De aangifte tegen het brein achter de moord op Meesters

2017Z18504 Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de minister van Justitie en Veiligheid over de aangifte tegen het brein achter de moord op Meesters (ingezonden 20 december 2017)



1
Kent u het artikel over de klacht van nabestaanden dat geen strafrechtelijk onderzoek is gestart naar de opdrachtgever van de moord op hun vader? 1)

2
Wat vindt u van de uitspraak van een rechercheur dat de echte wil om Robert D. aan te pakken ontbrak bij het openbaar ministerie (OM) in Groningen? Zal hier onderzoek naar worden gedaan? Kunt u uw antwoord toelichten?

3
Hoe staat de uitspraak van de voormalig minister van Veiligheid en Justitie dat het OM onvoldoende concreet en direct bewijs zag voor betrokkenheid van Robert D. in verhouding tot de uitspraken van het toenmalige politieteam dat klip en klaar was dat de opdrachtgever die moest worden gezocht Robert D. was? 2)

4
Klopt het dat het OM Robert D. heeft beschuldigd van het geven van een opdracht tot moord, maar hem vervolgens nooit als verdachte heeft aangemerkt? Wat was daar de reden van?

5
Wat is door de politie en het OM ondernomen naar aanleiding van de opmerking van het hof dat de moord op Gerard Meesters is gepleegd in opdracht van een organisatie die zich richt op het plegen van misdrijven en die daarbij in het kader van een afrekening het plegen van moord op een onschuldig slachtoffer als middel heeft ingezet (…)? Hoe beoordeelt u deze gang van zaken?
1) ‘Aangifte tegen brein van moord Meesters’ en ‘Reportage. Waarom? Waarom niet?’, Dagblad van het Noorden, 25 november 2017.
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015–2016, nr. 3171, antwoord 8.

Indiener(s)