken tussen ProRail, NS/Abellio en de
provincie Zuid-Holland om de detectieproblematiek, die de frequentieverhoging op
de spoorlijn Gouda-Alphen aan den Rijn belemmerde, op te lossen, zoals u ook
aangegeven heeft in de beantwoording van Kamervragen?1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de partijen overeen zijn gekomen een commissie in te stellen die een
bindend advies zou afgeven? Klopt het dat deze commissie in haar advies uitsprak
dat ProRail verantwoordelijk is voor voldoening van de kosten van de
detectieapparatuur?
Ja, dat klopt. Op het baanvak Gouda-Alphen aan den Rijn zijn aanvullende
maatregelen in de hoofdspoorweginfrastructuur genomen om de detectie van het
nieuwe materieel met name in de herfst te kunnen garanderen. ProRail, NS/Abellio
en de provincie Zuid-Holland konden geen overeenstemming bereiken over de
kostentoedeling van deze aanvullende detectiemaatregelen. Daarom is een
commissie ingesteld met het verzoek om over de kostentoedeling een bindend
advies af te geven.2
De specifiek voor de kostentoedeling van dit baanvak
ingestelde commissie heeft bepaald dat de ontwerp- en realisatiekosten van de
aanvullende infrastructurele detectiemaatregelen op het baanvak Gouda-Alphen
aan den Rijn door ProRail dienen te worden gedragen.
Vraag 3
Onderschrijft u de beargumentering van deze uitspraak, omdat ProRail als
spoorbeheerder de verantwoordelijkheid heeft om zorg te dragen voor de
betrouwbaarheid, beschikbaarheid en veiligheid van infrastructuur? Zo nee,
waarom niet?
ProRail is verantwoordelijk voor de betrouwbaarheid, beschikbaarheid en veiligheid
van de hoofdspoorweginfrastructuur. Hiervoor stelt mijn ministerie middelen
beschikbaar aan ProRail. Indien een vervoerder besluit op een andere wijze of met
ander materieel gebruik te maken van de infrastructuur, betekent dat niet dat
ProRail te allen tijde de bijbehorende kosten voor eventuele infrastructurele
aanpassingen moet dragen. In de casus Gouda-Alphen aan den Rijn is een bindend
advies afgegeven over de kostentoedeling van de op dat baanvak genomen
aanvullende infrastructurele detectiemaatregelen. De commissie heeft zich in het
bindend advies voornamelijk uitgelaten over het proces dat is doorlopen. De
redenering van de commissie in deze kan ik volgen. De commissie is niet ingegaan
op de principiële vraag of de beheerder in algemene zin verplicht is voor eigen
rekening de infrastructuur aan te passen indien materieel dat minder goede
detectie-eigenschappen heeft, op de infrastructuur wordt ingezet. Ik hecht er
daarom aan te benadrukken dat er niet automatisch conclusies getrokken kunnen
worden voor de wijze van financiering van eventuele infrastructurele
detectiemaatregelen op andere trajecten.
Vraag 4
Bent u bekend met het bericht dat vanaf 14 januari de nieuwe regionale trein RB61
van Hengelo naar Bielefeld gaat rijden?3
Ja.
Vraag 5
Klopt het dat op het traject tussen Oldenzaal en de Duitse grens ook maatregelen
nodig zijn om de detectie van het nieuwe treinmaterieel te garanderen? Klopt het
dat ProRail zich op het standpunt stelt dat de provincie Overijssel de kosten van de
aanvullende detectiemaatregelen moet betalen?
Vraag 6
Kunt u toelichten of u het standpunt van ProRail juist vindt, zeker in het licht van
de uitspraak van de onafhankelijke commissie in geval van de spoorlijn GoudaAlphen
aan den Rijn?
Antwoord 5 en 6
Op 15 december jl. is de vergunning voor indienststelling verleend voor het
FLIRT3-materieel dat zal worden ingezet voor de treindienst Hengelo-Bielefeld. Ook
met dit materieel zijn detectieproblemen voorzien. Aan de vergunning is daarom
de voorwaarde verbonden dat de vervoerder zijn verantwoordelijkheid dient te
nemen om - met name in de herfstperiode - de detectiekwaliteit te garanderen. Op
het baanvakgedeelte tussen Oldenzaal en de Duitse grens moeten de benodigde
aanvullende (technische) maatregelen nog worden vastgesteld. Als blijkt dat
maatregelen aan de hoofdspoorweginfrastructuur nodig zijn, is het voor ProRail op
grond van de beheerconcessie noodzakelijk dat daarvoor financiële dekking is. Met
betrekking tot de treindienst Hengelo-Bielefeld heeft mijn ministerie reeds in 2014,
bij de toezegging van de eenmalige Rijksbijdrage van
€ 9,33 miljoen als gedeeltelijke dekking van het exploitatietekort voor de gehele
15-jarige concessieperiode, met de provincie Overijssel afgesproken dat eventuele
infrastructurele aanpassingen voor rekening van de provincie komen. Ik zie geen
aanleiding daarvan af te wijken.
Vraag 7
Bent u bekend met andere spoorlijnen in Nederland waar deze
detectieproblematiek speelt? Welke gevolgen heeft de uitspraak van de genoemde
commissie voor de problematiek op deze spoorlijnen?
Op dit moment speelt de detectieproblematiek alleen op de genoemde trajecten
Gouda-Alphen aan den Rijn en Oldenzaal-Duitse grens. Als gezegd heeft het
bindend advies niet automatisch gevolgen voor de wijze van financiering van
eventuele aanvullende infrastructurele detectiemaatregelen op andere trajecten.
1 Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr. 2109.
2 Een bindend advies in de zin van artikel 7:900 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
3 https://www.tubantia.nl/hengelo/even-wachten-op-trein-van-hengelo-naar-bielefeld-nietdecember-maar-januari~a8544f5a/